H4 26.11.2021

Willkommen
Freitag 26.11.2021
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Willkommen
Freitag 26.11.2021

Slide 1 - Diapositive

Heute
  • Lesen
  • Hausaufgaben
  • Aufgaben machen 

Slide 2 - Diapositive

Lesen

Slide 3 - Diapositive

Hausaufgaben
Aufgabe 42 & 43


Slide 4 - Diapositive

Keuzevoorzetsels


Jullie weten dat er voorzetsels zijn die een derde naamval krijgen en voorzetsel met een vierde naamval. We gaan hier nog een groep aan toevoegen.
 
Kijk eerst het instructiefilmpje op de volgende slide

Slide 5 - Diapositive


Slide 6 - Diapositive

DATIV (3e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag : wo? (=waar)

                                                   wann?(=wanneer)


ERGENS ZIJN

Slide 7 - Diapositive

voorbeeld

Er steht vor d... Tür(v).

waar staat hij? "voor de deur" dus DATIV

Er steht vor der Tür.

Slide 8 - Diapositive

Akkusativ (4e naamval)

je krijgt een antwoord op de vraag: wohin?(=waarheen)


ERGENS KOMEN

Slide 9 - Diapositive

voorbeeld

Er springt in d... Wasser(o).

waarheen? springt hij "in het water" dus Akkusativ

Er springt in das Wasser.

Slide 10 - Diapositive

Hoeveel Wechselpräpositionen kent het Duits?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 11 - Quiz

Welke zin is fout?
A
Ich setze mich neben die Frauen.
B
Ich sitze neben den Frauen
C
Ich gehe in das Schwimmbad
D
Ich schwimme in das Schwimmbad

Slide 12 - Quiz

Welke vraag stel je om een vierde naamval te bepalen bij de keuzevoorzetsels?
A
Wohin?
B
Wo?
C
Wodurch?
D
Wovon?

Slide 13 - Quiz

Dieser Satz ist richtig!!!
Dieser Satz ist leider falsch
Für die Reise müssen wir tanken
Der Ball rollt unter das Auto
Die Kreditkarte liegt im Hotelzimmer
Ich wohne über dem Geschäft 
Ich lege die Zeitung auf dem Tisch 
Die Zeitung liegt noch auf dem Tisch

Slide 14 - Question de remorquage

Vul in.

Das Auto steht vor d...….Garage (v)

Slide 15 - Question ouverte

Vul in.

Das Heft fällt auf d...…...Boden (m).

Slide 16 - Question ouverte

Das Buch liegt auf d... Tisch(m).
A
dem
B
den

Slide 17 - Quiz

Das Bild hängt an d... Wand(v).
A
die
B
der

Slide 18 - Quiz

Er geht in d... Disko(v).
A
die
B
der

Slide 19 - Quiz

Es fällt hinter dein... Stuhl(m).
A
deinem
B
deinen

Slide 20 - Quiz

Aufgaben machen
Aufgabe 44 (S. 84-85)

Aufgabe 48 (Lesen)


Exit-Aufgaben

Slide 21 - Diapositive

Lastig?
Als je verder wilt oefenen: op de volgende slide staat een uitlegvideo en daarna is er nog een extra opgave. 
Goed lezen!

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Lien

Slide 25 - Lien

Das Buch ist hinter d.. Schrank (m) gefallen.

Slide 26 - Question ouverte

Der Hund legte sich unter d.. Stuhl (m).

Slide 27 - Question ouverte

Der Torwart stand zu weit vor sein.. Tor (o).

Slide 28 - Question ouverte

An welch.. Tag kommt ihr denn an?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Lien

Slide 31 - Lien

Keuzevoorzetsels
Sommige voorzetsels hebben in het Duits een vaste naamval.

Andere kunnen zowel vast een 4e als een 3e naamval krijgen.

Gelukkig is hier een makkelijk ezelsbruggetje voor!

Slide 32 - Diapositive

Een auto met vier wielen rijdt

Een auto met drie wielen staat stil

Beweging is 4e naamval
Bevinden is 3e naamval.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien