23/24 week 1 - les 2

1 / 26
suivant
Slide 1: Vidéo interactive avec 6 diapositives
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

6

Slide 1 - Vidéo

00:00
Petit film la famille
Let goed op over welk familielid het gaat
In welke ruimte ze zijn
Hoe de mensen heten
Wie doet wat?

Slide 2 - Diapositive

00:19
Wat denk je dat 'la cuisine' betekent?

Slide 3 - Question ouverte

00:35
Qui n'est pas là?

Slide 4 - Question ouverte

01:09
Tout le monde est dans ....

Slide 5 - Question ouverte

01:19
Il s'appelle comment, le petit frère?

Slide 6 - Question ouverte

01:44
Qui chante à l'opéra?

Slide 7 - Question ouverte

  • les devoirs 
  • poser une question
  • lire 
  • écrire
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik nieuwe vraagwoorden geleerd en kan ik vragen stellen in het Frans 
  • kan ik een korte brief begrijpen waarin iemand zich voorstelt
  • kan ik een uitnodiging voor een feest begrijpen en zelf maken

Slide 8 - Diapositive

La prononciation
la ville
la fille - le fils
le frère - la soeur
les parents
les grands-parents
le père / la mère / la grand-mère / le grand-père
la famille

Slide 9 - Diapositive

Welke  vraagwoorden ken je in het Frans?
Welke?
Hoe?
Waar?
Wie

Slide 10 - Diapositive

Welke  vraagwoorden ken je in het Frans?
Welke? = Quel
Hoe? = comment
Waar? = où
Wie = qui

Slide 11 - Diapositive

vraagwoorden Frans

hoe - comment ( hoe heet je?, hoe gaat het?)
waar - où? (Waar woon je?)
wie - qui (wie is dit?)
welke - quel (in welke klas zit je?)

timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

comment = hoe

comment tu t'appelles, comment ça va?

Slide 13 - Diapositive

vraagwoorden Frans

hoe - comment ( hoe heet je?, hoe gaat het?)
waar - où? (Waar woon je?)
wie - qui (wie is dit?)
welke - quel (in welke klas zit je?)

Slide 14 - Diapositive

où = waar

où - tu habites où?


wat is het verschil tussen où en ou?

Slide 15 - Diapositive

vraagwoorden Frans

hoe - comment ( hoe heet je?, hoe gaat het?)
waar - où? (Waar woon je?)
wie - qui (wie is dit?)
welke - quel (in welke klas zit je?)

Slide 16 - Diapositive

qui = wie

qui -  qui est-ce?

Slide 17 - Diapositive

vraagwoorden Frans

hoe - comment ( hoe heet je?, hoe gaat het?)
waar - où? (Waar woon je?)
wie - qui (wie is dit?)
welke - quel (in welke klas zit je?)

Slide 18 - Diapositive

quel / quelle = welke

quel/quelle - tu es en quelle classe?



Slide 19 - Diapositive

Lire - page 50
Leesstrategie?

Waar denk je dat deze tekst over gaat? Hoe weet je dat?`

Woorden die je niet kent - kijk apprendre 2 blz 68

Exercice 5 samen. 


Slide 20 - Diapositive

Nieuwe vraagwoorden Frans
Quand? Samedi 15 Novembre
Quoi? invitation pour mon anniversaire
Où? 15, rue de l'école

Slide 21 - Diapositive

Écrivez une invitation
Maak een uitnodiging voor jouw verjaardagsfeest. Gebruik het kaartje van Pauline als voorbeeld. 


Hoe ga je te werk? Hoe vind je woorden in het Frans? 
Hoe maak je je tekst? Lay-out?


Huiswerk

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Checklist: ik heb het goed gedaan als...

  1. Ik heb op alle vraagwoorden antwoord gegeven
  2. Ik heb mijn eigen verjaardagsdatum gebruikt
  3. Mijn uitnodiging is overzichtelijk
  4. Ik heb woorden opgezocht achterin het boek (of woordenboek)
  5. Ik heb geen gebruik gemaakt van google translate

Slide 24 - Diapositive

Évaluation du cours
Noem drie dingen die je geleerd hebt deze les
Wat vond je:
- nuttig? niet nuttig?
- leuk?
- niet leuk?

Slide 25 - Diapositive

Lire

  •  we verdelen de tekst in stukjes
  •  samen maken we de vragen


  • ik maak de vragen zelf van exercice 6
  • Klaar?  Ik schrijf een uitnodiging  voor je verjaardag  (extra blad)
  • Ik gebruik de vraagwoorden  qui, quoi, où & quand 
Normale route
Plus route

Slide 26 - Diapositive