Thema 2 De school

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Thema 2 De school

Taalcompleet A1

Schrijf het getal:
20

Schrijf het getal:
11

Schrijf het getal:
13

Welke dag komt voor dinsdag?

1. woensdag
2. maandag
3. zondag
4. zaterdag

Wanneer is het weekend?

1. donderdag en vrijdag
2. vrijdag en zaterdag
3. zaterdag en zondag
4. maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Welke dag komt na woensdag?

1. dinsdag
2. vrijdag
3. donderdag
4. maandag

..... kinderen heb jij?
Ik heb vier kinderen.

1. Wat
2. Wie
3. Wanneer
4. Hoeveel

...... ga je naar school?
Ik ga maandag en donderdag naar school.

1. Waar
2. Wanneer
3. Hoeveel
4. Wat

... bent u?
Ik ben Femke.

.... woont de docent?
De docent woont in Enschede.

..... boeken heeft hij?
Hij heeft drie boeken.

februari

juli

november

april

december

januari - ......... - maart

juni - ..... - augustus

september - oktober - .....

... - mei - juni

.... - januari - februari

Anna .... koffie.

1. drink
2. drinkt
3. drinken

Ik ... 's middags altijd thee.

1. drinkt
2. drink
3. drinken

De cursisten ... water in de pauze.

1. drinken
2. drinkt
3. drink

Hoe laat.....?

Hoe laat kom je uit bed? 

Hoe laat eet je ’s morgens? 

Hoe laat drink je thee? 

Hoe laat ga je naar school? 

Hoe laat begint school? Hoe laat eet je ’s middags? 

Hoe laat ga je naar huis? 

Hoe laat eet je ’s avonds? 

Hoe laat ga je naar bed?