Les 5 Rechtspraak

Wat is rechtspraak?
1 / 11
suivant
Slide 1: Question ouverte
BurgerschapVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is rechtspraak?

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 3 - Diapositive

Officier van justitie: in de rechtszaal is hij de 'strafeiser'. De rechter bepaalt dan of hij de strafeis overneemt of niet.
Rechter: heeft het laatste woord bij conflicten, overtreding van regels of een misdaad. Hij beslist of iemand de wet heeft overtreden of schuldig is aan een misdrijf.
Verdachte: als de politie of officier van justitie een redelijk vermoeden heeft dat iemand een strafbaar feit heeft gepleegd. Een verdachte is nog geen dader.
Advocaat: komt tijdens de rechtszaak op voor de verdachte. Hij probeert ervoor te zogen dat de verdachte een zo laag mogelijke straf krijgt. 
Eerlijke rechtspraak
De rechtspraak moet eerlijk verlopen.

Daarom zijn er een aantal voorwaarden:
- Rechters moeten iedereen gelijk behandelen.
- Rechters zijn onafhankelijk.
- Rechters zijn onpartijdig.
- Rechters zijn objectief.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk soort straffen hebben
wij in Nederland?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

In Nederland straffen we ...
(geef jouw mening)
A
te hard
B
te zacht
C
goed
D
geen idee

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1: Lindy is opgepakt door de politie toen ze een zakje drugs verkocht aan een toerist.

De rechter vindt dat Lindy schuldig is. Welke straf zou de rechter aan Lindy geven?
A
Boete
B
Taakstraf
C
Gevangenisstraf

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2: Jeroen heeft een juwelierszaak overvallen met een pistool. Jeroen sloeg de juwelier met het pistool op zijn hoofd. Jeroen heeft op mensen geschoten toen hij wegrende uit de juwelierszaak. Hij raakte daarbij iemand in zijn arm.

De rechter vindt dat Jeroen schuldig is. Welke straf zou de rechter aan Jeroen geven?
A
Boete
B
Taakstraf
C
Gevangenisstraf

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3: Omar heeft met oud en nieuw illegaal vuurwerk (mortierbom) afgestoken in het centrum van Heerlen. Het kostte de gemeente 760 euro om de schade van Omars mortierbom te herstellen.

De rechter vindt dat Omar schuldig is. Welke straf zou de rechter aan Omar geven?
A
Boete
B
Taakstraf
C
Gevangenisstraf

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4: Cheryl werd verdacht van dierenmishandeling, maar de politie heeft dat nooit bewezen. Toen de politie kwam werd Cheryl zo boos dat ze een agent in zijn gezicht spuugde en zo hard tegen de politieauto schopte dat het dashboard kapot is gegaan.

De rechter vindt dat Cheryl schuldig is (aan vernieling en aan belediging van een agent). Welke straf zou de rechter aan Cheryl geven?
A
Boete
B
Taakstraf
C
Gevangenisstraf

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5: Tiago heeft na een avondje stappen een stoel in de bus vernield. Hij maakte met een zakmes een snee in de zitting.

De rechter vindt dat Tiago schuldig is. Welke straf zou de rechter aan Tiago geven?
A
Boete
B
Taakstraf
C
Gevangenisstraf

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions