Klas 4 3.5 Drinkwater en klimaatverandering

Herhaling 3.4
Water in rivieren en polders
Water in rivieren en polders
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling 3.4
Water in rivieren en polders
Water in rivieren en polders

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hoort er niet bij?
We verliezen in Nederland water door:
A
Verdamping
B
Wegstromen naar zee
C
Consumptie
D
Kwelwater

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hoort er niet bij?
We krijgen in Nederland water door:
A
grondwater van buurlanden
B
consumptie
C
regen en sneeuw
D
rivieren die naar Nederland stromen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet onderdeel A?
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Oeverwal
D
Uiterwaard

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Hoe heet onderdeel B?
A
Zomerdijk
B
Winterdijk
C
Oeverwal
D
Uiterwaard

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De rivier mag ook van D naar B stromen bijvoorbeeld bij piekafvoer. Hoe heet dit gedeelte van de rivier?
A
Buitendijks gebied
B
Winterbed
C
Oeverwal
D
Komgrond

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3.5 Drinkwater en klimaatverandering

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Je weet hoe in hoog- en laag-Nederland drinkwater gewonnen wordt.
2. Je begrijpt hoe de zoet- en zoutwaterstromen in Nederland werken.
Leerdoelen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Waterwinnen in hoog Nederland
- Doorlaatbaarheid
- Filtrerende werking

Waterwinnen in laag Nederland:
1. Oppervlakte water
2. Duinwater




Slide 9 - Diapositive

eerst uitleggen hoe water gewonnen kan worden. hoog nederland. 
dan laag nederland

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

-


Zoet- en zoutwaterstromen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Je weet hoe in hoog- en laag-Nederland drinkwater gewonnen wordt.
2. Je begrijpt hoe de zoet- en zoutwaterstromen in Nederland werken.
Leerdoelen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je zoet en zout water door elkaar gemengd?
A
Brak water
B
Kwelwater
C
Zoetwaterzak
D
Waterkwaliteit

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom stroomt het zoute water omhoog in een droogmakerij?
A
Omdat zout water lichter is dan zoet water.
B
Omdat het zoete grondwater uit de polder gepompt wordt.
C
Omdat de zoetwaterzak het zoute water tegenhoud.
D
Omdat de droogmakerij vaak onder zeeniveau ligt.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
In een droogmakerij komt zout water omhoog en daar zitten problemen aan vast. Maak een mindmap en zet in het midden de droogmakerij. Maak daaromheen 4 pijlers. Leg bij de 1e pijl uit waarom er zout water omhoog komt. 2e: Waarom is het voor de natuur een probleem? 3e: Waarom is het voor de mens een probleem? 4e: Wat zijn oplossingen om de verzilting tegen te gaan? Zoek informatie op in je boek of op internet (zoek: polder, verzilting)


Met wie: Je buurman links of rechts
Tijd: tot 10 min voor einde les
Uitkomst: Mindmap delen met de klas,  handig voor leren toets
Klaar: Vermaak jezelf

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions