Energiesoorten en rendement

Energiesoorten en rendement
Paragraaf 4.3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Energiesoorten en rendement
Paragraaf 4.3

Slide 1 - Diapositive

Energie effecten bij chemische reacties.

Slide 2 - Diapositive

Welke soorten energie ken je?

Slide 3 - Carte mentale

Energie
Energie bestaat in veel verschillende vormen. 
  • licht
  • geluid
  • warmte
  • elektriciteit
  • beweging

Slide 4 - Diapositive

De eenheid van energie is:
A
Watt
B
Joule
C
Meter
D
Volt

Slide 5 - Quiz

chemische energie
moleculen kunnen energie bevatten


Slide 6 - Diapositive

Energie omzettingen
  • Energie kan niet verloren gaan
  • Energie kan van vorm veranderen.

Slide 7 - Diapositive

Welke energiesoort zit er in alle brandstoffen?
A
elektrische energie
B
bewegingsenergie
C
chemische energie
D
warmte

Slide 8 - Quiz

Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte
C
chemische energie --> warmte
D
warmte --> elektrische energie

Slide 9 - Quiz

In een motorboot gebruik je een motor om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegings-energie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de motor, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de golven wordt omgezet in beweging van de boot

Slide 10 - Quiz

 Energie en rendement

Slide 11 - Diapositive

Rendement
Percentage van de energie die ergens in gestopt wordt dat nuttig gebruikt wordt

Slide 12 - Diapositive

Hoe rekenen met rendement?





Rendement is altijd uitgedrukt in %

Slide 13 - Diapositive

Het rendement van een bepaalde Cv-ketel is 85%. Hoeveel warmte gaat "verloren"?
A
15
B
85
C
100
D
0

Slide 14 - Quiz

Rendement is de verhouding tussen de energie wat erin komt en wat...
A
onnuttig wordt gebruikt
B
nuttig wordt gebruikt

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Huiswerk volgende les:
  • Maken 32, 33, 34, 35, 36

Slide 16 - Diapositive