LDR / NTC

Herhaling 6.1 Weerstand
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling 6.1 Weerstand

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm. 

Het symbool hiervoor is: Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld: 
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm. 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Een geleider heeft...?
A
Geen weerstand
B
Hoge weerstand
C
Lage weerstand
D
50 Ohm aan weerstand

Slide 5 - Quiz

Wat is de functie van de kleurcode op een weerstand?
A
Geeft de weerstand soort aan
B
Geeft de weerstand waarde in Volt aan
C
Geeft de weerstand waarde in Ohm aan
D
Geeft de temperatuur waarde van de weerstand aan

Slide 6 - Quiz

Schakelingen
Individuele electronische componenten samen verbonden zodat elektriciteit door hen heen kan vloeien.
componenten zijn onderdelen van een schakeling zoals lampjes, weerstanden, ldr, ntc, diode, relais etc. bekijk binas tabel 14

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Automatisch???

Wat is of gaat Automatisch...?

automatisch

  • niet bestuurd door de hand van de mens
    In dat gebouw staat een automatische machine te draaien.
  • vanzelfgaand.
    Ik heb dit klusje al zo vaak gedaan, de uitvoering gaat automatisch.
  • gedachteloos.
  • Dat was een automatische reactie van hem op het probleem.

Slide 9 - Diapositive

Voorbeelden?

Automatische deur

Lift ( deur / keuze verdieping)

Automaat (breed begrip vb: snoep / koffie)

PC ( besturings programma)

Straatlantaarns (Aan en uit --> timer / sensor)

Verlichting (bewegings melder / licht - donker)

Bleutooth ( automatisch verbinding maken / randappartuur)

Schakelbox auto (automaat)

Verkeerslichten ( groene golf / voorrang Bus &Ambulance)

Machines ( bestuurd door PLC vd: CNC bank)

Douche automatisch ( aan / uit)

Koplampen auto ( aan / uit - gewicht)

Slide 10 - Diapositive

De LDR
  •  Wat is een LDR?
  •  Waarvoor wordt een LDR gebruikt?

Slide 11 - Diapositive

timer
1:30
Waarin wordt een LDR gebruikt?

Slide 12 - Carte mentale

Wat is een LDR?
  •  Licht gevoelige weerstand (Light Dependent Resistor)
  •  Veel gebruikt als een SENSOR in een buitenlamp
  •  LDR reageert op LICHT

Slide 13 - Diapositive

NTC
  •  Wat is een NTC?
  •  Waar wordt een NTC toegepast?

Slide 14 - Diapositive

Wat is een NTC?
  •  Temperatuur afhankelijke weerstand (Negative Temperature Coëfficiënt)
  •  Veel gebruikt als een warmtebeveiliging vb strijkijzer, droger
  • NTC reageert op temperatuur

Slide 15 - Diapositive

timer
1:30
Waarin wordt een NTC gebruikt?

Slide 16 - Carte mentale

De onderdelen van een automatische schakeling!
  •  sensor
  • verwerker
  •  actuator

Slide 17 - Diapositive

De Sensor
  • Een sensor is een kunstmatige uitvoering van wat in de biologie een zintuig wordt genoemd. 
  • De SENSOR produceert een  een elektrisch signaal dat informatie geeft over de omgeving.


Slide 18 - Diapositive

De Verwerker
  •  De Verwerker verwerkt het signaal van de sensor. Bijvoorbeeld dat er beweging is waargenomen en dat er een lamp aan moet gaan.



Slide 19 - Diapositive

De Actuator
  • Een ACTUATOR doet iets wat nuttig of prettig is voor de eigenaar van de schakeling.
  • Het vervolg is vaak vastgelegd in de elektronica / componenten.


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Vul het ontbrekende woord in:
Met een ........... kun je een stroomkring op een nette manier onderbreken!
timer
1:00
A
lampje
B
batterij
C
snoer
D
schakelaar

Slide 22 - Quiz

Welke weerstand reageert op een verandering in temperatuur?
timer
1:00
A
NTC
B
LDR
C
Dimmer
D
Dynamo

Slide 23 - Quiz




Wat is de LDR in deze schakeling?
timer
1:30
A
Sensor
B
Actuator
C
Schakelaar

Slide 24 - Quiz

Waarop reageert een LDR
timer
1:00
A
op licht, hoe meer licht des te lager is de weerstand
B
op licht, hoe minder licht des te lager is de weerstand
C
op warmte, hoe meer warmte des te lager is de weerstand
D
op warmte, hoe minder warmte des te lager is de weerstand

Slide 25 - Quiz

Als er warmte komt op een LDR wat gebeurt er dan
timer
1:30
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 26 - Quiz

Wanneer is de weerstand van een LDR groot?
timer
1:30
A
nooit
B
in het donker
C
in het licht
D
altijd

Slide 27 - Quiz

Wat betekent NTC
timer
1:00
A
Niet te concentreren
B
Nader te communiceren
C
Negatief te communiceren
D
Negatieve Temperatuur Coëfficiënt

Slide 28 - Quiz

Als er licht schijnt op een NTC wat gebeurt er dan
timer
1:30
A
Niets
B
De weerstand wordt groter
C
De weerstand wordt kleiner

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er met een NTC als de temperatuur ervan stijgt?
timer
1:30
A
R stijgt
B
R wordt kleiner
C
R blijft gelijk
D
NTC gaat kapot

Slide 30 - Quiz