B5

Neem je laptop en boek blz. 120 voor je
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Neem je laptop en boek blz. 120 voor je

Slide 1 - Diapositive

In welk gedeelte van de huid liggen de zintuigen?
A
Kiemlaag
B
Lederhuid
C
Opperhuid
D
Hoornlaag

Slide 2 - Quiz

In welk gedeelte van het oor liggen de gehoorzintuigen?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Buis van Eustachius

Slide 3 - Quiz

Wat verbind de trommelholte met de keelholte?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorgang
C
Buis van Eustachius
D
Oorschelp

Slide 4 - Quiz

Wat is de functie van het netvlies?
A
Het geeft bescherming aan het oog
B
Het vangt lichtprikkels op en zet deze om in impulsen
C
Het geleidt de impulsen naar de hersenen
D
Hierdoor lopen de bloedvaten van het oog

Slide 5 - Quiz

Geef de onderdelen van het centrale zenuwstelsel
A
Hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
Hersenen, ruggenmerg
C
Hersenen

Slide 6 - Quiz

Bouw zenuwstelsel
De bouw van het zenuwstelsel

  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg.

  • Zenuwen:
    Verbinden CZ met alle lichaamsdelen.

Slide 7 - Diapositive

Zenuw(cellen)
Cellichaam ligt in of vlakbij centrale zenuwstelsel (ruggenmerg en hersenen)

Uitlopers: geleiden impulsen naar het cellichaam toe of af.

Alle uitlopers liggen bij elkaar = zenuw

Tussen de uitlopers isolatielaagje: geleiding
Om de zenuw ligt een laag bescherming

Slide 8 - Diapositive

Thema 5 Waarneming, gedrag en regeling
B1 Je omgeving waarnemen
B2 Voelen, ruiken en  proeven
B3 Horen en zien
B4 Het zenuwstelsel
B5 Gedrag
B6 Regeling

Slide 9 - Diapositive

10 minuten stil lezen B5
Lees de theorie van basisstof 5 (blz. 120-123) door
Klaar? Begin met de samenvattingsopdracht in je schrift

Slide 10 - Diapositive

Basisstof 5 Gedrag
Leerdoelen

- Je kunt uitleggen wat gedrag is.
- Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
- Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie.

Slide 11 - Diapositive

Wat is gedrag?
Alles wat je doet

Slide 12 - Diapositive

Gedrag
- Bestaat uit handelingen die met elkaar samenhangen
- Bijv. jagen of koken
- Handeling          effect        handelingen = gedragsketen

Gedragsketen
Handeling

Slide 13 - Diapositive

Wat is een voorbeeld van een gedragsketen?
A
Jezelf aankleden voor het voetbal
B
Remmen met je fiets
C
Groente snijden voor de groentensoep
D
De lamp aanzetten in een donkere kamer

Slide 14 - Quiz

Waardoor wordt gedrag bepaald?
Gedrag wordt bepaald door prikkels en motivatie
- Prikkel = invloed uit de omgeving
- Inwendige en uitwendige prikkels


Inwendig
Uitwendig
Honger/ dorst
Bericht op je telefoon
Hormonen voor voortplanting
Je ziet een vriend(in) op straat
Een volle blaas
Een hete pan
Motivatie = bereidheid om te reageren op een prikkel

Slide 15 - Diapositive

Reageren
Zintuigen reageren op prikkels door impulsen naar de hersenen te sturen.

Bij het reageren sturen de hersenen een impuls naar de spieren. 

Slide 16 - Diapositive

Het pakken van een frietje = respons (reactie op een prikkel)

Slide 17 - Diapositive

Motivatie
Motivatie = de bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag. 

Als je veel hebt gegeten, is je motivatie om te eten laag. 
De prikkel "ruiken van friet" leidt dan niet tot eetgedrag. 
Bij honger is je motivatie om te eten hoog. 
Dan leidt de prikkel wel tot een respons. 

Slide 18 - Diapositive

Waar komt gedrag vandaag? 
Maak het schema compleet
Prikkels
Motivatie
Respons (gedrag)

Slide 19 - Question de remorquage

Gedrag: aangeboren vs. aangeleerd
Aangeboren gedrag
  • Gedrag dat een kind of dier uit zichzelf vertoont (instinct)
  • Bijv. trappelend kievitskuiken en pasgeboren kalf


Slide 20 - Diapositive

Gedrag: aangeboren vs. aangeleerd
Aangeleerd gedrag
  • Gedrag dat door soortgenoten of mensen is aangeleerd
  • Bijv. trucjes bij een hond

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

3

Slide 23 - Vidéo

01:00
Is dit een voorbeeld van aangeboren of aangeleerd gedrag?
Aangeboren
Aangeleerd

Slide 24 - Sondage

01:19
Wat is hier de uitwendige prikkel voor het kuiken?
A
De aanwezigheid van moedermeeuw
B
Het bedelen van de andere kuikens
C
Honger
D
De snavel van de moeder

Slide 25 - Quiz

02:46
Bij welke snavel is de motivatie om te pikken het grootste?
A
Gele snavel
B
Gele snavel met rode stip

Slide 26 - Quiz

Hieronder staan voorbeelden van gedrag. 
Is er sprake van aangeboren  of  aangeleerd gedrag? 
aangeboren gedrag
 aangeleerd gedrag
Een baby zuigt melk bij de moeder.
Een hond zwemt.
Een kat gebruikt een kattenluikje om naar binnen en naar buiten te gaan.
Een kat rent achter een muis aan.
Een meisje speelt gitaar.
Een papegaai zegt "hallo".

Slide 27 - Question de remorquage

Sociaal gedrag
Gedrag tussen soortgenoten = sociaal gedrag
Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal
Handeling van een dier/ mens is een prikkel (dus signaal) voor de handeling van een soortgenoot (respons/ reactie)


Slide 28 - Diapositive

Gedrag van mensen
Mensen denken na over hun gedrag en ze beoordelen het gedrag van anderen. Dieren doen dat niet.

Waarden zijn de dingen die mensen belangrijk vinden in het leven:
Eerlijkheid, respect, rechtvaardigheid, vrijheid
Normen zijn gedragsregels waarvan veel mensen vinden dat je je eraan moet houden:
Je mat niet stelen (gebaseerd op de waarde "eerlijkheid")

Slide 29 - Diapositive

Signaal met meerdere betekenissen
Een hand opsteken is een signaal. Dit kan verschillende betekenissen hebben.

Je kijkt naar de situatie, de gezichtsuitdrukking en de lichaamshouding. 

Slide 30 - Diapositive

Observatie en interpretatie
Het feitelijke gedrag dat je waarneemt = observatie.
"De hond beweegt zijn staart op en neer"

Wat jij DENKT dat dit gedrag betekent = interpretatie
"de hond is blij"

Slide 31 - Diapositive

Interpretatie
De betekenis van het gedrag

Hond kwispelt staart (observatie)
=
Hond is blij
(interpretatie)

Slide 32 - Diapositive

een bericht sturen met je telefoon
een kuiken kruipt uit een ei
fietsen
gelijkwaardigheid
iedereen moet zich aan de verkeersregels houden
Signaal
Aangeboren gedrag
Aangeleerd gedrag
Waarde
Norm

Slide 33 - Question de remorquage

Zet bij het juiste vak (normen of waarden)
norm
waarde
Eerlijkheid
Je laat je vrienden nooit in de steek
Je mag je mening uiten
Vriendschap
Respect
Niet liegen tegen anderen
Elkaar laten uitpraten
Behulpzaamheid

Slide 34 - Question de remorquage

Is het een interpretatie of een observatie?
De kat is moe.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 35 - Quiz

Is het een interpretatie of een observatie?
De hond loopt mank.
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 36 - Quiz

Verwerking van de stof
Maken: opdr. 1 t/m 7 van 5.5 online (opdr. 4 in je schrift)
Gebruik de theorie uit je boek 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 120 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Maak de test jezelf van 5.5


Slide 37 - Diapositive

Snap je er nog niks van?
Kun je geen antwoord geven op de leerdoelen van bs 5 gedrag?

Dan kun je het volgende doen:
- Bestudeer de slides van deze les + de dikgedrukte woorden/ begrippen
- Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent (zie volgende filmpje)
- Lees blz. 120 t/m 123 in je boek en bekijk goed de afbeeldingen

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Vidéo

Wil je nog beter worden?
Je kunt antwoord geven op de leerdoelen, maar je maakt nog wel eens een fout?

Dan kun je het volgende doen:
- Leer de begrippen uit deze les
- Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent

Om te checken of je het dan goed hebt begrepen, maak je:
- Test jezelf van bs 5 (5.5 Gedrag)

Slide 40 - Diapositive

Ik snap het, maar ik wil meer weten!
Kun je makkelijk de leerdoelen uitleggen en heb je een goede score voor de test jezelf 5.5 Gedrag?

Hier een interessant filmpje met het idee om juist gedrag te belonen in China. Welke begrippen komen in dit filmpje terug?


Slide 41 - Diapositive