zwangerschap en geboorte

Zwangerschap en geboorte
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Zwangerschap en geboorte

Slide 1 - Diapositive

Quiz
Hoeveel weet je nog van de afgelopen lessen?

Slide 2 - Diapositive

Haargroei rond de geslachtsorganen is een secundair geslachtskenmerk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Dit deel van het mannelijk geslachtsorgaan slaat de spermacellen tijdelijk op
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Zwellichamen

Slide 4 - Quiz

Dit deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan is vergelijkbaar met de eikel van de man
A
Vagina
B
Grote schaamlippen
C
Kleine schaamlippen
D
Clitoris

Slide 5 - Quiz

Deze geslachtscellen bevatten reservevoedsel
A
Eicellen
B
Zaadcellen

Slide 6 - Quiz

Tijdens deze fase van de menstruatiecyclus wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
A
Ovulatie
B
Menstruatie

Slide 7 - Quiz

Hier vindt bevruchting van de eicel plaats
A
Vagina
B
Baarmoeder
C
Eileider
D
Eierstok

Slide 8 - Quiz

Zwangerschap en geboorte

Slide 9 - Diapositive

Welkom

Slide 10 - Diapositive

Zwangerschap en geboorte

Slide 11 - Carte mentale

Hoe lang duurt een zwangerschap?

Slide 12 - Carte mentale

Wat denk je dat een placenta is?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Beginnende baby

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Vruchtwater
Het embryo drijft in het vruchtwater. Het vruchtwater beschermt het emrbyo tegen stoten, uitdroging en temperatuurverandering.
Embryo
Het kind heet in de baarmoeder: embryo.
Navelstreng
Verbinding tussen de placenta en het embryo. In de navelstreng zitten bloedvaten.
Placenta
Deel van de baarmoederwand waar bloed van de moeder vlak langs bloed van het embryo stroomt. Daarom kunnen ze stoffen en zuurstof uitwisselen.
Bloedvaten embryo
Deze bloedvaten raken de bloedvaten van de moeder niet.
Bloedvaten moeder
Door de placenta kunnen er zuurstof en voedingsstoffen aan de baby gegeven worden. 

Slide 17 - Diapositive

Wat is de volgordevan een zwangerschap en bevalling?
Innesteling
Embryo
Ontsluiting
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 18 - Question de remorquage

zwangerschap en ivf
  • na bevruchting delingen tot bolletje met holte en kiemschijf
  • kiemschijf wordt embryo 
  • buitenkant bolletje worden vlokken en later placenta 
  • ontstaan navelstreng 
  • vlokken maken HCG 
  • IVF = In Vitro Fertilisatie: bevruchting in een petrischaal 

Slide 19 - Diapositive

veranderingen kind: fasen in de baarmoeder


  1. Zygote (- morula - blastula : tot innesteling) 
  2. Embryo : innesteling - 12 wk (tot alle organen zijn aangelegd)
  3. Foetus : 12 wk - geboorte
  4. baby 


Slide 20 - Diapositive

veranderingen moeder 
  • organen in de buikholte komen in de verdrukking  -->                       oprispend maagzuur, vaak urineren
  • o.i.v. progesteron: grotere borsten door groei melkklieren en vet 

Slide 21 - Diapositive

placenta 
placenta 2

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Noodmaatregelen tegen zwangerschap
t/m 7 weken: abortuspil
t/m 13 weken: zuigcuretage
t/m 23 weken: late abortus

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- de ontsluiting
- de uitdrijving
- de nageboorte

Slide 26 - Diapositive

de ontsluiting

Slide 27 - Diapositive

de ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 28 - Diapositive

De uitdrijving

Slide 29 - Diapositive

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 30 - Diapositive

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 31 - Diapositive

HOERA! 
De baby is geboren!



Slide 32 - Diapositive

Na de geboorte moet er nog een en ander gebeuren...

Slide 33 - Diapositive

na de geboorte
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 34 - Diapositive

Maar de bevalling is nog niet afgelopen!
Er komt nog een 3e fase: 
De nageboorte

Slide 35 - Diapositive

de navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 36 - Diapositive

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 37 - Diapositive

Nog vragen?
Succes met het maken van opdr 11.3 

Slide 38 - Diapositive