Les Lire + apprendre 1 2

Préparez-vous!!
Deze les wordt gedeeld in de map.
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Préparez-vous!!
Deze les wordt gedeeld in de map.

Slide 1 - Diapositive

Quoi de neuf en France?

Slide 2 - Diapositive

Toetsbespreking

Slide 3 - Diapositive

Attention
Préparez-vous:
Le livre
le cahier
l'ordinateur (chargé !!)
des stylos
timer
1:00

Slide 4 - Diapositive

Ton but d'aujourd'hui.
Je kunt een beetje opscheppen over jezelf in het Frans.
Apprendre 1 en 2 is doorgenomen

Slide 5 - Diapositive

Lire
faire exercices 5 et 6  en ligne (online)

Slide 6 - Diapositive

Lire
faire exercices 5 et 6  en ligne (online)

De opdrachten worden als "gemaakt"
beschouwd als deze groen zijn....
Tekst

Slide 7 - Diapositive

Je gaat zelfstandig lezen en luisteren naar de tekst van 2.2 Lire (Elody Lebrun) 
Doe dit eventueel een aantal keer achter elkaar.
Pak de Apprendre lijsten 1 en 2 erbij, page 75.

Tip : onderstreep de woorden in de tekst (page 54) die in de Apprendrelijsten staan.



Slide 8 - Diapositive

Je gaat zelfstandig de tekst van 2.2 Lire  lezen 
Doe dit eventueel een aantal keer achter elkaar.
Onderstreep moeilijke woorden en noteer de betekenis
Pak de Apprendre lijsten 1 en 2 erbij, page 75.
Gebruik de woordenlijsten F-N vanaf page 142





Slide 9 - Diapositive

Au travail!

Als je 5 en 6 hebt afgerond, ga je verder
met 3 en 4.  Deze staan ook in 2.2.
De opdrachten worden als "gemaakt"
beschouwd als deze groen zijn.



Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Vocabulaire
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Vocabulaire VWO

Oefenen met 
Apprendre 1 en 2


Slide 13 - Diapositive

Vocabulaire VWO

Slide 14 - Diapositive

Vocabulaire VWO

Slide 15 - Diapositive

2.2 Lire exerices 3-6 afgerond in groen/blauw.
Leren apprendre 1 en 2.

Slide 16 - Diapositive

pouvoir = kunnen / mogen

Slide 17 - Diapositive

pouvoir = kunnen / mogen
kenmerken:
  • Onregelmatig! (dus stampen)
  • wordt gevolgd door infinitief in        de   présent.
  • gekund / gemogen = pu
  • hulpwerkwoord in passé composé =  avoir

Slide 18 - Diapositive

se balader    wandelen
battre    verslaan
bricoler    knutselen
jouer de la musique    muziek spelen
courir    rennen
sauter    springen
lancer    gooien
progresser    vooruitgaan
devenir    worden
apprendre    leren
vérifier    controleren
savoir     kunnen, weten
faire - doen / maken
être - zijn
aller- gaan

Of zoek zelf werkwoorden uit het boek.


l’équipe (f)    het team
le match    de wedstrijd
la victoire    de overwinning
le maillot de bain    het badpak
le stade    het stadion
la balle (de tennis)    de (tennis)bal
le ballon (de foot)    de (voet)bal
l’arbitre (m)    de scheidsrecher
la finale    de finale
l’entraineur    de trainer
le jeu de société    het gezelschapsspel
les loisirs (m pl)    de vrijetijdsbesteding
la passion    de passie
EPS (l’éducation physique et sportive)     gymnastiek
la jambe    het been
le bras    de arm
le pied    de voet
l’heure (f)    het uur
l’exposé (m)    de spreekbeurt
le matériel    het materiaal


opdracht
Maak volledige zinnen of vragen  met "Pouvoir" in de  présent.  (tegenwoordige tijd)
Denk aan woordvolgorde: onderwerp+PV+infinitief+zelfst.nw_+ tijd+ plaats.
Noteer deze zinnen in jouw cahier!!

Slide 19 - Diapositive

Quel est ton talent?
(wat kan jij heel goed?)

Onderwerp+PV+Inf + evt tijd /plaats/met wie...)

Slide 20 - Question ouverte

2.3 Grammaire I Pouvoir, maken ex 8a-d enligne.
Leren apprendre 1 en 2 + pouvoir

Slide 21 - Diapositive

C'est la fin
Au revoir!
Salut!   A plus!  A+  Ciao!
Bonne journée!! 

Slide 22 - Diapositive