Oefenopdrachten snelheid

Welkom
Ga zitten volgens plattegrond.
Pak je etui (pen/ potlood)
2D
2C
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga zitten volgens plattegrond.
Pak je etui (pen/ potlood)
2D
2C

Slide 1 - Diapositive

Opdracht 1
Rick is 12 minuten geleden met de fiets van huis gegaan.
Op zijn kilometertellertje ziet hij dat hij inmiddels 4 km heeft afgelegd.
Bereken de gemiddelde snelheid waarmee Rick fietst.

Gegeven?
Gegeven: tijd = 12 min
afstand = 4 km

Gevraagd?
Snelheid
Formule?
Snelheid = afstand : tijd
Berekening?
Snelheid = afstand : tijd
tijd = 12 minuten
12 / 60 = 0,2 uur
Snelheid = 4  / 0,2 = 20 km/h
Antwoord?
De gemiddelde snelheid van Rick was 20 km/h

Slide 2 - Diapositive

Opdracht 2
Op 16 augustus 2009 liep Usain Bolt het wereldrecord op de 100m sprint. Hij liep deze 100 meter in 9,58 seconden. bereken zijn snelheid in m/s. (meter per seconde) rond je antwoord af op 1 decimaal.
Bereken daarna zijn snelheid in km/u (kilometer per uur) rond je antwoord af op 1 decimaal.



Gegeven?
Gegeven: tijd = 9,58 s
afstand = 100 m

Gevraagd?
Snelheid
Formule?
Snelheid = afstand : tijd
Berekening?
Snelheid = afstand : tijd
Snelheid = 100/9,58 = 10,43 m/s
 10,43 x 3,6 = 37,5 km/h
Antwoord?
Usaín liep met een snelheid van  10,43 m/s
of 37,5 km/h.

Slide 3 - Diapositive

Opdracht 3
Jasmijn fietst elke dag van huis naar school en terug. De afstand van huis naar school is 4,6km. Ze doet hier precies 22 minuten over. Bereken de gemiddelde snelheid van Jasmijn in km/u, rond je antwoord af op 1 decimaal.





Gegeven?
Gegeven: tijd = 22 min
afstand =4,6 km

Gevraagd?
Snelheid in km/h
Formule?
Snelheid = afstand : tijd
Berekening?
Snelheid = afstand : tijd
22 min omzetten naar uren
22/60 = 0,37 uur
Snelheid = 4,6 km / 0,37 uur = 12,4 km/h
Antwoord?
Jasmijn fietst met een snelheid van 12,4 km/h

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 4




Lina trekt haar wandelschoenen uit. Ze heeft net een tocht van 11,4 km gewandeld. Lina heeft in totaal met pauze 3 uur en 21 minuten over deze wandeltocht gegaan. Bereken de gemiddelde snelheid van Lina in km/u, rond je antwoord af op 1 decimaal.
Gegeven?
Gegeven: tijd = 3 uur 21  min
afstand =11,4 km

Gevraagd?
Gemiddelde snelheid in km/h
Formule?
Snelheid = afstand : tijd
Berekening?
Snelheid = afstand : tijd
3 uur en 21 min omzetten naar uren
21 min / 60 = 0,35 uur 
0,35 +3 = 3,35 uur
Snelheid = 11,4 km / 3,35 uur = 3,4 km/h
Antwoord?
De gemiddelde snelheid van Lina was 3,4 km/h

Slide 5 - Diapositive

Opdracht 5




Shane kwam gister bijna te laat op school. Hij fietste de longen uit het lijf om op tijd te komen. Hij vertrok om 07:48 uur naar school. Precies om 08:00 kwam hij aan op school. Hij moest 4,7 km fietsen. Wat is zijn gemiddelde snelheid in kilometer per uur, rond je antwoord af op 1 decimaal.
Gegeven?
Gegeven: tijd = 8:00 uur - 7:48 = 12 minuten
afstand =4,7 km

Gevraagd?
Gemiddelde snelheid in km/h
Formule?
Snelheid = afstand : tijd
Berekening?
Snelheid = afstand : tijd
12 min omzetten naar uren
12 min / 60 = 0,2 uur 
Snelheid = 4,7 km / 0,2 uur = 23,5 km/h
Antwoord?
Shane fietste met een gemiddelde snelheid van 23,5 km/h.

Slide 6 - Diapositive

Opdracht 6




Als je met het vliegtuig naar Ankara vliegt doe je er 3 uur en 12 minuten over. De afstand die je dan aflegt is 3615,9km. Een auto rijdt gemiddeld 100 km/u. Hoeveel uur sneller ben je als je met het vliegtuig gaat in plaats van met de auto, rond je antwoord af op 1 decimaal.
Gegeven?
Gegeven: tijd vliegtuig = 3 uur en 12 minuten
afstand = 3615,9 km
Snelheid auto= 100 km/h
Gevraagd?
Verschil tussen de vliegtijd en de tijd in de auto. 
Formule?
Tijd = afstand/snelheid
Berekening?
Tijd (auto) = 3615,9/100 = 36,2 uur
Tijd (vliegtuig) = 3 uur en 12 minuten. 
Tijd vliegtuig in uren = 12/60 = 0,2 + 3 = 3,2 uur
Verschil tussen tijd in auto en in vliegtuig = 36,2 - 3,2 = 33,0 uur
Antwoord?
Je bent 33 uur sneller met het vliegtuig. 

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 7





Woensdag heb je afgesproken met een vriend. Je moet 15 km rijden tot de plaats van de afspraak. Je rijdt gemiddeld 40 km/h. Wanneer kom je aan als je om 13:00 vertrekt? 
Gegeven?
Gegeven: snelheid = 40 km/h
afstand = 15  km
Vertrektijd = 13:00 uur
Gevraagd?
Tijdstip van aankomst
Formule?
Tijd = afstand/snelheid
Berekening?
Tijd = 15 / 40 = 0,38 uur
0,38*60 = 22,8 min = 23 min
13:00 + 23 = 13:23 uur
Antwoord?
Ik kom om 13:23 uur aan

Slide 8 - Diapositive

Opdrachten: zelf proberen!
Reken de volgende snelheiden om: rond je antwoord af op 1 decimaal.

   15 km/u = .... m/s
    3,5 m/s = ... km/u
   15 km/u = .... m/s
   Een slak legt in 1 seconde 30 cm af, hoeveel kilometer per uur is dat?
   Een vliegtuig vliegt 780 kilometer per uur, hoeveel meter per seconde is dat?

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 
Orlando wil graag fit blijven, daarom gaat Orlando vaak een stukje hardlopen in het park.
Orlando loopt met een gemiddelde snelheid van 11 km/u.
a) 11 km/u, hoeveel meter per seconde (m/s) is dat?
b) Het eerste stuk van zijn hardlooptocht is een recht stuk van 200 meter. Hoeveel seconde doet Orlando over dit stuk?
c) Het totale hardlooprondje van Orlando is 4,8 km. Hoeveel minuten en seconden doet Orlando over zijn hardlooprondje? Rond je antwoord af op hele seconden. 

Delen door 3,6. Dus: 3,0 m/s
a
Tijd = afstand : snelheid
Tijd = 200 meter : 3 s
Tijd = 66,7 s
b
Gegeven: afstand 4,8 km
snelheid: 3 m/s
Gevraagd: Tijd
Formule: Tijd = afstand/snelheid
Berekening: 
4,8 km is 4800 meter
Tijd = 4800 /3 = 1600 sec
1600 /60 = 26 minuten en 40 seconden
c

Slide 10 - Diapositive