werkwoord Werden deel 1

Het werkwoord werden
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Het werkwoord werden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Het Duitse werkwoord werden
werden = worden, zullen
Ich werde 15 - Ik word 15
Ich werde die Katze füttern - Ik zal de kat eten geven.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive


Peter und Paul, ihr ........ noch von mir hören!
A
werdt
B
wirdet
C
werdet
D
werden

Slide 7 - Quiz

Paul, wann ...... du nach Hause fahren?
A
werdst
B
werdest
C
wirst
D
wirdst

Slide 8 - Quiz

Heinz und Hermann ...... morgen kommen.
A
werden
B
wirden
C
wurden
D
werdet

Slide 9 - Quiz

Ich ....... das schaffen.
A
werd
B
werde
C
wird
D
wirde

Slide 10 - Quiz

Vertaal het werkwoord dat tussen "aanhalingstekens" staat:

Du ''wirst'' bestimmt viel Spaß haben!
A
wordt
B
zult

Slide 11 - Quiz

Vertaal het werkwoord dat tussen "aanhalingstekens" staat:

Wir ''werden'' morgen nach Deutschland fahren.
A
worden
B
zullen

Slide 12 - Quiz

Vertaal het werkwoord dat tussen "aanhalingstekens" staat:

Meine Schwester "wird" morgen fünfzehn Jahre alt.
A
wordt
B
zal

Slide 13 - Quiz

Vul de goede vorm van 'werden' in:
___ ihr morgen online Unterricht haben?
(Denk om de hoofdletter! Begin vd zin)

Slide 14 - Question ouverte

Vul de goede vorm van 'werden' in:
Du ___ sicher ein guter Arzt später.
(antwoord met een kleine letter)

Slide 15 - Question ouverte

Vul de goede vorm van 'werden' in:
Klaus ___ größer als seine Schwester.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive