Making questions and negatives present simple

Past Simple
Goodmorning!

Please place your book  + Chromebook on your table
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Past Simple
Goodmorning!

Please place your book  + Chromebook on your table

Slide 1 - Diapositive

Today's goal:
Ik kan in de tegenwoordige tijd  vragende en 
ontkennende zinnen maken. 

Slide 2 - Diapositive

Making questions and negatives
We gaan oefenen met het maken van vragen en ontkenningen in de tegenwoordige tijd.

Hoe zat het ook alweer?

Slide 3 - Diapositive

vormen van to be
I AM
you ARE
he / she / it IS
we ARE
you ARE
they ARE

Slide 4 - Diapositive

BEVESTIGENDE ZINNEN:
 
I WALK
YOU WALK
HE WALKS
SHE WALKS
IT WALKS
WE WALK
THEY WALK
MET HET WERKWOORD BE:

I AM
YOU ARE
HE IS
SHE IS
IT IS
WE ARE
THEY ARE

Slide 5 - Diapositive

Making questions
He is a nice guy - Is he a nice guy? 
(am / is / are kun je omwisselen)

like Netflix - Do like netflix?
(do+ hele werkwoord)

Slide 6 - Diapositive

Making negatives
He is a nice guy - he isn't a nice guy.
(met am / is / are alleen n't toevoegen)

He likes Netflix - he doesn't like Netflix.
(does / doesn't + hele werkwoord (zonder s))

Slide 7 - Diapositive

Bij vragende en ontkennende zinnen MET het werkwoord BE (dus AM / IS / AREkun je het werkwoord uit de zin gebruiken.

Dus omwisselen of not toevoegen:
WE ARE AT SCHOOL .
ARE we at school?
We AREN'T / ARE NOT at school.

Slide 8 - Diapositive

MAAAAAR, LET OP!!!
Bij vragende en ontkennende zinnen ZONDER  het werkwoord BE kun je NIET 
het werkwoord uit de zin gebruiken.

Dus niet:
Walk you to school?
I walkn't to school.

Slide 9 - Diapositive

VRAGENDE ZINNEN:

DO I WALK?
DO YOU WALK?
DOES HE WALK?
DOES SHE WALK?
DOES IT WALK?
DO WE WALK?
DOTHEY WALK?
ONTKENNENDE ZINNEN:

I DON'T WALK
YOU DON'T WALK
HE DOESN'T WALK
SHE DOESN'T WALK
IT DOESN'T WALK
WE DON'T WALK
THEY DON'T  WALK

Slide 10 - Diapositive

NA DOES/DOESN'T KOMT DUS ALTIJD HET HELE WERKWOORD!!

NIET: HE DOESN'T LIKES THE GIRL
WEL: HE DOESN'T LIKE THE GIRL

NIET: DOES THE BOY WATCHES NETFLIX?
WEL: DOES THE BOY WATCHNETFLIX? 

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Vul de juiste vorm in.
Sandy _____ (buy - not) a lot of clothes.
A
buys
B
doesn't buys
C
doesn't buy
D
buys not

Slide 13 - Quiz

Vul de juiste vorm in:
___ Jake ___ (sell) his car this week?
A
Does... sells
B
Does... sell
C
sells
D
sell

Slide 14 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
Their friends _____ (go - not) to the park.
A
go not
B
don't go
C
goen't
D
doesn't go

Slide 15 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
She _______ (is - not) on holiday on a tropical island.
A
isn't
B
is not
C
doesn't is
D
don't is

Slide 16 - Quiz

Vul de juiste vorm in.
____ on time this morning?
A
Does I am
B
I am
C
Do I am
D
Am I

Slide 17 - Quiz


Vulde juiste vorm in.
_____ (play) with its bone?
A
Plays the dog
B
Does the dog play
C
Play the dog
D
Do the dog play

Slide 18 - Quiz

Maak VRAGEND:
He is at school now.
(met een hoofdletter en een vraagteken!)

Slide 19 - Question ouverte

Maak VRAGEND:
I am on holiday in England.
(met hoofdletters (ook I) en vraagteken)

Slide 20 - Question ouverte

Maak ONTKENNEND:
Eric visits his grandpa.
(Met hoofdletter en punt)

Slide 21 - Question ouverte

Maak ONTKENNEND:
They are on the beach.
(Met hoofdletter en punt)

Slide 22 - Question ouverte

Maak VRAGEND:
I learn enough for my English test.
(met hoofdletter en vraagteken)

Slide 23 - Question ouverte

Last one. Maak VRAGEND:
My mom and dad go to a restaurant.
(met hoofdletter en vraagteken)

Slide 24 - Question ouverte

Ik snap hoe ik vragen maak in het Engels.

Slide 25 - Question ouverte

Ik snap hoe ik ontkenningen maak in het Engels.

Slide 26 - Question ouverte

Let's get to work
Vragen maken:
p. 109 
Exercise: 31, 32

Ontkenningen:
p. 110-111
Exercise: 33c, 34, 


Maak de opdrachten-> klaar? Woordjes p. 130-131 leren of via slimstampen

Slide 27 - Diapositive