Havo 4 periode 1 Frans herhaling

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Wat is je stemming deze les?

😒🙁😐🙂😃

Tu peux te présenter en français?

1. oui, tout à fait
2. je peux parler de ma famille, âge, animal, domicile
3. je peux parler de mes passe-temps, mon sport
4. je peux parler de mes vacances

Wat betekent:
Lire, écouter, parler, écrire?

Wat betekent:
une phrase, un mot, une question, une réponse?

tu as

nous sommes

ils font

je vais

ik ga

jij hebt

 wij zijn

zij doen/maken

j' ai eu

il a été

nous avons fait

ils sont allés

zij zijn gegaan

ik heb gehad

hij is geweest

wij hebben gemaakt/gedaan

Wat betekent : la rentrée s' est bien passée?

Wat betekent: Mijn resultaten zijn goed

Wat betekent: wij zijn op school?

Wat betekent: jullie gaan naar school?

Répondez: Où as- tu été en vacances?

opdracht 7: Ecrire

Et toi, tu habites où? Et tu vas à quel lycée ? Ta rentrée s’est bien passée ? Et pourquoi? Comment est ton emploi du temps? Tu finis aussi à quelle heure? 

Ken je de woorden nog die je genoteerd hebt vorige week? Waarbij heb je ze gebruikt?