M3 Conjunctions

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Conjunctions (voegwoorden)

so - or - and - because - because of - since - as - so that - but - yet - however - although - though - despite - until - before - after - when - while - if

Voegwoorden?

• Koppelen twee zinnen aan elkaar.
• Geven ons meer informatie over de relatie tussen de twee zinnen. 

You can take an appel or a banana.

You can take an apple and a banana.

Voegwoorden?

• Koppelen twee zinnen aan elkaar.
• Geven ons meer informatie over de relatie tussen de twee zinnen. 

                                                of

You can take an appel or a banana. --> keuze

You can take an apple and a banana. --> opsomming

                                                en

Voegwoorden?

• Koppelen twee zinnen aan elkaar.
• Geven ons meer informatie over de relatie tussen de twee zinnen. 

                                            omdat

I ate your sandwich because I was hungry.  --> reden / oorzaak

I ate your sandwich although I was not hungry. --> tegenstelling

                                    ookal/desondanks

Conjunctions - voegwoorden

Leer deze uit je hoofd!

Theorybook p.46

• Leer eerst de vertalingen.
• Daarna de functie.

We left early, so we were home on time.
Wat is de functie van 'so'?

1. geeft een gevolg aan
2. legt een keuze uit
3. geeft een opsomming
4. geeft een oorzaak aan

We left early = aanleiding

we were home on time = gevolg

so -> geeft gevolg aan

write a sentence where you use "so"

You have to learn the words if you want a good mark for the test.
Wat is de functie van 'if'?

1. geeft een gevolg aan
2. legt een keuze uit
3. geeft een voorwaarde
4. geeft een oorzaak aan

if you like gadgets = voorwaarde

this is the best store = resultaat

if geeft voorwaarde aan

Write a sentence with "if"

He failed the test despite his hard work.
Wat is de functie van 'despite'?

1. geeft een tijd aan
2. legt een keuze uit
3. geeft een voorwaarde
4. geeft een tegenstelling aan

He worked hard = positief

he failed the test = negatief

despite geeft tegenstelling aan

Write a sentence with "despite"

My train got delayed

She is very rich. 

You can have chocolate

I didn't buy the dress

I'm late for work.

, she's not very happy.

vanilla ice cream.

I really loved it.

although

or

so

however

Maak af:
She was mad ... I stole her make-up.

My sister didn't eat the cake I baked, ...... my brother loved it

1. eventhough
2. though
3. although
4. despite

We don't score tens on our tests, ..... we still make Miss Sharaak proud.

1. despite
2. although
3. so
4. however

I want to study history ..... I graduate from highschool.

1. because
2. since
3. after
4. although

I know what conjunctions are and I know how to use them in sentences.

😒🙁😐🙂😃