Hoe ontstond het Rijk van de Franken en hoe werd het bestuurd?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Les 21 vwo 1
4.1: Het rijk van de Franken
Hoe ontstond het Rijk van de Franken en hoe werd het bestuurd?
Slide 1 - Diapositive
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Diapositive
Eerst de naam:
De Middeleeuwen
De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.
Het ligt in het midden van die twee perioden: tussenperiode
Ongeveer tussen 500 en 1500
Vroege Middeleeuwen: 500-1000
Late Middeleeuwen: 1000-1500
Slide 3 - Diapositive
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk
Slide 4 - Diapositive
Karel de grote gaat ten strijde tegen de Saksen, en laat hun heilige bomen omkappen.
Slide 5 - Diapositive
kun je een voorbeeld geven van een situatie nu waarin één groep de andere groep haar waarheid oplegt?
Slide 6 - Carte mentale
met wie voerde karel de Grote geen oorlog?
A
de Moren (arabieren)
B
de Franken
C
de Longobarden
D
de Saksen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
bestuur van het Rijk
ridders zijn vazallen
krijgsman die een eed van trouw heeft afgelegd aan een vorst of heer en door hem wordt onderhouden.
Slide 10 - Diapositive
wat zou een vorst aan de vazal moeten geven?
Slide 11 - Carte mentale
Slide 12 - Diapositive
de maliënkolder is een beschermend vest (kolder) dat door soldaten werd gedragen als pantser, vooral als bescherming tegen snijwonden van messen en zwaarden.
deze gevechtskleding is in het eerste millennium voor christus uitgevonden, maar waar en wanneer precies is niet bekend. mogelijk werd de uitvinding gedaan in Europa en ook in oost-Azië, zonder dat de mensen dat van elkaar wisten.
het oudst gevonden voorbeeld komt uit een Keltisch vorstengraf uit de vierde eeuw voor christus en werd ontdekt in Romenië.
Slide 13 - Diapositive
wat moet de vazal dan aan de heer geven denk je?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Hoe?
na de val van het Romeinse rijk was er bijna geen GELD meer in omloop, vandaar dat de ridders grond kregen in LEEN.
karel is dan de Leenheer/ de ontvanger de Leenman.
Dit is het LEENSTELSEL/ Feodalisme.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Slide 19 - Diapositive
Wat is een goed voorbeeld van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vazal van hem.
Slide 20 - Quiz
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
Hij moest trouw zweren aan de koning;
Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen;
Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 21 - Diapositive
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout
Slide 22 - Quiz
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout
Slide 23 - Quiz
Welke plicht heeft een leenman?
A
Hij moet in zijn gebied doen waar hij zin in heeft.
B
Hij moet elke ochtend bijtijds opstaan.
C
Hij moet trouw beloven aan zijn leenheer.
D
Hij moet delen van zijn gebied doorlenen aan onderleenmannen.
Slide 24 - Quiz
leenheer
leenman
moet vechten/ troepen verzamelen
--> vazallen.
moet trouw zweren
geeft zijn land in leen
Slide 25 - Question de remorquage
Wat was het leenstelsel?
A
Een stelsel waarbij een leenheer land uitleende aan horigen
B
Een stelsel waarbij de koning zijn land onder de geestelijkheid verdeelde
C
Een stelsel waarbij een leenman zijn land aan een leenheer uitleende
D
Een stelsel waarbij een koning zijn land uitleende aan zijn ridders
Slide 26 - Quiz
De koning was in het leenstelsel de ...
A
Leenheer
B
Leenman
C
Achterleenman
Slide 27 - Quiz
Hoe werkt het leenstelsel?
Slide 28 - Question ouverte
Leenstelsel
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Waar gaat het verhaal Karel ende Elegast over?
Slide 31 - Question ouverte
Is het verhaal van Karel ende Elegast een betrouwbare bron?