4.1 Waarnemen

timer
5:00
Waar denk je aan bij: waarnemen en reageren?
1 / 23
suivant
Slide 1: Carte mentale
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

timer
5:00
Waar denk je aan bij: waarnemen en reageren?

Slide 1 - Carte mentale

Thema 4 waarnemen en reageren
4.1  Waarnemen
4.2 Zien en horen
4.3 Proeven, ruiken en voelen
4.4 Zenuwstelsel
4.5 Reageren
4.6 Reageren met hormonen

Slide 2 - Diapositive

4.1 waarnemen
Pak voor je TB pagina 102.

Leerdoelen:
Je kunt benoemen wat voor soorten prikkels er zijn
Je kunt uitleggen wat zintuigen zijn
Je kunt uitleggen wat impulsen en zenuwen zijn

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Prikkels
De hele dag door ontvang je informatie vanuit je omgeving. We noemen dit prikkels. 
Er zijn verschillende soorten prikkels:
 1. Uitwendige prikkels; geur, stof, licht, geluid
2. Inwendige prikkels; honger, moe, dorst

Slide 5 - Diapositive

Zintuigen
Vangen prikkels op.
Zijn gespecialiseerd om één soort prikkel op te vangen, zoals geluid met je oren. Dit noemen we een adequate prikkel voor de gehoorzintuigen in je oor. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Impulsen
Zintuigen ontvangen prikkels en zetten dit om in kleine elektrische signalen. Dit noemen we impulsen. 
Zintuigen zijn verbonden met je hersenen door middel van zenuwen. 
 

Slide 8 - Diapositive

Centraal zenuwstelsel
Bestaat uit hersenen, ruggenmerg en zenuwen. Het ontvangt prikkels vanuit de zintuigen. Zenuwen vervoeren impulsen via het ruggenmerg naar de hersenen

Slide 9 - Diapositive

Bewustwording
Je ontvangt prikkels met je ogen en neus. Je zintuigen zetten de prikkels om in impulsen.  Je zenuwen sturen de impulsen naar je hersenen. Je hersenen ontvangen de impulsen.  Je hersenen verwerken de impulsen. Je bent je nu bewust van wat je ziet en ruikt. 

De hersenen geven een signaal (impuls), via het 
ruggenmerg en de zenuwen naar de armspieren. Er gaat 
ook een impuls naar de speekselklieren in je mond.
-> Reactie (respons): de arm beweegt : het meisje pakt patat
-> Reactie (respons): het meisje krijgt speeksel in je mond.

Slide 10 - Diapositive

Gedrag: alle reacties op prikkels samen

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk
  1. Lezen TB pagina 102+103+104
  2. Maken opdracht 1 t/m 9 4.1 in je werkboek
  3. Leren begrippen uit 4.1

Slide 12 - Diapositive

Geluid is een prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is de adequate prikkel voor elk zintuig?
Geluid
Smaak
Licht
Geur

Slide 14 - Question de remorquage

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 15 - Question de remorquage

Geluid is een inwendige prikkel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Welke prikkel hoort bij welk zintuig? Sleep het plaatje naar de juiste prikkel.  
Geur
Licht
Smaak
Geluid
Aanraking

Slide 17 - Question de remorquage

Je ruggenmerg maakt prikkels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Het centrale zenuwstelsel bestaat uit:
A
Hersenen, ruggenmerg
B
Ruggenmerg
C
Hersenen
D
Hersenen, ruggenmerg en zenuwen

Slide 19 - Quiz

Impulsen zijn elektrische signalen die gemaakt worden door zenuwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

prikkel
zintuig
bewustwording
impuls

Slide 21 - Question de remorquage

Sleep naar: Waarnemen of Reageren?
Waarnemen
Reageren
Je ziet een auto op je afkomen.

Je voelt dat  het buiten warm is.
Je springt opzij.
Je doet je jas uit.

Slide 22 - Question de remorquage

1
2
3
4
5
6
Fatih merkt dat hij pijn heeft.
Fatih raakt een hete pan aan.
In zijn huid wordt de prikkel omgezet naar een bericht..
Fatih trekt zijn hand weg.
Zijn hersenen sturen een bericht naar zijn spieren..
Het bericht gaat naar zijn hersenen.

Slide 23 - Question de remorquage