Tien kleine rubbereendjes - beginner/advanced

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 1,2

Tjukkerdetjuk-tjukkerdetjuk-tjuk

Tjukkerdetjuk-tjukkerdetjuk-tjuk doet de rubbereendjesmachine

Eén voor één ploppen de rubbereendjes eruit. Eén voor één, één voor één.

De kleine rubbereendjes worden beschilderd in rood en blauw.

De snavels worden rood.

De ogen worden blauw.

Met z'n tienen worden ze in een doos verpakt.

Daarna worden de dozen op een truck geladen.

En daar gaan ze.

Ze worden aan boord van een vrachtschip gebracht.

"Welkom aan boord", zegt de kapitein.

De kapitein en zijn vrachtschip nemen de kleine rubbereendjes mee over de grote zeeën naar verre landen.

Plotseling steekt er een storm op. 

De krachtige wind jaagt over het water.

Een grote golf tilt één van de dozen op en gooit 'm in het water.

De doos gaat open en 10 kleine rubbereendjes vallen eruit.

"10 rubbereendjes overboord!" schreeuwt de kapitein.

Na een poos gaat de storm liggen.

10 kleine rubbereendjes dobberen op de grote, open zee. 

Om hen heen alleen maar water en lucht.

10 kleine rubbereendjes drijven langzaam uit elkaar.

Het eerste rubbereendje drijft naar het westen. Een dolfijn springt over hem heen.

Het tweede rubbereendje drijft naar het oosten.

Een zeehond blaft naar hem.

Het derde rubbereendje drijft naar het noorden.

Een ijsbeer gromt naar hem.

Het vierde rubbereendje drijft naar het oosten.

Een flamingo kijkt hem na.

Het vijfde rubbereendje drijft naar links.

Een pelikaan kleppert naar hem.

Het zesde rubbereendje drijft naar rechts.

Een schildpad glijdt voorbij.

Het zevende rubbereendje drijft hoog.

Een inktvis knipoogt naar hem.

Het achtste rubbereendje drijft laag.

Een zeemeeuw vliegt over hem heen.

Het negende rubbereendje drijft heen en weer. Een walvis zingt voor hem.

Het tiende rubbereendje drijft zomaar wat.

Het dobbert op de grote open zee.

De zon gaat onder, het wordt donker.

Om hem heen is alleen maar water en lucht.

De volgende ochtend komt het tiende eendje een moedereend met kleine eendjes tegen.

"Kwak," zegt de moedereend.

"Kwak, kwak, kwak," zeggen de kleine eendjes.

Aan 't eind van de dag gaat de zon weer onder.

Het wordt donker.

De moedereend en de kleine eendjes zwemmen naar hun nest.

Het rubbereendje drijft met ze mee.

"Welterusten," zegt de maan.

"Kwak," zegt de moedereend.

"Kwak, kwak, kwak," zeggen de kleine eendjes.

Einde