oefening thema LICHT

• Beeldende vorming
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Als ergens licht op valt dan krijg je schaduw. Er zijn verschillende soorten schaduw: 

Eigenschaduw: Dit is de schaduw die ontstaat óp het belichte object. Het benadrukt de vorm van dat object en geeft het object plasticiteit. 

 Slagschaduw: De slagschaduw is de schaduw

die een belicht voorwerp werpt op zijn omgeving (dit kan bijvoorbeeld een ander object zijn). Deze schaduw is geen onderdeel van het object maar van zijn omgeving, en benadrukt de ruimte. 

Is er in deze afbeelding sprake van een natuurlijke of een kunstmatige lichtbron?

1. kunstmatig
2. natuurlijk
3. beide
4. geen van beide

Clair-obscur: techniek waarbij er een groot contrast ontstaat tussen licht en donker

Waarom zou een schilder clair-obscur toe willen passen?

Caravaggio - de gevangenneming van christus

Als er licht valt op een voorwerp ontstaan er op dat voorwerp lichte en donkere plekken. Wanneer is er bij een voorwerp sprake van 'plasticiteit'?

1. Dat er extra veel schaduw op het voorwerp valt
2. Dat je het voorwerp kunt smelten tot een plasje
3. Dat het voorwerp er ruimtelijk uitziet
4. Dat er natuurlijk licht op schijnt

Zijlicht

Eigenschaduw

Slagschaduw

In deze afbeelding zie je:

1. tegenlicht
2. meelicht
3. strijklicht
4. zijlicht

Kijk op thomaskunst.nl voor meer theorie en begrippen bij het thema 'licht' zodat je verschillende dingen kunt benoemen in je kunstanalyse.