Taal Eskimo's

Eskimo's 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Eskimo's 

Slide 1 - Diapositive

Hoe noem je een gat in het ijs?
A
gat
B
iglo
C
wak
D
inuit

Slide 2 - Quiz

Wat betekent Inuit?
A
Eskimo
B
Echte mens
C
Bewoner van de Noordpool
D
nomade

Slide 3 - Quiz

Wat is een kajak?
A
Een kano voor één persoon
B
Een boom
C
Een rendier
D
Andere naam voor een Eskimo

Slide 4 - Quiz

Hoe noem je het stuk land rond de Noordpool?
A
Inkuktitut
B
Noordpoolgebied
C
Eskimoland
D
Poolnacht

Slide 5 - Quiz

Wat is een iglo?
A
Een tent waarmee je rondtrekt.
B
Het houten huis van de Inuit.
C
Een rond huis van blokken sneeuw.
D
Een schuilhut voor de nomaden.

Slide 6 - Quiz

Wat is middernachtzon?
A
Als de zon 's nachts ook schijnt.
B
Het maanlicht in het Noordpoolgebied.
C
Als de zon pas 's nachts ondergaat.
D
Als het 's nachts heel donker is.

Slide 7 - Quiz

Mensen die als een nomade leven, ......
A
trekken rond als ze vakantie hebben.
B
wonen vast op dezelfde plaats.
C
trekken rond en hebben geen vaste woonplaats.
D
wonen 's winters in een warm land.

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Walvis
B
Harpoen
C
Walrus
D
Zeehond

Slide 9 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Eskimo
B
Inuit
C
Inuktitut
D
bloggen

Slide 10 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
zeilboot
B
kajak
C
vlot
D
wak

Slide 11 - Quiz

harpoen
poolnacht
iglo
sneeuwscooter
kariboe
noordpoolgebied

Slide 12 - Question de remorquage

Wat betekent 'ijzig'
A
Heel glad.
B
Zo koud dat je er bijna van bevriest.
C
Zo warm dat je er bijna van smelt.
D
Een lekker ijsje.

Slide 13 - Quiz

Maak een zin met het woordje 'rauw'

Slide 14 - Question ouverte

Wat is een eskimo?
A
Iemand die het altijd koud heeft.
B
Die bestaan niet meer.
C
Een bewoner van het noordpoolgebied.
D
Een bewoner van het zuidpoolgebied.

Slide 15 - Quiz

Een slee die door honden getrokken wordt, noemen we ook wel een...
A
hondslee
B
sleehond
C
sleeënhond
D
hondenslee

Slide 16 - Quiz

Vastvriezen is...
A
Aan elkaar plakken doordat het heel koud is.
B
Aan elkaar lijmen.
C
Iets vastmaken in Friesland.
D
Een gat in het ijs.

Slide 17 - Quiz