GYM 2 - woensdag 23-10

Pak je Nieuw Nederlands + schrift
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Pak je Nieuw Nederlands + schrift

Slide 1 - Diapositive

Planning
  1. Planning komende periode
  2. Nakijken Woordenschat hf. 2 (opdr. 2, 5 en 7)
  3. Ontleden t/m bijvoeglijke bijzin
  4. Aan de slag!
  5. Huiswerk & taalvout

Slide 2 - Diapositive

Planning
Woensdag 30 oktober:
Oefentoets Begrijpend Lezen

Woensdag 6 november:
SO Grammatica: ontleden t/m bijvoeglijke bijzin

Proefwerkweek (vanaf 11 november):
PW Begrijpend Lezen
Nieuw Nederlands hf. 1, 2 en 3 'Lezen'
(blz. 7 - 12, blz. 49 - 54, blz. 91 - 92)

Slide 3 - Diapositive

Nakijken Woordenschat hf. 2 opdrachten 2, 5 en 7 (blz. 62 - 65)



Klaar? 
Ga dan alvast verder met het huiswerk voor de volgende les. (Zie SOM)

Slide 4 - Diapositive

Korte pauze!
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Oké. Zinsontleding.
1. Ontleed de zin --> alles op de stappenkaart.
2. Vind de bijvoeglijke bepalingen --> alle KZN + verwijzingen.
3. Doe dit in alle lagen totdat je alle KZN'en hebt gehad!
In de bijzin hoef je de kzn'en niet apart te selecteren.

4. Ontleed de bijzin.

Slide 6 - Diapositive

Zwaar bewapend | trokken | de agenten | na de oproep door de plaatselijke 
_________________D  =======  ___________O  _________________________________
                                           

corpsbeheerder | naar het versterkte, gebarricadeerde gebouw.
________________B  _______________________________________________B


Slide 7 - Diapositive

Zwaar bewapend | trokken | de agenten | na de oproep door de plaatselijke 
_________________D  =======  ___________O  _________________________________
                                                              --> kzn           vz -->kzn<-----------------------
                                                                                                                      vz    --> ---------->

corpsbeheerder | naar het versterkte, gebarricadeerde gebouw.
________________B  _______________________________________________B
-----------------       vz    -->  -----------> ------------------>  kzn
kzn

Slide 8 - Diapositive

Stappen Bijvoeglijke bepaling --> en nu verder

  • Zet per woord een pijl richting het kzn
De oude kat van de buren | is | verdwaald | in het grote bos.
__________________________o  pv     nw deel     ________________v
--> ----> kzn<-------------                                    vz--> -----> kzn

  • Als er sprake is van een voorzetsel naar het kzn toe schrijf je vz in plaats van een pijl.
De oude kat van de buren| is | verdwaald | in het grote bos.
_________________________o   pv      nw deel     ________________v
--> ----> kzn <------------                                    vz--> -----> kzn





  • Ga daarna verder met de volgende laag.

Haal het daarna belangrijkste zelfstandig naamwoord eruit en noteer kzn. Zet de pijlen richting het kzn. (Pijl geeft aan wat er wordt gezegd over het kzn).

De oude kat van de buren| is | verdwaald | in het grote bos.
__________________________o pv     nw deel        ________________v
--> ----> kzn <------------                                      vz--> -----> kzn
                              vz --> kzn                                 


  • Ga zo door totdat je alle lagen hebt gehad.     

Slide 9 - Diapositive

Oké. Zinsontleding.
1. Ontleed de zin --> alles op de stappenkaart.
2. Vind de bijvoeglijke bepalingen --> alle KZN + verwijzingen.
3. Doe dit in alle lagen totdat je alle KZN'en hebt gehad!
In de bijzin hoef je de kzn'en niet apart te selecteren.

4. Ontleed de bijzin.

Slide 10 - Diapositive

Hoe weten we dat we hier te maken hebben met bijvoeglijke bijzinnen?

De geleerde, wie ik een uitnodiging had gestuurd, heeft zich gisteren 

afgemeld wegens ‘drukke bezigheden in Engeland, die niet onderbroken 

konden worden.

Slide 11 - Diapositive

Hoe weten we dat we hier te maken hebben met een bijvoeglijke bijzin?

De geleerde, wie ik een uitnodiging had gestuurd, heeft zich gisteren 
afgemeld wegens ‘drukke bezigheden in Engeland, die niet onderbroken 
konden worden.

1. Dat/wat, die/wie, waarmee, waarin, waarvan, waarop, etc.
2. Nog een PV

Slide 12 - Diapositive

Bijvoeglijke bijzin


  • Een bijv. bijzin zegt ook iets over een zn.
  • Het is een zin en heeft dus een pv.
  • De bijzin begint met een beginwoord: die, dat, wie, wat, waarop, waarmee, doordat..... 

De jongen die gisteren een ongeluk kreeg | ligt | in het bekende ziekenhuis.
---------------------------------------------O  ====  ---------------------------B 
--> kzn        <----------------------------bvz                vz --> ------->     kzn
                       



Slide 13 - Diapositive

Bijvoeglijke bijzin: en nu een stapje verder!


  • Stap 1: ontleed de hele zin
  • Stap 2: benoem de bijvoeglijke bepalingen (kzn en pijlen). Doe dit telkens in een laag totdat alle zelfstandig naamwoorden aan de beurt zijn geweest. Benoem ook de bijzin (<-----bvz). 
  • Stap 3: Ontleed de bijzin!

De jongen die gisteren een ongeluk kreeg | ligt | in het bekende ziekenhuis.
---------------------------------------------O  ====  ------------------B 
--> kzn        <----------------------------bvz                vz --> ------->     kzn
                        
                      __O  ______B   ___________L  ====






Slide 14 - Diapositive

Handig schema

Slide 15 - Diapositive

Zin 1: blad 4/4 'De Bijvoeglijke Bijzin' (blz. 22)
--> Grammaticaboekje.
Op het moment, dat iemand daarover zijn mening geeft, richt hij zich tot de andere leden van zijn groep.


Samen ontleden

Slide 16 - Diapositive

Aan de slag!
Maak de zinnen van blad 4/4 'De Bijvoeglijke Bijzin' (blz. 22) 
--> Grammaticaboekje.

Zin 8 hoeft niet!

Klaar?  Kijk de zinnen na. 
Ga verder met het huiswerk voor de volgende les. 

Muziek luisteren mag, overleggen op fluistertoon!

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk & Taalvout
Leesvaardigheid

Maak: opdracht 3 & 4 Leesvaardigheid hf. 2 (blz. 53 & 54) 

Let op: 3.3 en 4.7 hoeft niet! 

Maak: opdracht 1 Leesvaardigheid hf. 3 (blz. 91) 



Slide 18 - Diapositive