Mentorles complimenten

COMPLIMENTEN!

1 / 30

Slide 1: Diapositive

MentorlesPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

La durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

COMPLIMENTEN!

Slide 1 - Diapositive

Schrijf 2 waarheden op en 1 leugen over jouw weekend?!

Slide 2 - Question ouverte

Deze les

- Uitleg over complimenten geven

- Elkaar complimenten geven

- Nabespreken

Slide 3 - Diapositive

Waarom is het goed om complimenten te geven?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Noem voorbeelden van goede/waardevolle complimenten

Slide 6 - Question ouverte

Noem voorbeelden van 'slechte' complimenten

Slide 7 - Question ouverte

Complimenten

Je kan complimenten geven over onderstaande punten. Een compliment begint met: je hebt/je bent/je kunt

karakter/persoon,
hobby's/talenten
overige complimenten...
Hoe duidelijk hoe beter!
(je bent leuk je hebt een goed gevoel voor humor)

Slide 8 - Diapositive

Nu elkaar complimenten geven..

-je ziet steeds een naam

Start met

Je bent ...

Je kunt ....

Je hebt ....

Geef een waardevol compiment

Slide 9 - Diapositive

Tyanah

Slide 10 - Carte mentale

Jaylissa

Slide 11 - Carte mentale

Jeffrey

Slide 12 - Carte mentale

Denley

Slide 13 - Carte mentale

Eden

Slide 14 - Carte mentale

Larissa

Slide 15 - Carte mentale

Wesley

Slide 16 - Carte mentale

Nadya

Slide 17 - Carte mentale

Jason

Slide 18 - Carte mentale

Thorsten

Slide 19 - Carte mentale

Jens

Slide 20 - Carte mentale

Amber

Slide 21 - Carte mentale

Day

Slide 22 - Carte mentale

Pascal

Slide 23 - Carte mentale

Chainaily

Slide 24 - Carte mentale

Tamara

Slide 25 - Carte mentale

Xander

Slide 26 - Carte mentale

Slide 27 - Vidéo

Wat vond je van deze les?

😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Sondage

Nabespreken

noem het compliment dat je het leukste / meest verrassende vindt
welk gevoel geeft het je als je een compliment krijgt
welk gevoel geeft het je als je een compliment geeft
wat is makkelijker: een compliment geven of krijgen?

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive