v4 - di100924

1 / 21
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Grammaire 
  • Au travail
  • Les devoirs

Doel: kunnen omschrijven hoe een persoon, dier of ding eruit ziet d.m.v. een bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Diapositive

Bijvoeglijk naamwoord in het Frans

Slide 3 - Carte mentale

Vorm: Hoofdregel
mnl. ev.
-
vrl. ev.
e
mnl. mv
s
vrl. mv
es

Slide 4 - Diapositive

Vorm: uitzonderingen mannelijk enkelvoud
Bij 
- mannelijk woorden
- in enkelvoud
- beginnend met stomme h/klinker (bijv. hôtel/arbre) 

hebben beau/nouveau/vieux een andere vorm:
bel / nouvel / vieil            (un bel hôtel, un vieil arbre)

Slide 5 - Diapositive

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud
  • -e blijft -e                un pantalon rouge - une jupe rouge
  • -er wordt -ère         le dernier concert - la dernière fois
  • -f wordt -ve             un garçon sportif - une fille sportive
  • -x wordt -se            un homme heureux - une femme 
  •                                                                  heureuse

Slide 6 - Diapositive

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud
Dubbele medeklinker bij:
  • -el wordt -elle (naturel -> naturelle) 
  • -on wordt -onne (bon -> bonne)
  • -en wordt -enne (italien -> italienne) 

Slide 7 - Diapositive

Vorm: uitzonderingen vrouwelijk enkelvoud

gros - grosse
bas - basse
gentil - gentille
pareil - pareille
beau - belle
nouveau - nouvelle
franc - franche
blanc - blanche


long - longue 


sec - sèche
frais - fraîche
long - longue
favori - favorite 
fou - folle 
faux - fausse 
doux - douce
vieux - vieille 
inquiet - inquiète

Slide 8 - Diapositive

Vorm: uitzonderingen meervoud
  • -s blijft -s                   un souris gris - des souris gris
  • -x blijft -x                   le vieux livre - les vieux livres
  • -al wordt -aux           le concours national - les .. nationaux
  • -eau wordt -eaux      le beau garçon - les beaux garçons

Slide 9 - Diapositive

Plaats: hoofdregel
  • In het Frans staat het bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord. 

Un homme intéressant 
Une fille sympathique

Slide 10 - Diapositive

Plaats: uitzondering
beau - bon - joli
haut - long - petit 
jeune - vieux - grand 
gros - mauvais - méchant 
premier - deuxième (alle rangtelwoorden)
dernier - autre - nouveau

Slide 11 - Diapositive

Au travail
timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Corriger ex. 11A
  1. bon - goed
  2. difficile - moeilijk
  3. blonds - blond
  4. nouveaux - nouveau 
  5. personel - persoonlijk
  6. belle -  mooi

Slide 13 - Diapositive

Corriger ex. 11B
  1. un bel homme
  2. un nouvel ordinateur
  3. un vieil agenda

Slide 14 - Diapositive

Corriger ex. 11
  1. un gros monsieur
  2. un prof sportif
  3. un meilleur lycée
  4. un conseil dangereux

Slide 15 - Diapositive

Corriger ex. 11
  1. une vieille dame
  2. trois grandes maisons
  3. un nouvel ordinateur
  4. deux pays Européens

Slide 16 - Diapositive

Corriger ex. 11C
  1. petits pains
  2. jeune chien
  3. devoirs difficiles
  4. vieil homme
  5. livres anglais
  6. T-shirts blancs
  7. fille sportive
  8. long voyage

Slide 17 - Diapositive

Musée de moi-même
Bijv:
- J'ai choisi un ballon, parce que j'aime jouer au foot

Slide 18 - Diapositive

Museum van mijzelf
Maak een foto met daarop 5 dingen die jou kenmerken of die voor jou belangrijk zijn. 
Bijvoorbeeld: 
  • Kettinkje geloof, hoop en liefde 
  • Sleutelhanger van je vakantie 
  • Knuffeltje dat je ooit van iemand hebt gehad 
Zet deze foto in een word-bestandje en vertel kort in het Frans waarom deze dingen voor jou belangrijk zijn of kenmerkend zijn voor jou. 

Slide 19 - Diapositive

Musée de moi-même

Slide 20 - Diapositive

Les devoirs
Vendredi le 13 septembre

Apprendre: page 102 (attention! écrire NF)
Faire:  ex.11ABCD



Slide 21 - Diapositive