TL 4 H11.2 chromosomen doorgeven

Thema 11: Erfelijkheid




11.2  Chromosomen doorgeven
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Thema 11: Erfelijkheid




11.2  Chromosomen doorgeven

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

leerdoelen
- hoe geef je chromosomen door?

- hoe krijgen geslachtscellen 23 chromosomen?

- waardoor hebben al je cellen dezelfde chromosomen?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DNA ligt opgeslagen in 46 chromosomen in de celkern van elke cel van je lichaam.
De helft van je DNA is afkomstig van je moeder en de andere helft van je vader. De combinatie van hun DNA die is ontstaan, is jouw DNA. Bij de bevruchting kwam hun DNA bij elkaar.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtschromosomen
De man kan ofwel een X ofwel een Y chromosoom doorgeven. Een man is namelijk XY. 
Een vrouw kan alleen een X doorgeven. 
Op het X (en een beetje op Y) liggen ook genen. 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

genen voor haarkleur
genotype en fenotype

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomen doorgeven
Vader bepaalt geslacht, want
  1. Vrouwen kunnen alleen x doorgeven
  2. Mannen kunnen x of y doorgeven

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

11.2 Chromosomen doorgeven

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Chromosomen doorgeven
  • Lichaamscellen bevatten 46 chromosomen (23 paren).

  • Geslachtscellen (zaadcellen en eicellen) bevatten 23 chromosomen (van elk paar één chromosoom).

  • Bij bevruchting smelten de kernen van de zaadcel en eicel samen, nu zijn er weer 46 chromosomen (23 paren).

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe geef je chromosomen door?
Ontstaan van geslachtscellen
  1. Een normale cel deelt van 46 (2n) chromosomen (van iedere gen 2 versies) naar 23 chromosomen (1n)van ieder gen 1 versie.
  2. Bij bevruchting krijg van van 23 (1n) + 23 (1n) weer 46 chromosomen of 23 paar (2n)
  3. XY = man, XX = vrouw

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe krijgen geslachtscellen 23 chromosomen?
Geslachtscellen zijn door meiose (ofwel reductiedeling) uit gewone lichaamscellen ontstaan. Doel: maken van geslachtscellen.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geslachtscellen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Vidéo

Meiose

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Gewone celdeling en meiose 
  • Geslachtelijke voortplanting is als 2 geslachtscellen samensmelten en voor nakomelingen zorgen
  • Stuifmeelkorrel + eicel = vorming zaadje--> groeit uit tot plantje
  • Gewone celdeling = als de chromosomen kopiëren en de cel dan pas in 2e deelt waardoor de nieuwe cellen dezelfde chromosomen hebben
  • Geslachtscellen ontstaat uit meiose =speciale celdeling die de chromosomen halveert


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor hebben al je cellen dezelfde chromosomen?
Het delen van een gewone lichaamscel heet mitose of gewone celdeling. Doel: voor de vorming van nieuwe lichaamscellen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Mitose

Slide 18 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit erfelijke of niet erfelijk?
A
Erfelijk
B
Niet erfelijk

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Genotype of fenotype?

Litteken
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op het DNA liggen genen.

Een gen codeert voor één eigenschap.

Deze eigenschappen zijn erfelijk.

Alle erfelijke eigenschappen in het DNA noemen we ook wel het genotype.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions