Periode 3 - week 5 - H.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom!

Nederlands

periode 3

Donderdag 18 november

     

• AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur

  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak

  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76

       

H.3.2-Lezen, p.104: opdr. 3, 4, 5 --> controle     

SCHRIJF IN JE AGENDA

Huiswerk woensdag

Donderdag 2 februari

Wat gaan we doen: 

• H. 3.2 Lezen
• Invullen online vragenlijst jeugdverpleegkundige?
  
• Quizje 5 vragen 

Mentorgesprekje

   Nica

Wat zijn de 4 leesstrategieën?

1. verkennend - begrijpend - zoekend - lerend
2. verkennend - nauwkeurig - begrijpend - studerend
3. verkennend - nauwkeurig - zoekend - studerend
4. verkennend - nauwkeurig - zoekend - amuserend

Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. activeren
3. overtuigen
4. amuseren

Wat is de tekstvorm?

1. Nieuwsbericht
2. Stripverhaal
3. Reclametekst
4. Recept

De hoofdgedachte van een informatieve tekst bestaat altijd uit feitelijke informatie.

1. JUIST
2. ONJUIST

Elke tekst heeft een hoofdgedachte. Wat is een hoofdgedachte?

Betogende tekst

In een betogende tekst wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt. Hij doet dat door zijn mening met argumenten te ondersteunen.

Wat is een argument?

Als iemand zijn mening wil verdedigen, legt hij uit waarom hij iets vindt. 

Dit noem je een argument.

Veel gebruikte signaalwoorden bij argumenten zijn: 

want

omdat

daarom

namelijk

De tekstopbouw van betogende teksten: driedeling

Inleiding	De schrijver noemt het onderwerp en geeft daarover zijn mening.
Kern	De schrijver geeft geloofwaardige argumenten voor zijn mening.
Slot	De schrijver trekt een conclusie of een samenvatting

Donderdag 18 november

     

• AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur

  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak

  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76

       

H.3.2 Lezen,p.105

-We lezen samen: tekst 1

-We maken samen: opdr. 1 en 2

Donderdag 18 november

     

• AGENDA - Huiswerk woensdag 24-11, 5e uur

  --> maken: H. 2.6-Schrijven, blz. 78, schrijftaak

  --> nakijken: opdr. 7, 9, 10, blz. 76

       

De vragen die bij verkennend lezen horen:

-onderwerp

-tekstdoel

-tekstsoort/tekstvorm

-tekstopbouw (tweedeling/driedeling)

-bron/schrijver

opdr.3b

Vragen over zinsdelen, leestekens, DT's of dicteewoorden?

Aan de slag!

H.3.2-Lezen, p.104: opdr. 3, 4, 5

 Wat?

Met wie?

Hulp?

Klaar?

Zelfstandig, in stilte

 Steek je vinger op

-JGZ-vragenlijst online verder invullen

-Maak een samenvatting van alle theorie H.1+2