3-2 luchtdruk DDL

Natuurkunde klas 2
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Natuurkunde klas 2

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
-hoe ontstaat luchtdruk
-wat is de proef met de maagdburger halve bollen
-hoe werkt een barometer
-je weet wat de eenheid van druk is
-je weet wat hoge en lage druk is en hoe het weer er door veranderd

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog
over luchtdruk

Slide 3 - Carte mentale

Sleep de juiste benamingen naar de vakjes
A =
B=
C=
stikstof
zuurstof
overige gassen

Slide 4 - Question de remorquage

Een fietsband is leeggelopen.
Is er in de band nu vacuüm?
A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

Lucht bestaat voornamelijk uit de volgende gassen:
A
Zuurstof en Koolstofdioxide
B
Zuurstof en Argon
C
Koolstofdioxide en Stikstof
D
Stikstof en Zuurstof

Slide 6 - Quiz

Welk gas zit het meest in de lucht?
A
Stikstof
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide

Slide 7 - Quiz

welk gas neemt een plant op?
A
helium
B
koolstofdioxide
C
zuurstof

Slide 8 - Quiz

Welke 2 gassen ontstaan bij de verbranding van aardgas?
A
Zuurstof en stikstof
B
Zuurstof en koolstofdioxide
C
Waterdamp en koolstofdioxide
D
Waterdamp en stikstof

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Lien

Waterdruk 
Waterdruk merk je als je naar de bodem van een zwembad gaat.
Boven het water is de druk voor en achter je trommelvlies gelijk.
Ga je naar de bodem dan drukt het water je trommelvlies naar binnen toe. 
Dit voelt niet fijn.   

Slide 11 - Diapositive

Het ontstaan van luchtdruk 
De luchtdruk ontstaat door de laag lucht boven ons in de atmosfeer.
Die is niet overal even hoog. 
Hier door ontstaan er verschillende luchtdrukken op aarde.
Ook in Nederland kan de luchtdruk verschillen.

Slide 12 - Diapositive

Hoe noem je een ruimte zonder lucht?
A
vacuüm
B
tegendruk
C
luchtdruk
D
onderdruk

Slide 13 - Quiz

Wat er gebeurt in een vacuümruimte


Demo

Slide 14 - Diapositive

Je merkt bijna niets van de luchtdruk. Dat komt omdat de luchtdruk buiten je lichaam gelijk is aan de ........ in je lichaam.
A
Binnen druk
B
Lichaamsdruk
C
Tegendruk
D
Werkdruk

Slide 15 - Quiz

Josje heeft last van oorpijn, die erger wordt als de luchtdruk verandert.
Wat zou verstopt kunnen zitten?

A
De buis van Eustachius
B
De gehoorgang
C
het evenwichtsorgaan
D
het trommevlies

Slide 16 - Quiz

Wat voor weer wordt er waarschijnlijk verwacht als de luchtdruk op één dag daalt van 1010 naar 980 hPa?
A
Mooi weer
B
Wisselvallig weer
C
Vorst

Slide 17 - Quiz

Martina duwt een zuignap tegen de muur.
Als de zuignap tegen de muur hangt, is de druk onder de zuignap ................. dan
de luchtdruk.
A
Groter
B
Kleiner
C
Even groot

Slide 18 - Quiz

Wat stellen de pijltjes in
de longen voor ?
A
de luchtdruk
B
de longdruk
C
de tegendruk
D
de druklucht

Slide 19 - Quiz

Als een astronaut door een val een gat in het pak krijgt, dan verandert voor de astronaut de:
A
luchtdruk in het pak
B
de tegendruk

Slide 20 - Quiz

Wat voor weer kun je verwachten bij een hoge luchtdruk?
A
Storm
B
Regen
C
Mooi weer

Slide 21 - Quiz

Waar is de luchtdruk het hoogste?
A
Op zeeniveau
B
Op een middelhoge berg
C
Op een hoge berg
D
Op 10 kilometer hoogte

Slide 22 - Quiz

Waarmee meet je de luchtdruk
A
Manometer
B
Barometer
C
Thermometer
D
Hydrometer

Slide 23 - Quiz

Werking barometer
  • in de barometer zit een dun doosje die makkelijk ingedrukt kan worden door de luchtdruk
  • in het metalen doosje (wit op plaatje) is een erg lage luchtdruk
  • hoe verder ingedrukt, hoe hoger de luchtdruk in de buitenlucht

Slide 24 - Diapositive

Waar is de druk in een zwembad het hoogst?
A
op de bodem
B
in het midden
C
aan de oppervlakte

Slide 25 - Quiz

waterdruk onstaat door het gewicht van het water
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Wat zit er in een barometer
A
een doosje met niets
B
een doosje met lucht
C
een doosje met bar
D
een doosje met water

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Vidéo

De maagdeburger bollen bestaan uit hoeveel delen
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 29 - Quiz

Warmte

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Hoe kan warmte zich NIET verplaatsen
A
door geleiding
B
door straling
C
door wrijving
D
door stroming

Slide 32 - Quiz


Je verliest warmte omdat de warmte:
A
Van een warme naar een koude plaats straalt
B
van een koude naar een warme plaats straalt
C
van een warme plaats naar een koude plaats stroomt
D
van een koude naar een warme plaats stroomt

Slide 33 - Quiz

Warmte is een vorm van......
A
temperatuur
B
energie
C
Joule
D
graden Celsius

Slide 34 - Quiz

Door welke vorm(en) van warmte transport verliest koffie in een metalen beker warmte?
A
straling
B
stroming
C
geleiding
D
alle vormen

Slide 35 - Quiz

Welke materialen geleiden warmte goed?
A
Wollen truien
B
Metalen
C
Kunststof leidingen

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Vidéo

Welk soort warmte transport zie je in de afbeelding?
A
Geleiding
B
Stroming
C
Straling

Slide 38 - Quiz

Welke vormen van
warmtetransport
worden door
een thermosfles
geblokkeerd?
A
Stroming & Straling
B
Stroming
C
Straling
D
Geleiding, stroming & straling

Slide 39 - Quiz

De thermosbeker
Jullie gaan zelf een, zo goed mogelijk werkende, thermosbeker maken.
Dit doe je in groepjes van 2, 3 of 4 leerlingen.
Ga naar magister.me en lees eerst de opdracht nauwkeurig door!! 

Slide 40 - Diapositive