7.4. en 7.5. + herhalen

7.4. en 7.5. + herhalen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

7.4. en 7.5. + herhalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een rechtsstaat?
A
Een staat waarin de overheid alle rechten heeft.
B
Een staat waarin de rechten van burgers tegenover de overheid worden beschermd.
C
Een staat waarin de regering bepaalt welke rechten burgers hebben.
D
Een staat waarin de burgers rechten willen hebben.

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk beginsel van de rechtsstaat heeft dit voorbeeld te maken: Als op zes april de boete voor te snel rijden verhoogd wordt, betaalt iemand die op vijf april te snel reed de oude boete?
A
Personaliteitsbeginsel
B
Legaliteitsbeginsel
C
Schuldbeginsel
D
Gelijkheidsbeginsel

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de volgende opties illustreert het gelijkheidsbeginsel in bestuur het beste?
A
Het bestuur geeft voorrang aan de belangen van bepaalde groepen burgers boven anderen, zonder een objectieve rechtvaardiging.
B
Het bestuur behandelt alle burgers op dezelfde manier, zonder rekening te houden met individuele omstandigheden.
C
Het bestuur negeert de behoeften van minderheidsgroepen en richt zich alleen op de meerderheid van de bevolking.
D
Het bestuur waarborgt gelijke kansen en rechten voor alle burgers, ongeacht hun achtergrond, status of overtuigingen.

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geen wet, geen straf -> welk beginsel is dit?
A
Legaliteitsbeginsel
B
Equivalentiebeginsel
C
Gelijkheidsbeginsel
D
Solidariteitsbeginsel

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke zin past bij het gelijkheidsbeginsel?
A
. Carla gaat elke zondag naar een kerkdienst. Ze draagt dan een rok.
B
Carla krijgt - net als ieder ander - een boete als zij door rood rijdt.
C
Carla vindt dat niemand vlees zou moeten eten.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1 De Hoge Raad is een voorbeeld van een institutie
2 De onschuldpresumptie is een voorbeeld van een institutie
A
Uitspraak 1 is juist en uitspraak 2 is onjuist
B
Uitspraak 1 is onjuist en uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De onschuldpresumptie houdt in dat iemand onschuldig is .... het tegenovergestelde wordt bewezen.
A
tenzij
B
indien
C
ondanks
D
namelijk

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratische Rechtsstaat
Vrijheid
Orde
Orde
MENSENRECHTENDILEMMA 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de standpunten van D66 en de SGP over veiligheid en orde.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke partij stelt dat de privacy moet wijken om mensen te beschermen?
Welke partij stelt dat de privacy moet wijken om mensen te beschermen?
A
D66
B
SGP

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier kan jij bijdragen aan een veiligere buurt?

Op welke manier kan jij/men bijdragen
aan een veiligere buurt?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Burgerparticipatie
  • Opsporing
  • Toezicht
  • Contactbevordering

Slide 14 - Diapositive

Andere vormen van burgerparticipatie die niet besproken worden:
- Zorg voor openbare ruimte
- Conflictbemiddeling
- Informatiebemiddeling
- Beleidsbeïnvloeding


Ik zat ook te denken of je misschien toch op een een of andere manier de rest van die vormen van burgerparticipatie ook kunt bespreken, zonder dat het teveel dia's wordt. Misschien kort in een sleepopdracht oid omdat je natuurlijk niet voor alles een uitlegdia kunt maken. Dus ik snap je overweging. 
Opsporing
Dat burgers informatie verzamelen over verdachte personen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toezicht
Buurtwachten instellen om overlast te verminderen of contact te leggen met mogelijk probleemjongeren.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Contactbevordering
Dingen organiseren zodat het vertrouwen en de bewustwording tussen burgers onderling en tussen burgers en de politie vergroot worden.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Deze afbeelding is een voorbeeld van...
Deze afbeelding is een voorbeeld van...
A
opsporing
B
toezicht
C
contactbevordering

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

00:15
Waarom vindt Lubach het gek dat deze minister kritiek heeft op functioneren v.d. rechtstaat?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:02
Welke bedreigingen denk jij dat er zouden kunnen zijn?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:15
WOKE

Slide 21 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is "Individualisering?"
A
Persoon is belangrijker dan de groep in de samenleving
B
Groep is belangrijker dan de persoon in de samenleving
C
Dat er meer afstand tussen groepen in de samenleving komt
D
Dat groepen in de samenleving overleggen voor een oplossing

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijheid
Democratische Rechtsstaat
Institutie
Wet
Instelling
Artikel 16
Legaliteitsbeginsel
Rechtbank

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Vraag 1
Rechtsstaat
Geen Rechtsstaat
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4
Vraag 5
Vraag 6
Vraag 7

Slide 24 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Rechtsstaat
Autoritaire Staat
Dictatuur
China
Duitsland
Noord-Korea
Hongarije
Rusland

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Democratische Rechtsstaat
Vrijheid
Orde
Orde

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Juiste chronologische volgorde?
A
Magna Carta Debat Europese rechtsstaat Revoluties in Europa
B
Revoluties in Europa Magna Carta Debat Europese rechtsstaat
C
Magna Carta Revoluties in Europa Debat Europese rechtssstaat

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

4

Slide 28 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

01:12
Wordt Piet verdacht van een overtreding of een misdrijf?
Wordt Piet verdacht van een overtreding of een misdrijf?
A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:24
De hulpofficier maakt een verslag van het verhoor. Daarna wordt dit verslag gegeven aan iemand anders, die een straf kan eisen voor Piet. Wie is dit?
De hulpofficier maakt een verslag van het verhoor. 
Daarna wordt dit verslag gegeven aan iemand anders, die een straf kan eisen voor Piet. Wie is dit?
A
De officier van justitie
B
De hoofdofficier van de politie
C
De minister van justitie
D
De rechter

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

02:38
Bij eenvoudige zaken is er één rechter, bij ingewikkelde zaken drie. Hoeveel rechters denk jij dat Piet krijgt?
Bij eenvoudige zaken is er één rechter, bij ingewikkelde zaken drie. Hoeveel rechters 
denk jij dat Piet krijgt?
Een
Drie

Slide 31 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Als Piet veroordeeld wordt, welke soort straf zal hij dan waarschijnlijk krijgen?
Als Piet veroordeeld wordt, welk soort straf zal hij dan waarschijnlijk krijgen?
A
Een boete
B
Een taakstraf
C
Een vrijheidsstraf

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is het belangrijk dat de verdachte in 'hoger beroep' kan gaan als hij of zij het niet eens is met de uitspraak?
Waarom is het belangrijk dat een verdachte in 'hoger beroep' kan gaan als hij of zij het niet eens is met de uitspraak?

Slide 33 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

01:12
Welk soort recht is waarschijnlijk van toepassing op de situatie van Piet?
Welk soort recht is waarschijnlijk van toepassing op de situatie van Piet?
A
Burgerlijk recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het mensbeeld van Hobbes?
A
Een overheid moet zijn burgers zwaar straffen
B
De mens moet tot zijn 25e in quarantaine
C
De mens is van nature een egoïst
D
De mens is van nature vredelievend

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De natuurtoestand bij Rousseau is
A
Vredig
B
Gevaarlijk

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het mensbeeld van Rousseau?
A
De mens is van nature goed
B
De overheid moet erg streng zijn
C
Cultuur zorgt voor een goed mens
D
De mens moet zonder cultuur worden opgevoed

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrijheid van meningsuiting
A
Klassieke rechten
B
Politieke rechten
C
Sociale rechten

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk type rechtsstaat kent de meeste rechten?
A
Sociale rechtsstaat
B
Democratische rechtsstaat
C
Liberale rechtsstaat

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions