Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Oefentoets Water - Wereld
2 VWO
Slide 1 - Diapositive
Verdamping leidt tot een......................... van het oppervlaktewater.
Hierdoor is er .........................water beschikbaar als drinkwater of voor de............................ In sommige gebieden valt er..........................neerslag, waardoor het grondwater daalt.
Er is dus minder .......................van water. Daardoor wordt er al snel..................... gebruikt dan er beschikbaar is.
afname
toename
minder
meer
landbouw
waterkring
loop
meer
minder
aanvoer
afvoer
minder
meer
Slide 2 - Question de remorquage
Korte waterkringloop
Lange waterkringloop
Gemengde rivier
Regenrivier
Gletsjerrivier
Slide 3 - Question de remorquage
Waarom is in Nederland 'water voor huishoudelijk gebruik' een betere benaming dan 'drinkwater'?
Slide 4 - Question ouverte
Bekijk de afbeelding over de verdeling van het water op aarde.
Wat wordt met de 97,5% aangegeven?
A
grondwater
B
zoet water
C
zout water
D
water in meren
Slide 5 - Quiz
Wat hoort niet bij oppervlaktewater?
A
grondwater
B
zeeën
C
rivieren
D
meren
Slide 6 - Quiz
In een plaats in Nederland valt per jaar 780 mm neerslag. Een deel daarvan, 250 mm, verdampt. Dat gebeurt vooral in de zomer. De planten die in dit gebied groeien gebruiken 200 mm per jaar. Ook dat is vooral in de zomer. De rest van het water zakt de grond in en stroomt naar een ander gebied toe. In dit gebied is...
A
...de nuttige neerslag positief
B
...de nuttige neerslag negatief
Slide 7 - Quiz
Neerslag
Waterput
Aquifer
Infiltratie
Ondoorlaten-de laag
Slide 8 - Question de remorquage
Wat is virtueel water?
A
Water dat we drinken
B
Water dat verdampt
C
Water dat we gebruiken voor producten
D
Water dat infiltreert
Slide 9 - Quiz
Het gebruik van water uit het aquifer in Egypte is een vorm van duurzaam waterbeheer.
A
goed
B
fout
Slide 10 - Quiz
In Nederland zuiveren we het afvalwater voordat het in een rivier of in zee wordt geloosd. Welk begrip past hierbij?
A
duurzaam waterbeheer
B
virtueel water
C
waterbalans
D
aquifer
Slide 11 - Quiz
Noem 3 risicogebieden waar de kans op een overstroming groot is.
Slide 12 - Question ouverte
Wat kun je niet op korte termijn doen in gebieden die vaak te maken hebben met wateroverlast?
A
dijken en dammen aanleggen
B
het weer in het stroomgebied in de gaten houden
C
burgers voorlichten en trainen
D
het versterkt broeikaseffect verminderen
Slide 13 - Quiz
Welk begrip wordt duidelijk gemaakt met deze cartoon?
Slide 14 - Question ouverte
Verhoogde afvoer van een rivier
Verschil tussen neerslag en verdamping
Zeer ernstige situatie door een tekort aan schoon water
Water in de grond dat stamt uit eerdere tijden
Waterhoudende laag in de ondergrond
aquifer
piekafvoer
nuttige neerslag
water schaarste
fossiel water
Slide 15 - Question de remorquage
Irak vindt dat Turkije niet het recht heeft om zonder toestemming van anderen het verloop van de Eufraat en de Tigris te veranderen. Hoe noem je dit?
A
territoriale integriteit
B
territoriale soevereiniteit
Slide 16 - Quiz
Waar in Afrika zal er een fysiek watertekort zijn?
Welke situatie, A of B, toont de waterafvoer na de verstedelijking van het stroomgebied?
A
situatie A
B
situatie B
Slide 19 - Quiz
Rivieren in laagland zijn ondiep. Welke verklaring hiervoor is juist?
A
het aandeel van virtueel water is groter
B
de rivier heeft regelmatig met een piekafvoer te maken
C
er is veel infiltratie in dit gebied
D
de stroomsnelheid is laag
Slide 20 - Quiz
'Er is minder water beschikbaar voor drinkwater en irrigatie.'
Voor welk gebied t.o.v. de stuwdam is dit een nadeel?
A
het gebied stroomopwaarts
B
het gebied stroomafwaarts
Slide 21 - Quiz
'Het stilstaande water is een broedplaats voor ziekteverwekkers.'
Voor welk gebied t.o.v. de stuwdam is dit een nadeel?
A
het gebied stroomopwaarts
B
het gebied stroomafwaarts
Slide 22 - Quiz
Met welk soort watertekort heeft dit gebied waarschijnlijk te maken?
Slide 23 - Question ouverte
'Druppelirrigatie kan verzilting voorkomen'.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quiz
'Als ergens een economisch watertekort is, is daar ook een fysiek watertekort.'
A
goed
B
fout
Slide 25 - Quiz
'Gebieden met weinig neerslag kunnen toch over voldoende zoet water beschikken.'
A
goed
B
fout
Slide 26 - Quiz
Hiernaast zie je de loop van de Nijl. De rivier begint in het tropisch regenwoud van Afrika en stroomt door Ethiopië en Sudan, voordat hij bij Egypte de Middellandse zee in stroomt. Heel veel mensen zijn afhankelijk van deze rivier. Hoe denk je dat landen ermee omgaan?