PAV: eigen website maken

HTML
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

HTML

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Basis HTML

Slide 2 - Diapositive

Communicatie
Communicatie tussen mens en computer gaat met codeer- en programmeertalen.
Hoe een website eruit moet zien vertel je met een code die een webbrowser kan lezen.

                                                  Deze code heet HTML

Slide 3 - Diapositive

Browsen
Browsen of surfen gaan niet zomaar.
Via een aantal schakels komt een pagina op je computer:

Slide 4 - Diapositive

HTML
De taal van een webpagina is dus HTML
HTML 5 is de nieuwste versie van HTML code
HyperText Markup Language
In het Nederlands: Taal voor het opmaken van hypertext.
Hypertext is tekst met hyperlinks

Slide 5 - Diapositive

broncode van een website
open je browser in firefox
ga naar de site www.nu.nl
klik met je rechtermuisknop ergens op een wit stukje en selecteer paginabron weergeven.
er opent nu een nieuw tabblad met heel veel code.

Slide 6 - Diapositive

dit is de HTML  waaruit de webpagina is opgebouwd.

Slide 7 - Diapositive

De hele website staat in het HTML-element

Slide 8 - Diapositive

In het html-element staan ALTIJD twee elementen

Slide 9 - Diapositive

Weergave van een HTML pagina

Slide 10 - Diapositive

Pagina titel

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld HTML-tag

<h1>Dit is een titel</h1>

De <h1> tag geeft aan dat de tekst die volgt als kop1 moet worden weergeveven. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent de afkorting HTML?
A
Hyper Text Makeup Language
B
Hyper Text Markup Language
C
Hyper Tech Markup Language
D
Geen van deze antwoorden

Slide 15 - Quiz

Een HTML pagina kan worden gelezen en weergegeven met een ..........
A
compiler
B
server
C
web browser
D
interpreter

Slide 16 - Quiz

Welke zijn HTML editors?
A
Atom en Photoshop
B
Atom en Adobe Illustrator
C
Notepad++ en Atom
D
Excel en MS Word

Slide 17 - Quiz

Waarmee begint je html-bestand?
A
<body>
B
<!Doctype html>
C
<html>
D
<head>

Slide 18 - Quiz

waar komt HTML code voor
A
<br>
B
$var
C
Diff
D
.naam{ color:000;}

Slide 19 - Quiz


Welke HTML code hoort hierbij?
A
<h3>Header tekst</h3> <p>alinea 1</p> <p>alinea 2<br><em>schuin</em></p>
B
<h1>Header tekst</h1> <p><b>alinea 1</b></p> <p>alinea 2<em>schuin</em></p>
C
<h1>Header tekst</h1> <p><b>alinea 1</b></p> <p>alinea 2<br><em>schuin</em></p>
D
<h1>Header tekst</h1> <p><b>alinea 1</b></p> <p>alinea 2<br>schuin</p>

Slide 20 - Quiz

Is deze html code syntactisch juist?

<h1>Dit is mijn<br>titel<h1>
A
true
B
false

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste HTML code voor een gele achtergrondkleur?
A
<body bg="yellow">
B
<body style="background-color:yellow;">
C
<background>yellow</background>

Slide 22 - Quiz


Welke HTML code hoort hierbij?
A
B
C
D

Slide 23 - Quiz

Ik weet hoe ik html moet schrijven
A
Dat weet ik
B
Dat weet ik niet
C
Dat weet ik ongeveer

Slide 24 - Quiz