Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Tijdvak 7: De Franse Revolutie!
De Franse Revolutie (1789-1799)
Van een almachtige koning tot een parlement van burgers!
Slide 2 - Diapositive
Revolutie:
Een revolutie is een grote plotselinge verandering. Vaak is het een plotselinge opstand van het volk die tot een blijvende politieke verandering leidt.
Slide 3 - Diapositive
Uit 1789.
Uit 1952.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Absolute macht is dat de macht van de Koning niet wordt ingeperkt door anderen of door wetten.
Slide 8 - Diapositive
Voorrecht:
Een recht dat niet iedereen heeft, maar de ander wel heeft en er voordeel uit haalt.
Eerste stand en Tweede stand: betaalt geen belasting en kregen lagere straffen bij misdaden.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid
Slide 12 - Question de remorquage
Wat zijn voorrechten?
Slide 13 - Question ouverte
Noem een voorbeeld van een voorrecht en wie die voorrechten had.
Slide 14 - Question ouverte
Vragen?
Begin al aan je huiswerk:
Boek B: 134 t/m 137
Lezen: H6 §1 leertekst: De drie standen.
Maken H6 §1 opdracht 1 t/m 4
Klaar? Lezen: H6 §1 leertekst: Nieuwe ideeen.
Slide 15 - Diapositive
De Verlichting:
De periode vanaf 1680 waarin burgers meer logisch gingen nadenken, hun verstand gebruiken en kritisch waren op het bestuur en het geloof.
Waarom 'Verlicht'? Deze periode brengt kennis, en kennis is het licht (geluk) in de duistere Middeleeuwen.
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Benoem de drie machten van de trias politica en omschrijf wat ze doen.
Slide 19 - Question ouverte
Waarom was de derde stand ontevreden?
Slide 20 - Question ouverte
Waarom noemen ze de periode waarin kennis en rationeel nadenken steeds belangrijker werd, de verlichting?