Trede 4 in zu nach les 1

Wanneer gebruik je nach, zu of in
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wanneer gebruik je nach, zu of in

Slide 1 - Diapositive

Naar vertalen met...
Het woord naar kan je op 3 manieren vertalen. Hieronder de keuzes:
nach
zu
in

Slide 2 - Diapositive

nach
Toch zijn er gevallen waarbij het het beste is om ‘nach’ te gebruiken, namelijk als je naar steden of landen rijdt (landen zonder een vast lidwoord).
  • nach Spanien fahren
  • nach London fahren
  • nach Süden fahren

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

ZU
Je gebruikt zu als je ergens naartoe gaat. Dat kan de school zijn of de supermarkt, het betekent vooral: in die richting. 
Je zegt dat je er naartoe gaat
  • Ich fahre zum Bahnhof.
  • Wir fahren zur Arbeit.

ZU
Je gebruikt zu als je ergens naartoe gaat.Het betekent in de richting gaan. Niet naar binnen gaan. 

  • Ich fahre zum Bahnhof.
  • Wir fahren zur Arbeit.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

In
Als je naar binnen gaat gebruik je in.
Je gebruikt in ook bij landen of plekken die juist wel een vast lidwoord hebben.

  • Wir fahren in die Stadt.
  • Wir fahren in die Schweiz.
  • Wir fliegen in die USA.
Zo is er ook een verschil tussen:
Ich gehe in den Supermarkt. Ik ga naar de supermarkt.
Ich fahre in den Supermarkt. Ik rijd de supermarkt in. (rijd je letterlijk naar binnen)

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Alleen nach, zu of in
Kijk of dat goed is. 
Wir fahren in die Schweiz
Wir fahren nach Amsterdam
Wir fahren nach Frankreich
Wir fahren in die Türkei
Wir fahren nach rechts
Ich gehe in das Theater
Ich gehe zu meinem Bruder
Ich gehe zu dem Zahnarzt

Slide 12 - Diapositive