Internationale Organisaties

De wereld na 1945
Internationale organisaties
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De wereld na 1945
Internationale organisaties

Slide 1 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun uitleggen:
  1.  Hoe er meer wereldwijde samenwerking kwam.
  2. Welke organisaties onder de VN vallen.
  3. Waarom Europese landen gingen samenwerken.

Slide 2 - Diapositive

De Verenigde Naties (1)
  • Om een nieuwe oorlog te voorkomen zouden landen meer moeten samenwerken.

  • De Verenigde Naties (1945) werd de organisatie die ervoor zou moeten zorgen dat landen conflicten zouden uitpraten en niet meteen gingen vechten.

Slide 3 - Diapositive

Macht van de VN
  • De VN neemt een resolutie (besluit) aan waarmee de daden van die regering worden afgekeurd.

  • De VN legt sancties op. Er mag bijvoorbeeld niet meer met het land worden gehandeld of de regering van dat land is in geen enkel ander land meer welkom.

  • De VN stuurt militairen naar het land. De VN heeft een eigen leger van soldaten uit de lidstaten.

Slide 4 - Diapositive

Onderdelen VN
Behalve het voorkomen van oorlogen wil de VN ook het leven van mensen verbeteren: 
  • Vrede en veiligheid.
  • Internationaal recht.
  • Behoud van de mensenrechten.
  • Economische en sociale ontwikkeling.
  • Uitwisseling van cultuur en wetenschap
  
Om dit te bereiken heeft de VN organisaties opgericht: de bekendste is de organisatie voor het welzijn van kinderen: UNICEF. 

Slide 5 - Diapositive

Oprichting





  • Het idee komt voort uit de Volkenbond die na de Eerste Wereldoorlog werd opgericht door de Amerikaanse president Wilson
  • De VN werd in 1945 opgericht na de Tweede Wereldoorlog

Slide 6 - Diapositive

Wat was de voorloper van de Verenigde Naties?
A
Europese Unie
B
NAVO
C
Volkenbond
D
Geallieerden

Slide 7 - Quiz

Algemene Vergadering
Komen elk jaar bijeen.

Wat kunnen ze doen?
-> Stemmen over besluiten en ondernemen actie


  • Bijvoorbeeld: Universele Verklaring rechten van de mens
    - oprichting UNICEF

Slide 8 - Diapositive

Veiligheidsraad
Raad van 15 landen
-> Vrede en veiligheid in de wereld
5 permantente leden (vetorecht)
10 niet permanente leden (2 jaar)

Wat kunnen ze doen?
strafmaatregelen - VN leger - vechten partijen scheiden - toezien op veiligheid

Slide 9 - Diapositive


In de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zitten landen die het vetorecht hebben.
Welke landen hebben het vetorecht?
A
alle landen van de Veiligheidsraad
B
de landen die de Verenigde Naties hebben opgericht
C
de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad
D
het grootste land van elk werelddeel

Slide 10 - Quiz

Sleep de permanente leden van de Veiligheidsraad naar de vergadertafel

Slide 11 - Question de remorquage

VEEL KRITIEK OP VN

Slide 12 - Diapositive

UN = United Nations (Verenigde Naties)
security council = Veiligheidsraad
'Russia'
'France'
'China'
'UK'
'US'

Slide 13 - Diapositive

Oorlogstribunalen




  • Het Internationaal Gerechtshof kan oorlogsmisdadigers bestraffen
  • Deze is gevestigd in Den Haag
  • In Nederland is het gerechtshof heel bekend vanwege het Joegoslaviëtribunaal waarin misdadigers van Srebrenica werden bestraft
Met verbijstering heeft de wereld woensdag kunnen toezien hoe de oorlogsmisdadiger Slobodan Praljak in de rechtszaal van het Joegaslaviëtribunaal na het horen van zijn veroordeling tot twintig jaar celstraf gif innam. De 72-jarige Bosnische Kroaat stierf kort daarna in een Haags ziekenhuis.

Slide 14 - Diapositive

De Verenigde Naties is een .... ?
A
organisatie van bijna alle landen van de wereld die opkomt voor vrede en veiligheid.
B
organisatie van bijna alle landen van de wereld die streeft naar afschaffing van landsgrenzen.
C
organisatie van bijna alle landen van de wereld die wereldwijd voetbaltoernooien organiseert.
D
organisatie van bijna alle landen van de wereld die opkomt voor bescherming van zeldzame dieren.

Slide 15 - Quiz

Welke uitspraak over de Verenigde Naties is juist?


De Verenigde Naties zijn:
A
de oorzaak van de Koude Oorlog
B
een organisatie van Westerse landen
C
opgericht om conflicten op te lossen
D
opgericht na de Koude Oorlog

Slide 16 - Quiz

2. De NAVO
een militair bondgenootschap

Slide 17 - Diapositive

NAVO
  • In 1949 werd de NAVO opgericht. 
  • De NAVO is een militair bondgenootschap: landen die beloven elkaar militair te steunen wanneer één van hen aangevallen wordt. 
  • Eerste gezamenlijke vijand is de Sovjet-Unie tijdens de Koude Oorlog
Oprichting NAVO
De Navo werdt opgericht om West-Europa tegen het communisme te beschermen.

Slide 18 - Diapositive

Samenwerking in het westen
  • In 1949 wordt ook Nederland lid van de NAVO
  • Na de Koude Oorlog willen de voormalige Oostblok landen ook bij de NAVO horen. Rusland vindt dit erg vervelend. Momenteel is er veel spanning tussen Rusland en de NAVO over Oekraïne. 
  • Na de Koude Oorlog is de grote vraag: is de NAVO nog wel nodig?
  • Door de terroristische aanslagen van 11-9-2001 kreeg het bondgenootschap een nieuwe vijand: het terrorisme

Slide 19 - Diapositive

Wat is de NAVO?
A
Een militair bondgenootschap om de vrede te bewaren.
B
Een militair bondgenootschap om elkaar te beschermen.
C
Een militair bondgenootschap om aan te kunnen vallen.
D
Een economisch bondgenootschap.

Slide 20 - Quiz

De NAVO vecht in Afghanistan tegen:
A
communisme
B
(internationaal) terrorisme
C
drugs
D
nationalisme

Slide 21 - Quiz

VN, NAVO, Warschaupact?
VN
NAVO
Warschaupact
Opgericht in
1945
1949
1955
Partij
De hele wereld (neutraal)
Het westen (kapitalistisch)
Het oosten (communistisch)
Doel
Wereldvrede
Militair bondgenootschap tegen het oosten
Militair bondgenootschap tegen het westen
Kaart
.
.
.
.
.
.
.
.
.

Slide 22 - Diapositive

 3. Europese samenwerking 

Slide 23 - Diapositive

Kolen en staal
Na Tweede Wereldoorlog wederopbouw nodig
Brandstoffen en grondstoffen nodig

Zes Europese landen werken samen om steenkool en staal te produceren (1952)

Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) wordt opgericht:
  • Italië, West-Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg

Slide 24 - Diapositive

Samenwerking
EGKS is groot succes, behoefte aan meer handelgemeenschappen

Steeds meer samenwerking op gebieden als handel en kernenergie.

Vanaf 1967 alle Europese organisaties samengevoegd: Europese Gemeenschappen (EG)

Aan het einde van de Koude Oorlog waren twaalf landen lid van de EG.

Slide 25 - Diapositive

Europese Unie
Steeds meer landen bij de EG

1992: Verdrag van Maastricht: lidstaten werken samen op alle gebieden die meer dan één land aangaan

Samenwerking heet voortaan: Europese Unie

Slide 26 - Diapositive

Zet het begrip bij de juiste betekenis
EG

EEG
EGKS

EU
Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
Europese Unie
Europese Economische Gemeenschappen
Europese Gemeenschappen

Slide 27 - Question de remorquage

Sleep de zinnen in de juiste volgorde
1
2
3
4
Het aantal lidstaten groeit en in 2021 zijn 27 landen lid van de Europese Unie.
De samenwerking werd een succes en leidde tot de oprichting van de Europese Unie.
Zes landen, waaronder Nederland, werkten in het begin samen.
Kort na de oorlog wilden Europese landen samenwerken.

Slide 28 - Question de remorquage

Verenigd Koninkrijk: geen €
Denemarken: geen €
Zweden: geen €
Polen: geen €
Hongarije: geen €
Roemenië: geen €
Bulgarije: geen €
Tsjechië: geen €

Slide 29 - Diapositive


De Euro
2002



  • De landen van de Europese Unie krijgen vanaf 2002 een gezamenlijke munt: de euro.
  • Niet alle Europese landen doen mee met de euro. Sommige landen willen hun eigen munt houden of hadden niet zo'n sterke economie.

Slide 30 - Diapositive

Het bestuur van Europa


  • De Europese Commissie
  • Het Europese Parlement
  • De Raad van Ministers

Slide 31 - Diapositive


Europese Commissie



  • De Europese Commissie bestaat uit 28 commissarissen
  • Deze commissarissen kun je het beste vergelijken met onze ministers. 
  • De Commissie stelt nieuwe wetten voor en zorgt dat wetten worden uitgevoerd.

Slide 32 - Diapositive


Europese Parlement



  • Het Europees Parlement bestaat uit 751 leden. Ze worden iedere vijf jaar door de burgers van de lidstaten gekozen. Hoe meer inwoners een lidstaat heeft, hoe meer zetels dat land heeft in het Europees Parlement. 
  • Het Parlement beslist over de wetsvoorstellen van de Europese Commissie, maar heeft géén recht van amendement

Slide 33 - Diapositive


Raad van Ministers


  • De Raad van Ministers bestaat uit alle ministers van alle lidstaten. Eigenlijk is de samenstelling elke keer anders, want als het over het milieu gaat dan komen alleen de ministers van Milieu.  
  • De Raad van Ministers moet, net als het Europees Parlement, elk nieuw wetsvoorstel goedkeuren of afkeuren.

Slide 34 - Diapositive


Welke wet geldt?


  • Wetten van de EU gaan alleen over onderwerpen die meerdere lidstaten aangaat, bijv. het milieu. Hoe snel je in Nederland op de snelweg mag rijden, bepaalt ons parlement: dat gaat écht alleen over Nederland.
  • Een Nederlandse wet mag niet in strijd zijn met een EU-wet. 
  • Andersom kan dat wel: dan moet Nederland de wet aanpassen.

Slide 35 - Diapositive

Welke uitspraak over het Europees Parlement is juist?
Het Europees Parlement
A
bestaat uit vertegenwoordigers van alle Europese landen.
B
vergadert om de zes maanden in een andere lidstaat.
C
wordt gevormd door de ministers van de afzonderlijke landen.
D
wordt rechtstreeks gekozen door de burgers van de lidstaten.

Slide 36 - Quiz

Welk Europese instelling hoort bij de omschrijving?

Voert het Europese beleid uit
A
De Europese Commissie
B
Het Europese Parlement
C
De Raad van Ministers
D
geen van deze instellingen

Slide 37 - Quiz

Welk Europese instelling hoort bij de omschrijving?

Ziet erop toe dat in alle
Europese landen de verkiezingen goed verlopen.
A
De Europese Commissie
B
Het Europese Parlement
C
De Raad van Ministers
D
geen van deze instellingen

Slide 38 - Quiz

Welke bewering over het Europees Parlement is juist?

Het Europees Parlement
A
bestaat uit ministers van alle EU-lidstaten.
B
is het dagelijks bestuur van de Europese Unie.
C
keurt voorstellen van de Europese Commissie goed of af.
D
zorgt ervoor dat Europese regels worden uitgevoerd.

Slide 39 - Quiz

Welke instelling doet wat?
timer
0:30
Europees Parlement
Europese Commissie
Raad van ministers
Groep eurocommissarissen (ministers) van de Europese Unie
Volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer) van de Europese Unie
Groep ministers uit verschillende landen van de EU, die wetsvoorstellen moeten goedkeuren

Slide 40 - Question de remorquage

Zet de begrippen in chronologische volgorde
WO II
Marshallhulp
Europese Unie
EGKS
EEG

Slide 41 - Question de remorquage

Verenigde Naties
De Europese Unie
Sleep de vakjes naar de juiste plaatjes.
Werd opgericht in 1945
Werkt aan vrede en veiligheid
Werd opgericht door zes landen
Is opgericht om oorlog te voorkomen
EGKS
Werd opgericht om samen te werken

Slide 42 - Question de remorquage

Slide 43 - Vidéo

Slide 44 - Vidéo

Slide 45 - Vidéo

Slide 46 - Vidéo