Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Welk land stelde zich het hardst op tegenover Duitsland bij de vredesbesprekingen?
A
VS
B
Frankrijk
C
Engeland
D
Sovjet-Unie
Slide 2 - Quiz
Welke rol speelde Duitsland bij de vredesbesprekingen van Versailles?
Slide 3 - Question ouverte
Welk gebied moest Duitsland terug geven aan Frankrijk?
A
Elzas Lotharingen
B
Ruhrgebied
C
Oost Duitsland
D
Nedersaksen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Welke president wilde een Volkenbond oprichten?
A
Clemenceau
B
Lloyd George
C
Wilson
D
Lenin
Slide 6 - Quiz
Wat was het doel van de Volkenbond?
Slide 7 - Question ouverte
Welk land mocht niet meedoen met de Volkenbond?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Rusland
D
Duitsland
Slide 8 - Quiz
Verdrag van Versailles
Duitsland moest veel grondgebied afstaan (ongeveer 10%)
Duitsland moest kolonies afstaan
Duitsland mocht geen leger meer hebben van groter dan 100.000 man
Duitsland moest herstelbetalingen doen aan Frankrijk en Belgie (269
miljard goudmark)
Slide 9 - Diapositive
Kijk goed naar de veranderingen tussen 1914 en 1923
Slide 10 - Diapositive
Wat klopt na het zien van de kaart NIET?
A
Oostenrijk-Hongarije is kleiner
B
Duitsland verliest gebied
C
Joegoslavië ontstaat als nieuwe staat
D
De staat 'Polen' ontstaat
Slide 11 - Quiz
Type zelf een land in dat gebied verliest of erbij komt....
Slide 12 - Question ouverte
Welke volkeren leefden voor W.O.I NIET in Oostenrijk?
A
Hongaren
B
Tjechen
C
Slowaken
D
Litouwers
Slide 13 - Quiz
Welk land werd net als Duitsland en Oostenrijk ook gestraft door de veelvolkerenstaat op te splitsen?
A
Ottomaanse Rijk
B
Rusland
C
Servië
D
Roemenië
Slide 14 - Quiz
Uit welke volkeren bestond een nieuwe 'veelvolkerenstaat' Joegoslavië?
A
Kroaten, Bosniërs, Serven
B
Bulgaren, Litouwers, Polen
C
Hongaren, Bulgaren en Tartaren
D
Kroaten, Serven en Albanezen
Slide 15 - Quiz
De kaart van Europa verandert
Er kwam een eind aan de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije
Volkeren maakte zich van het rijk los.
Slovenen, Kroaten, Serviers en Bosniers verenigden zich in de nieuw staat Joegoslavie
Tjechen en Slowaken vormden Tsjecho-Slowakije
Het Poolse volk stichtte de Republiek Polen
Hongaren en Oostenrijkers riepen hun eigen Republiek uit.
Slide 16 - Diapositive
Wat is een natiestaat?
A
Een land met nazi's
B
Een staat met meerdere naties
C
Een natie met meerdere volkeren
D
Staat voor 1 eigen volk
Slide 17 - Quiz
Kijk goed naar het volgende fragment over keizer Wilhelm II
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Vidéo
Waarom werd Wilhelm II na de oorlog niet uitgeleverd aan de overwinnaars?
A
De Nederlandse staat was neutraal geweest
B
Het Nederlandse parlement werkte niet mee
C
De koningin werkte daar niet aan mee
D
Hij wilde nooit meer naar Duitsland terugkeren
Slide 20 - Quiz
Waar ligt Wilhelm II nu opgebaard?
A
Huis Doorn bij Utrecht
B
Paleis Soestdijk
C
Huis ten Oever bij Lelystad
D
De kapel bij kasteel Loevestein
Slide 21 - Quiz
Republiek van Weimar
Het Duitse Keizerrijk hield na WOI op te bestaan. Duitsland werd een Republiek met een parlementaire democratie
In Berlijn waren er allemaal geweldadige groepen die verandering wilden (b.v: socialisten en conservatieven)
Door de dreigende situatie verhuisde het parlement naar het rustige stadje Weimar
Na het tekenen van de Vrede van Versailles waren veel Duitsers woedend op de regering (verraad van Versailles).......ook AH!
Slide 22 - Diapositive
Probeer nu aan te geven wat werd bedoeld met de 'dolkstootlegende'
Slide 23 - Question ouverte
Slide 24 - Vidéo
Wat was de reactie van Frankrijk en België toen Duitsland in 1923 treuzelde met de herstelbetalingen?
A
Ze bezetten het Ruhr-industriegebied
B
Ze vallen Duitsland aan
C
Ze halen het geld op bij banken
D
Ze gaan staken
Slide 25 - Quiz
De Duitse regering riep op tot staking. Wat werd gedaan om de arbeiders door te betalen?
A
Er werd bezuinigd op andere zaken
B
Rijken moesten meer belasting gaan betalen
C
Er werd geld bijgedrukt
D
Er werd geld geleend van Frankrijk
Slide 26 - Quiz
Bij welk begrip past deze foto goed?
A
Hyperinflatie
B
Staatsgreep
C
Demilitarisatie
D
Dolkstootlegende
Slide 27 - Quiz
-Hyperinflatie (jaren ‘20)
-De Duitse regering liet geld bijdrukken om de stakers in het Ruhrgebied te betalen (dat werd bezet door de Fransen en Belgen omdat de herstelbetalingen niet snel genoeg werden betaald). Gevolg: enorme waardevermindering. Spaarders verloren al hun geld en lonen waren niet meer waard.
-Economische wereldcrisis (1929)
-Nadat het na 1924 (Dawes plan: leningen VS) weer wat beter ging, ging het in 1929 vreselijk mis. Na de beurskrach in de VS wilden de VS hun geld terug en stortte de Duitse economie in. Duitsland werd het ergst geraakt. In 1932 was bijna de helft werkloos. Deze onvrede werd een goede voedingsbodem voor de radicale plannen van Hitler.