Oefentoets H4 Getallen

H4 Getallen
Oefentoets
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4 Getallen
Oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is de waarde van het cijfer 3?
5371,8
A
3 x 1 = 3
B
3 x 10 = 30
C
3 x 100 = 300
D
3 x 1000 = 3000

Slide 4 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 1?
765,981
A
1 x 1 = 1
B
1 x 0,1 = 0,1
C
1 x 0,01 = 0,01
D
1 x 0,001 = 0,001

Slide 5 - Quiz

Welk getal is groter?
7,001 en 7,01
A
7,001
B
7,01

Slide 6 - Quiz

Welke waarde heeft het cijfer 8 in het getal 8 933 520?

Slide 7 - Question ouverte

Zet de decimale getallen op volgorde van groot naar klein.
Sleep het juiste cijfer v/d volgorde er naar toe.
10,103
10,03
9,989
10,001
9,099
9,859
9,99
  1
2
3
4
5
6
7

Slide 8 - Question de remorquage

Schrijf de waarde op van het cijfer 3 in het getal 4325,67

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

81 is een veelvoud van 9
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

38 is een veelvoud van 6
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de eerste 3 veelvouden van 11?
A
11 - 12 - 13
B
11 - 21 - 31
C
11 - 22 - 33
D
11 - 22 - 33 - 44

Slide 13 - Quiz

Schrijf alle delers op van 18.
Zet je antwoorden onder elkaar.

Slide 14 - Question ouverte

Wat zijn delers van 12?
A
2, 3, 4, 6
B
0, 2, 3, 4, 6
C
2, 3
D
1, 2, 3, 4, 6, 12

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Schrijf in cijfers:
3,5 miljard
(met spaties)

Slide 17 - Question ouverte

Schrijf in cijfers:
7,84 miljoen
(met spaties)

Slide 18 - Question ouverte

8 is ...
A
Even
B
Oneven

Slide 19 - Quiz

71 is
A
Even
B
Oneven

Slide 20 - Quiz

Noem alle even getallen onder 10

Slide 21 - Question ouverte

Wat zijn de eerste 5 veelvouden van 3?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Rond het volgende getal af op honderdtallen:
679 150
(met spatie)

Slide 26 - Question ouverte

Rond af op 2 decimalen:
87,892
A
87,89
B
87,8
C
87,90
D
87,9

Slide 27 - Quiz

Rond af op 1 decimaal:
87,849
A
87,85
B
87,8
C
87,84
D
87,9

Slide 28 - Quiz

afronden op 2 decimalen:
4,56734
A
4,56
B
4,6
C
4,567
D
4,57

Slide 29 - Quiz

afronden op 1 decimaal
23,047
A
23
B
23,2
C
23,0
D
23,1

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Bij contant geld rond je een bedrag af op veelvouden van ... cent.
A
1
B
2
C
5
D
10

Slide 33 - Quiz

Er gaan 106 leerlingen en 8 docenten mee op schoolreisje. In een bus passen 52 mensen. Hoeveel bussen zijn er nodig?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive

Welk getal hoort er onder de 6 in de verhoudingstabel?
A
11
B
12
C
16
D
24

Slide 36 - Quiz

Welk getal hoort er onder de 3 in de verhoudingstabel?
A
10
B
12
C
21
D
24

Slide 37 - Quiz

3 kg appels kosten €2,40.
Hoeveel kost 4 kg appels?
A
€ 1,20
B
€ 2,40
C
€ 3,20
D
€ 4,80

Slide 38 - Quiz

Voor 24 pakjes drinken
betaal je €12.
Hoeveel betaal je voor
5 pakjes drinken?

Slide 39 - Question ouverte

Is dit een verhoudingstabel? Leg je antwoord uit.

Slide 40 - Question ouverte

In een klas zitten 24 leerlingen. 18 leerlingen komen op de fiets naar school. Wat is de verhouding?
A
18 staat tot 24
B
6 staat tot 18
C
3 staat tot 4

Slide 41 - Quiz

Schrijf de verhouding zo klein mogelijk!
A
3:5
B
9:15
C
2:5
D
18:30

Slide 42 - Quiz

Bij een slager betaal je 10 euro voor 2 kg vlees.
Het bedrag en het aantal kilo's vlees is in
 Je kan hier een                                        bij maken.
Sleep de juiste waardes in de verhoudingstabel:
gewicht in kg
2
20
8
16
4
bedrag
10
verhouding
verhoudingstabel
100
40
80
20

Slide 43 - Question de remorquage

Welke tabellen zijn verhoudingstabellen?
A
tabel 1 en 3
B
tabel 2 en 3
C
tabel 2, 3 en 4
D
tabel 2 en 4

Slide 44 - Quiz

In de klas van Roos zitten 31 kinderen. De klas gaat varen en in elk bootje passen vier kinderen. Bereken hoeveel bootjes nodig zijn.

Slide 45 - Question ouverte

De kinderen krijgen ook allemaal een appel. In de zak zitten 6 appels. Hoeveel zakken zijn er nodig?
Schrijf je berekening op.

Slide 46 - Question ouverte

Hoeveel decimalen heeft het volgende getal?
56,0931

Slide 47 - Question ouverte