Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
programma week 6.1
terugblik 3.5
herhaling theorie
opdrachten van 3.5 afmaken, de opdrachten die je fout had zijn gereset
Afsluiting
Slide 1 - Diapositive
Terugblik 3.5
Slide 2 - Diapositive
Eén type antistof kan zich aan verschillende typen ziekteverwekkers hechten.
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Wat is een antigen?
A
Een eiwit dat het lichaam gebruikt voor bescherming tegen ziekteverwekkers
B
een lichaamsvreemd molecuul dat een afweereactie oproept
C
Een binnengedrongen bacterie of virus
D
een lichaamscel die wordt aangevallen door een binnegedrongen micro-organisme
Slide 4 - Quiz
Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw
Slide 5 - Quiz
Wat is natuurlijke immuniteit?
A
je bent gevaccineerd en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
B
Je bent ziek geweest en hebt daardoor antistoffen tegen de ziekte.
C
je bent immuun door een vaccinatie
D
je bent immuun zonder ziek geweest te zijn.
Slide 6 - Quiz
Op welke twee manieren kun je immuniteit krijgen? Leg beide manieren uit.
Slide 7 - Question ouverte
Griep wordt veroorzaakt door griepvirussen. Als jonge mensen griep krijgen, worden ze alleen ‘een beetje grieperig’. Daarom worden jonge mensen niet tegen griep gevaccineerd. Voor oude mensen kan de griep wel gevaarlijk zijn. Oude mensen krijgen daarom wel een vaccin tegen griep. Elk jaar verandert het griepvirus een beetje. Oude mensen krijgen daarom elk jaar een nieuw vaccin tegen griep toegediend.
Jojanneke is 13 en heeft griep gehad. Ze was een paar dagen ziek maar is nu hersteld. Welke bewering is juist?
A
Jojanneke heeft kort nadat ze hersteld is geen immuniteit voor griep
B
Jojanneke heeft kort nadat ze hersteld is kunstmatige immuniteit voor griep.
C
Jojanneke heeft kort nadat ze hersteld is natuurlijke immuniteit voor griep.
Slide 8 - Quiz
H3 De bloedsomloop
3.5 Het immuunsysteem (herhaling)
Slide 9 - Diapositive
Aan het einde van de les...
Kun je beschrijven op welke manieren immuniteit werkt en hoe dat kan ontstaan;
Cellen kunnen herkend worden door antigenen. Wanneer je witte bloedcellen de lichaamsvreemde stoffen gaat eten, leert het de antigenen kennen. Zo maken ze voor dat antigen een antistof.
Een antistof is specifiek voor één antigen. > sleutel en slot
Slide 12 - Diapositive
Immuniteit
Vaak word je maar één keer ziek van een ziekteverwekker. Je witte bloedcellen kunnen onthouden welke antistoffen ze moeten maken, je wordt zo immuun (kunt niet meer ziek worden).
Kunstmatig en natuurlijk
Slide 13 - Diapositive
Maar waarom heb je toch steeds een verkoudheid of een griepje?
Een injectie dat bestaat het uit delen van een virusofbacterie of een verzwakte versie. Je lichaam wordt er niet of nauwelijks ziek door, maar je witte bloedcellen leren ze zo wel herkennen en onthouden!
Slide 15 - Diapositive
En tot slot: zijn vaccinaties gevaarlijk?
Kort antwoord: Nee.
Lang antwoord: Nee, ze zijn zorgvuldig getest en onderzocht. Maar net als heel veel andere stoffen kun je er bijvoorbeeld een allergische reactie op krijgen.
Nog langere antwoord: Nee, want: (4.00 t/m. het einde):
Slide 16 - Diapositive
Zelfstandig werken
- Maak opdrachten van bs 3.5
- Klaar? ga oefenen met de flitskaarten en maak van de afsluiting opdracht
Succes!
Slide 17 - Diapositive
Huiswerk: Opdrachten 2, 3, 7 en 8 van 3.5
Volgende les: Gezond leven. Hoe houd je je hart gezond?