Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Noem minimaal 2 dingen die bij Athene hoorde.
Slide 1 - Question ouverte
Noem minimaal 2 dingen die bij Sparta hoorde.
Slide 2 - Question ouverte
Wat betekend "Hellenisme"
A
De verspreiding van de Atheense cultuur.
B
De verspreiding van de Spartaanse cultuur.
C
De verspreiding van de hele Griekse cultuur.
D
Hellenisme, kun je dat eten?
Slide 3 - Quiz
2.5 van mythe naar wetenschap
hoe ontwikkelde zich het wetenschappelijk denken in Griekenland?
Slide 4 - Diapositive
Mythe
Slide 5 - Carte mentale
Slide 6 - Vidéo
De Griekse Goden
Grieken probeerden de wereld om hen heen te verklaren.
Slide 7 - Diapositive
De Griekse Goden
Slide 8 - Diapositive
De schepping..
Bron: Franisco de Goya
Saturn Devouring his Son
1746-1828
Slide 9 - Diapositive
De seizoenen
Bron:
Frans Heintz
The Rape of
Peresphone
1568
Slide 10 - Diapositive
Wie was Homerus?
Slide 11 - Question ouverte
Waarom hadden de Griekse hun goden?
A
Ze hadden veel steun aan hun goden
B
Grieken probeerden door middel van Goden de wereld te verklaren
C
D
Ze vonden de goden fijn.
Slide 12 - Quiz
Wie was de Griekse oppergod en tevens god van de bliksem?
Slide 13 - Question ouverte
Naar de wetenschap...
Uit de verhalen van de mythes kon je veel leren.
verklaring van de natuur, leven en dood, ontstaan van de aarde etc.
Slide 14 - Diapositive
Naar de wetenschap
Grieken kwamen in contact met andere volkeren --> anders naar de mythes kijken.
Grieken gingen steeds meer zelf nadenken over natuurverschijnselen.
Slide 15 - Diapositive
Naar de wetenschap
Sokrates
Dacht na over de mens --> rechtvaardigheid? dapperheid? godheid?
Plato
Leerling van Socrates en leraar van Aristoteles.
Wat is kennis?
Slide 16 - Diapositive
De Eed van Hippocrates
"Ik zweer bij Apollo de genezer, bij Asclepius, Hygia en Panacea en neem alle goden en godinnen tot getuige, om naar mijn beste oordeel en vermogen de volgende eed te houden:
Ik zal naar mijn beste oordeel en vermogen en om bestwil mijner zieken hen een leefregel voorschrijven en nooit iemand kwaad doen.
Slide 17 - Diapositive
Waarom gingen de Grieken anders tegen de mythes aankijken?
Slide 18 - Question ouverte
Leg uit wat filosofie betekent.
Slide 19 - Question ouverte
Wie was geen bekende filosoof?
A
socrates
B
hippocrates
C
plato
D
Aristoteles
Slide 20 - Quiz
Schrijf 3 dingen die op die je vandaag geleerd hebt.