Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
wat weten jullie al over Canada
Slide 2 - Question ouverte
Dieren
De bekende dieren uit Canada zijn: grizzlybeer, de cougar of poema, de eland, grijze wolf, reuze Canadese gans, kariboe, marmot, walvis en bizon.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
er zit wel een foutje in het filmpje er zijn maarliefst achtendertig miljoen mensen afgerond
Slide 5 - Diapositive
met welk land deelt canada een grens?
A
U.K.
B
Rusland
C
Mexico
D
U.S.A
Slide 6 - Quiz
welke telen spreken de meeste mensen?
A
Engels en Duits
B
Engels en Canadees
C
Engels en Amerikaans
D
Engels en Frans
Slide 7 - Quiz
Hoeveel mensen spreken dan ook als moedertaal Frans? (ongeveer)
A
6 miljoen
B
8 miljoen
C
7 miljoen
D
9 miljoen
Slide 8 - Quiz
op welke plaats staat canada met 9.985.000 km² in de top vijf grootste landen?
A
1de
B
3de
C
5de
D
2de
Slide 9 - Quiz
hoeveel mensen wonen er ongeveer in Canada? (afgerond)
A
35 miljoen
B
36 miljoen
C
38 miljoen
D
37 miljoen
Slide 10 - Quiz
Feestdagen/tradities
(ik heb zelf drie feestdagen/tradities uitgekozen deze vond ik het meest bijzonder)
1: victoria day
2: Canada day
3: thanksgiving
Slide 11 - Diapositive
Geloven
De geloven zijn verdeeld bijna de helft is rooms katholiek (vooral de mensen met Franse afkomst) en er zijn ook protestanten (die mensen komen meer uit Groot-Brittannië er zijn ook andere geloven zoals: Jodendom, Boeddhisme en de Islam.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Waar komen de meeste buitenlandse geboren canadezen vandaan?
A
China, India en de Filippiijnen
B
Indonesië, India en Brazilië
C
Indonesië, Argentinië en Brazilië
D
China, Argentinië en Filippijnen
Slide 14 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Canada?
A
Toronto
B
Vancouver
C
Montreal
D
Ottawa
Slide 15 - Quiz
In welke provincie ligt Ottawa?
A
Manitoba
B
Quebec
C
Ontario
D
Columbia
Slide 16 - Quiz
nu weetjes en feitjes maar eerst een filmpje
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Eten!
Als ontbijt eten ze: ontbijtgranen, yoghurt, fruit, pancakes, eieren sandwiches of toast.
Als lunch: poutine en veel vlees zoals: zalm, bizon en kabeljouw. (gewoon veel wild vlees)
Avond eten:eigenlijk het zelfde als lunch zo beetje
En als laaste snacks en toetjes: beaverrtail, nainamo bar, ceaser, muntchocolade, rootbeer en maple syrup.
Slide 19 - Diapositive
Wat lijkt jou het lekkerst. (alles is goed)
A
Ontbijt
B
Lunch
C
Avondeten
D
Snacks/toetjes
Slide 20 - Quiz
sporten
Top 5
1: ijshockey
2: lacrosse
3: voetbal
4: basketbal
5: cricket
Slide 21 - Diapositive
wat vind jij leuk of wat doe jij van deze sporten?