H2.2 - Les 5: Rivieren van ijs

Hoe is deze vallei gevormd?      
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 33 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoe is deze vallei gevormd?      

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Van de bergen
naar de zee



H2.2: Rivieren van ijs


zlb@st-maartenscollege.nl

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Aardbevingen in Marokko
Gebruik kaart 181C in de atlas (GB55):
  1. Welke 2 platen veroorzaakten de aardbeving?
  2. Welke plaatbeweging maken deze platen?
  3. Hoe veel aardbevingen met een kracht van boven                                                   de 6 zijn er geweest in Marokko sinds 1980?
  4. Hoe groot is het aardbevingsrisico in Marrakech?
  5. Wat is de naam van het gebergte waar de aardbeving plaats vond?
  6. Waarom zijn er zo veel slachtoffers bij een relatief lichte aardbeving?
Schrijf de antwoorden samen met je buur in je schrift.
De locatie van de
aardbeving was tussen 
Marrakech and Agadir

Slide 7 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

VAN DE BERGEN NAAR DE ZEE
H2.2: Rivieren van ijs

Slide 8 - Diapositive

H2.2: Rivieren van ijs

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Lesdoelen van vorige les
  1. Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, firnbekken en gletsjer.
  2. Je kunt 3 soorten morenen benoemen met de juiste locatie bij een gletsjer.

Slide 11 - Diapositive

CHECK 2 T/M 4
Belangrijke opgaven om te leren!!

Slide 12 - Diapositive

2
1. Gletsjerpoort
2. Eindmoreen
3. Glacier-fed river
4. Lateral moraine
5. Glacier

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

MORAINES

Slide 16 - Diapositive

4
1. Firnbekken
2. Gletsjer
3. Gletsjerpoort
4. Zijmorenen

Slide 17 - Diapositive

Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, firnbekken en gletsjer (B87).


firn
 - korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
firnbekken - Een verzameling overjarige sneeuw hoog in de bergen.

Slide 18 - Diapositive

Overgang van sneeuw naar ijs

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Doelen van vandaag
  1. Je kent de verschillen in ontstaanswijze tussen een U-vormig dal en een V-
    vormig dal uitleggen
  2. Je kunt de begrippen gletsjertunnel, gletsjerpoort en een gletsjerrivier met elkaar
    in verband brengen
  3. Je kunt uitleggen hoe het verweringsmateriaal wordt meegevoerd door 4
    verschillende transporteurs (B83).

Slide 23 - Diapositive

V-dal
veroorzaakt door een rivier
U-dal
veroorzaakt door een gletsjer

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Je kunt de begrippen gletsjertunnel, gletsjerpoort en een gletsjerrivier met elkaar in verband brengen

Slide 26 - Diapositive

Neem basisboeknummer 83 voor je.

Je kunt uitleggen hoe het verweringsmateriaal wordt meegevoerd door 4 verschillende transporteurs (B83).

Schrijf de 4 vervoerders op met daarbij een goed voorbeeld.

Slide 27 - Diapositive

Hoe kan dit verplaatst worden?

Slide 28 - Diapositive

OPEN B118
De grote en kleine waterkringloop
En open opdracht 6 in je werkboek

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Aan de slag!
  • Lees de tekst op pagina 30/31 in je lesboek.
  • Maak opdracht 6 t/m 8 van paragraaf 2.
  • Gebruik basisboeknummers 83 en 118.

Regels wanneer je aan het werk bent: 
  • Je mag samenwerken (fluisterend)
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op. 

KLAAR? Maak opdracht 1 van H2.2


Slide 31 - Diapositive

Samen met je buur!
Bedenk een atlasvraag over een van de volgende onderwerpen:
  • Het ontstaan van bergen
  • Gletsjers
  • Rivieren

  1. Zoek een kaart over een van deze onderwerpen (schrijf de blz. + naam van de kaart op).
  2. Bedenk hier een vraag over waarin een begrip uit paragraaf 1 of 2 terugkomt.
  3. Zorg ervoor dat de informatie uit de kaart te halen is.

Klaar? Vraag een post-it, schrijf de kaartnaam + blz op met de vraag.
Komt misschien
terug in je toets!!

Slide 32 - Diapositive

Huiswerk

Maak opdracht 5 - 9 + 12 van paragraaf 2.

Slide 33 - Diapositive