Examen Spreken (= presenteren)

Uitleg en voorbereiding 
op het examen Spreken 2F 



1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Uitleg en voorbereiding 
op het examen Spreken 2F 



Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je weet waar je presentatie over moet gaan.
  • Je weet hoe je je moet voorbereiden op je                         presentatie.
  • Je weet hoe je een presentatie opbouwt.
  • Je weet hoe een goede PowerPoint eruit ziet.

Slide 2 - Diapositive

Examen Spreken 2F
  • Je maakt eerst een PowerPoint over je stage.
  • Daarna kun je een afspraak maken voor het examen.
  • Je doet het examen voor een aantal studenten. 
  • Het examen wordt opgenomen (alleen geluid).

Slide 3 - Diapositive

Spreken 2F - Precondities
  • Nederlands gesproken
  • Verstaanbaar
  • Minimaal 80% uitgewerkt
  • 4 -6  minuten! 

> anders geen beoordeling. 

Slide 4 - Diapositive

Goede voorbereiding is belangrijk
- Planning
- Informatie verzamelen
- Opbouw
- Signaalwoorden (zie blz. 201 A-boek)
- Oefenen (voor je ouders/vriend etc. en time het!)


 

















Slide 5 - Diapositive

Inleiding

  1. Maak het publiek nieuwsgierig en introduceer het onderwerp.
  2. Stel jezelf voor.
  3. Vertel hoe jouw presentatie is opgebouwd.
  4. Maak duidelijk wanneer ze vragen kunnen stellen.

Slide 6 - Diapositive

Middenstuk
  1. Behandel de deelonderwerpen in een logische volgorde.

  2. Zorg voor samenhang in jouw presentatie.
    Gebruik daarvoor signaalwoorden (ten eerste, daarna, want)

Slide 7 - Diapositive

Wat is het tekstverband bij het signaalwoord 'daardoor'?
A
tijd
B
samenvatting
C
oorzaak-gevolg
D
opsomming

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'maar'?
A
tegenstelling
B
voorwaarde
C
tijd
D
conclusie

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'zoals'?
A
reden
B
conclusie
C
tijd
D
voorbeeld

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstverband van het signaalwoord 'kortom'?
A
voorwaarde
B
vergelijking
C
samenvatting
D
conclusie

Slide 11 - Quiz

Slot
  1. Geef een korte samenvatting.
  2. Vraag of er nog vragen zijn.
  3. Bedank het publiek.

Slide 12 - Diapositive

PowerPoint
  • Wat is het doel van een PowerPointpresentatie?
  • Opbouw en inhoud 
  • Ondersteunen en  toevoegen 



Slide 13 - Diapositive

Algemene tips PowerPoint
Een PowerPoint is bedoeld ter ondersteuning van jouw verhaal. Dus:

  • Houd de informatie kort: gebruik steekwoorden!
  • Zet maximaal vijf à zes regels tekst op één dia
  • Geef elke dia een korte titel die duidelijk maakt wat het deelonderwerp is.
  • Gebruik liever een duidelijke foto dan tekst.
  • Controleer altijd of de tekst voor iedereen goed te lezen is en of er geen taalfouten in staan.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Presenteren.... kun je leren!

Slide 19 - Diapositive

Houding
- Sta met twee benen op de grond. 
- Je armen langs je lichaam. 
- Rug recht, schouders naar achteren. 
- Ogen het publiek in. 

Slide 20 - Diapositive

In een presentatie gebruik je verbale en 
non-verbale communicatie. 

Slide 21 - Diapositive

Wat is verbale communicatie?
A
Spreken
B
Spreken en luisteren
C
Met handen en voeten praten
D
Afbeeldingen gebruiken

Slide 22 - Quiz

Wat is een voorbeeld van non-verbale communicatie? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Spreken
B
Praten met handen en voeten
C
Lichaamshouding
D
Van je gezicht aflezen

Slide 23 - Quiz

Spreken 2F: opdracht beroepenmarkt.
  • Je hebt je BPV (stage) afgerond. Je geeft een presentatie  op een beroepenmarkt bij jou op school over je stageperiode. De presentatie geef je aan studenten van jouw opleiding die nog geen stageperiode hebben gehad.
  • Het doel van deze presentatie is dus informeren.


Slide 24 - Diapositive

Welke deelonderwerpen moet je behandelen?
  1. Stagebedrijf (algemene info)
  2. Meer informatie over je bpv (Denk aan wat voor bedrijf het is, hoeveel mensen er werken, wat voor mensen er werken, gebouw etc.)
  3. Twee redenen waarom je voor dit stagebedrijf hebt gekozen. 
  4. Je vertelt over je werkzaamheden.
  5. Algemene ervaringen in het bedrijf.
  6. Advies en leg uit waarom je dit advies geeft.
  7.  Afsluiting en eventueel vragen beantwoorden.

Slide 25 - Diapositive

Spreken 2F - Beoordelingscriteria
  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Verstaanbaarheid en grammaticale beheersing 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo