Internationale handel

Internationale handel
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Internationale handel

Slide 1 - Diapositive

Internationale handel

Slide 2 - Carte mentale

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


De Nederlandse economie wordt omschreven als een open economie. Een open economie maakt een land economisch kwetsbaar. Geef één argument waarom een open economie een land economisch kwetsbaar maakt. 

Slide 6 - Question ouverte


Een open economie kan ook leiden tot een hogere welvaart voor de inwonders van een land. 
Geef één argument waarom een open economie kan leiden tot meer welvaart voor de inwoners van een land. 

Slide 7 - Question ouverte

Op welke wijze profiteert de Nederlandse economie van een toename aan bestedingen in de VS?
A
De bestedingen door Nederlanders in Nederland nemen af.
B
De bestedingen door Nederlanders in Nederland nemen toe.
C
Nederland exporteert dan meer naar de VS.
D
Nederland importeert dan meer producten uit de VS.

Slide 8 - Quiz

Twee Nederlanders gaan op vakantie naar IJsland. Is er voor IJsland sprake van import of export?
A
Export, want er gaat geld vanuit het buitenland naar IJsland.
B
Export, want er gaat geld vanuit IJsland naar het buitenland.
C
Import, want er gaat geld vanuit het buitenland naar IJsland.
D
Import, want er gaat geld vanuit IJsland naar het buitenland.

Slide 9 - Quiz

Wanneer heeft een land een open economie?

Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Waarom stijgt de gemiddelde prijs in IJsland als de koers van de IJslandse kroon daalt?

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het gevolg van de lage wisselkoers van de IJslandse Kroon voor de omvang van de IJslandse export.

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

In de EU is er vrij verkeer van....

Slide 18 - Carte mentale

Slide 19 - Diapositive

Lech is een 18 jarige jongen uit Polen, hij wil in Nederland gaan werken. Welke regeling maakt het voor Lech mogelijk om in Nederland te gaan werken?

Slide 20 - Question ouverte

Een groot gedeelte van de Nederlandse handel gaat naar landen binnen de EU. Geef hier een verklaring voor.

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen de EU en de Europese Monetaire Unie (EMU)?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Waarom hebben sommige ontwikkelingslanden nadeel van de exportsubsidie die de EU aan verschillende sectoren geeft?

Slide 25 - Question ouverte

Noem een voordeel voor IJslandse bedrijven als IJsland lid zou worden van de EMU.

Slide 26 - Question ouverte

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Een lager rentepercentage stimuleert de economie maar kan ook leiden tot hogere inflatie. Leg uit in twee stappen dat een lager rentepercentage kan leiden tot een hogere inflatie.

Slide 29 - Question ouverte

De ECB streeft naar stabiele prijzen in de EU. Wat is een andere taak van de ECB in europa?
A
Bij de ECB kan je binnen Europa geld pinnnen.
B
Bij de ECB kunnen producenten geld lenen.
C
De ECB regelt de uitgifte van bankbiljetten.
D
De ECB zorgt voor kredietverlening aan consumenten.

Slide 30 - Quiz

Einde

Slide 31 - Diapositive