BSR 1bk 26/2 Thema D 4 Interviews

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

Bespreek het huiswerk in tweetallen.

Lees de theorie op blz. 182 of 183.

Klaar? Verder in je leesboek.

§3 Vragen stellen

§4 Interview

Startopdracht:

HELDEN

THEMA D

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag

IN DEZE LES:

Thema D - Helden

1. Paragraaf 3 bespreken.

2. Uitleg: inleiding, middenstuk en slot.

3. Werken aan paragraaf 4.

4. Leesboek.

5. Afsluiten

• Je herkent het verschil tussen open en gesloten vragen.
• Je kunt hoofdzaken uit interviewfragmenten halen.

Lesdoelen

In een thema komen meerdere onderdelen van Nederlands samen. We ronden een thema niet af met een toets, maar met een product (paragraaf 8).

THEMA D  

HELDEN

We gaan verder op blz. 182-183.

Open en gesloten vragen

In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen.

Er zijn twee soorten vragen:

1. Gesloten vragen: er is maar één antwoord mogelijk. Vaak is dat ja of nee.

2. Open vraag: je krijgt een uitgebreid(er) antwoord. Deze vragen beginnen vaak met: hoe, waarom of wat.

De indeling
van een tekst

Om een tekst te begrijpen, is het handig om te weten hoe een tekst in elkaar zit. Een goede tekst bestaat (meestal) uit

drie delen.

 - Een inleiding;

- een middenstuk;

- een slot.

is het eerste deel van een interview

• In de inleiding wordt de geïnterviewde voorgesteld. De lezer krijgt een antwoord op de vraag wie de geïnterviewde is en waarover het interview gaat.

De inleiding

• Het middenstuk bestaat uit de vragen van de interviewer en de antwoorden van de geïnterviewde.

Het middenstuk

is het grootste gedeelte van het interview

• Het slot bestaat vaak uit een slotvraag (de laatste vraag) en het antwoord van de geïnterviewde.

Het slot

is het laatste stuk van het interview

Huiswerk bespreken

Opdracht 1 t/m 4 

Blz. 180-181.

Inleiding, middenstuk of slot?

Welk stukje tekst past het best bij de inleiding?

inleiding

Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uitziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!

We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.

Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Welk stukje tekst past het best bij het middenstuk?

middenstuk

Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uitziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!

We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.

Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Welk stukje tekst past het best bij het slot?

slot

Iedereen voelt zich weleens onzeker. Omdat je denkt dat je er niet goed uitziet of dat je er niet bij hoort. Zorg dat je zekerder van jezelf wordt!

We zullen uitleggen hoe dat precies zit. Avondmensen beginnen pas laat op gang te komen. Ze snappen niet dat anderen aan het eind van de dag moe zijn.

Zorg dus dat je altijd de waarheid vertelt. Pas al je mentor weet wat er echt is gebeurd, kan hij je helpen het probleem op te lossen.

Inleiding

Middenstuk

Slot

Inleiding

Middenstuk

Middenstuk

Slot

Alinea

Tussenkopje

Inleiding

Beeld

Titel

Aan het werk

Wat?	Thema D §4 Interview. Basis : Opdracht 1 en 2 (blz. 182-184). Kader : Opdracht 1 en 2 (blz. 182-183).
Hoe?	Zelfstandig, met oordopjes!
Hulp	De 4 B's en het oogje.
Tijd	Timer.
Klaar?	Optie 1: Verder in je leesboek. Optie 2: Paragraaf 3 afmaken. Optie 3: Verdiepen in het thema via de website van de mediatheek.

Extra

website

• Je herkent het verschil tussen open en gesloten vragen.
• Je kunt hoofzaken uit interviewfragmenten halen.

Lesdoelen

'Ik weet het verschil tussen open en gesloten vragen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010

'Ik kan hoofdzaken uit een interview(fragment) halen.'
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

010