Les 2 lidwoorden rangtelwoorden

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Was machen wir heute?

• Herhaling lidwoorden
• Rangtelwoorden
• Aan het werk!

Lidwoorden

Leerdoel: Je kunt bepalen welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort.

Onkel

1. der
2. die
3. das

Junge

1. der
2. die
3. das

Haustier

1. der
2. die
3. das

Suppe

1. der
2. die
3. das

Flasche

1. der Flasche
2. die Flasche
3. das Flasche

Stunde

1. der
2. die
3. das

Restaurant

1. der
2. die
3. das

Übung

1. der
2. die
3. das

Landschaft

1. der
2. die
3. das

Bäumchen

1. der
2. die
3. das

Schlange

1. der
2. die
3. das

Katze

1. der
2. die
3. das

Sohn

1. der
2. die
3. das

Leerdoel: Je kunt bepalen welk lidwoord bij een zelfstandig naamwoord hoort.

😒🙁😐🙂😃

Rangtelwoorden

Rangtelwoorden t/m 19 -te achter het getal

Rangtelwoorden vanaf 20 -ste achter het getal

getal 

+ 

te

getal 

+ 

ste

uitzondering

7e

1e 

19e 

5e 

30e 

29e 

24e

2e 

8e

22e 

10e 

18e

3e

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 1e

1. einste
2. einsste
3. erste
4. eerste

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 17e

1. siebzehnte
2. siebenzehnte
3. siebzehnste

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 8e

1. achtte
2. achte
3. achtste

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 30e

1. drießigste
2. dreißigte
3. drießigte
4. dreißigste

Kies de juiste vorm van het Duitse rangtelwoord: 3e

1. dreite
2. drite
3. dritte
4. dreiste

vierte Person von Links

zweite Person von Rechts

erste Person von Links

fünfte Person von Rechts

dritte Person von Links

erste Person von Rechts

vierte Person von links

zweite Person von rechts

erste Person von links

fünfte Person von rechts

dritte Person von links

erste Person von rechts