Nieuwsbegrip week 9 leven op Mars

Nieuwsbegrip week 9

Zoeken naar sporen van leven op Mars
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Nieuwsbegrip week 9

Zoeken naar sporen van leven op Mars

Slide 1 - Diapositive


Doel van de les

1.  Actief lezen
2. Achterhalen van de betekenis van woorden

Slide 2 - Diapositive

Opdracht:
Ga met je buurman/vrouw kijken naar de belangrijkste woorden van iedere alinea. Je gaat overleggen wat nu echt de belangrijkste woorden zijn. Kom samen tot de drie belangrijkste per alinea. Zet die woorden voor de kantlijn. 

Let op! Je krijgt hiervoor 5 minuten.

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nu al over de tekst?

Slide 4 - Carte mentale

Lees de inleiding

Slide 5 - Diapositive

Wat is het nieuws over Mars?

Slide 6 - Question ouverte

Lees zeven maanden onderweg

Slide 7 - Diapositive

Welke landen stuurden tegelijk een ruimtevaartuig naar Mars en hoe heten die ruimtevaartuigen?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom was het geen toeval dat de drie landen 7 maanden geleden bijna tegelijk een ruimtevaartuig naar Mars stuurden?

Slide 9 - Question ouverte

Lees huzarenstukje

Slide 10 - Diapositive

Waarom was de landing van de Perseverance een huzarenstukje?

Slide 11 - Question ouverte

Lees rode planeet

Slide 12 - Diapositive

Wat zijn kenmerken van Mars?

Slide 13 - Question ouverte

Lees bacteriën

Slide 14 - Diapositive

Waarom gaat de Perseverance de Jezero-krater verkennen?

Slide 15 - Question ouverte

Opdracht woordenschat:
Zo meteen krijg je een aantal woorden. Jij moet uit de tekst halen wat deze woorden betekenen.

Slide 16 - Diapositive

Wat betekent het woord:
dergelijke (r.6)

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent het woord:
arriveren (r.13)

Slide 18 - Question ouverte

Wat betekent het woord:
cirkelen (r.18)

Slide 19 - Question ouverte

Wat betekent het woord:
de missie (r.20)

Slide 20 - Question ouverte

Wat betekent het woord:
immens (r.37)

Slide 21 - Question ouverte