V5pstl1

Unidad 2
El reino donde el sol nunca se pone
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Unidad 2
El reino donde el sol nunca se pone

Slide 1 - Diapositive

vine - venía

Slide 2 - Question ouverte

hice - hacía

Slide 3 - Question ouverte

hizo - hacía

Slide 4 - Question ouverte

fui - iba

Slide 5 - Question ouverte

fue - iba

Slide 6 - Question ouverte

fui - era

Slide 7 - Question ouverte

fue - era

Slide 8 - Question ouverte

tuve - tenía

Slide 9 - Question ouverte

tuvo - tenía

Slide 10 - Question ouverte

tuvo
A
hij had
B
ik had
C
zij ging
D
jij ging

Slide 11 - Quiz

Wat is de andere vertaling voor "hij had"?

Slide 12 - Question ouverte

fui
A
hij was
B
ik was
C
ik had
D
hij kwam

Slide 13 - Quiz

wat is de andere vertaling van "ik was"?

Slide 14 - Question ouverte

era

Slide 15 - Question ouverte

fui

Slide 16 - Question ouverte

iba

Slide 17 - Question ouverte

fue

Slide 18 - Question ouverte

vino

Slide 19 - Question ouverte

vine

Slide 20 - Question ouverte

hizo

Slide 21 - Question ouverte

hice

Slide 22 - Question ouverte

Imperfecto (regelmatig)

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

El indefinido

Slide 25 - Diapositive

indefinido onregelmatig 
ik-vorm 

hice
vine
tuve
estuve 
fui
fui 


hij-vorm 

hizo
vino
tuvo
estuvo
fue
fue

Slide 26 - Diapositive

ik-vorm imperfecto

hacía
venía
tenía
estaba
iba
era

hij-vorm imperfecto

hacía
venía
tenía
estaba
iba
era

Slide 27 - Diapositive

hacía
A
zij ging
B
zij deed
C
ik had
D
ik kwam

Slide 28 - Quiz

wat is de andere vertaling van "zij deed"?

Slide 29 - Question ouverte

hice
A
zij maakte
B
ik maakte
C
ik was
D
jij ging

Slide 30 - Quiz

Wat is de andere vertaling van "ik maakte"?

Slide 31 - Question ouverte

Hij ging altijd naar de Jumbo.                   Gisteren ging hij naar de Albert Heijn.
Ik ging altijd naar de supermarkt.           Gisteren ging ik naar de markt.
Ik had nooit genoeg geld.                           Gisteren had ik niet genoeg geld.
Ik maakte altijd gezond eten.                    Gisteren maakte ik een gezonde lunch.
Ik kwam iedere zomer naar Spanje.        Vorige zomer kwam ik naar Spanje.
Vroeger waren de winters koud.               Gisteren was een mooie dag.


Slide 32 - Diapositive

Deze week afmaken: 
21, 23, 24, 40, 42, 43

Slide 33 - Diapositive

La semana que viene:
Proyecto: las fiestas españolas
En grupos de dos. Elige una fiesta española.
Escribe un texto informativo sobre esta fiesta.
Puedes usar Lenguateca D
¿Qué fiesta es?
¿Cúando se celebra?
¿Qué se celebra?
¿Cómo se celebra?
¿Cuál es el origen de esta fiesta?
¿Qué opinas de la fiesta?


Slide 34 - Diapositive

Fiestas españolas

Slide 35 - Diapositive