5V 2 juni 2020 (les 1 spreekvaardigheid)

parler français
comme un francophone
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

parler français
comme un francophone

Slide 1 - Diapositive

Spreekgemak
  • tempo
  • doeltaal
  • reactiesnelheid
  • improvisatie

Slide 2 - Diapositive

Uitspraak
  • kenmerken uitspraak Frans
  • filmpje
  • uitspraakgenerator

Slide 3 - Diapositive

Waar zit een groot verschil tussen in het Frans?

Slide 4 - Question ouverte

Wat gebeurt er met veel Franse letters op het eind van een woord?

Slide 5 - Question ouverte

9

Slide 6 - Vidéo

00:35
Er wordt gezegd "le français a été créé par les artistes". Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is de "e muet" in het Nederlands?

Slide 8 - Question ouverte

00:52
Waar zit een groot verschil tussen in het Frans?

Slide 9 - Question ouverte

01:26
Wat gebeurt er met veel Franse letters op het eind van een woord?

Slide 10 - Question ouverte

Wat moet je met de letter R doen?

Slide 11 - Question ouverte

01:32
Wat is het doel van al die letters die niet worden uitgesproken?

Slide 12 - Question ouverte

01:37
Wat is de "e muet" in het Nederlands?

Slide 13 - Question ouverte

Waarom is de uitspraak van het Frans zo ingewikkeld?

Slide 14 - Question ouverte

01:53
Wanneer wordt de "e muet" wel uitgesproken?

Slide 15 - Question ouverte

02:06
Wat moet je met de letter R doen?

Slide 16 - Question ouverte

02:35
In de bedscène gaat het over de "voyelles nasales". Wat zijn dat?

Slide 17 - Question ouverte

03:03
Waarom is de uitspraak van het Frans zo ingewikkeld?

Slide 18 - Question ouverte

Vergeet niet...
  • liaison
  • ww: - er en - ent
  • neusklanken: un / an / en / am / em / in / etc...

Slide 19 - Diapositive

Even oefenen...
  • Le plat trop plein ploie sous le poids ou ne ploie point.
  • Suis je bien chez ce cher Serge?
  • Trois gros rats gris dans trois gros trous ronds rongent trois gros croûtons ronds.
  • Cinq chiens chassent six chats.

Slide 20 - Diapositive

Kapstopwoorden

Slide 21 - Diapositive

et pour la semaine prochaine...
spreek een stukje over jezelf in via TEAMS spraakbericht

Slide 22 - Diapositive