2HV Ch6 Bron D

Chapitre 6 Bron C
GRAMMAIRE
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Chapitre 6 Bron C
GRAMMAIRE

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les:
  • Kan je het vraagwoord QUEL op de juiste wijze  gebruiken in een zin in het Frans.
  • Heb je herhaald hoe je moet klokkijken
  • Ben je goed voorbereid op het SO van volgende week!


Les is afgelopen rond 10.40 uur (10 min eerder)

Slide 2 - Diapositive

Het vraagwoord quel

Quel = welk(e)/wat

Quel past zich aan het zelfstandig naamwoord aan waar het bij hoort.

Quel est ton plat (m) préféré?

Quelle est ta matière (v) préférée?

Quels sont tes pays (mv m) préférés?

Quelles sont tes villes (mv v) préférées?


Slide 3 - Diapositive

Wat of Welke?
        quel / quelle / quels / quelles   +   vorm van être  =  wat
Quelle est ta matière préférée?  =  Wat is je lievelingsvak?
Quel est ton plat préféré?              =  Wat is je lievelingsgerecht?
Quels sont vos hobbys?                =  Wat zijn uw hobbys?
                  In alle andere gevallen betekent het welk(e).
Quel livre tu préfères?     Welk boek heb jij het liefst?
Quelle maison est la plus belle?  Welk huis is het mooist?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Zijn jullie er klaar voor?
Log in met de code en doe mee met de quiz!

Slide 6 - Diapositive

Le sport
A
quels
B
quelle
C
quel
D
quelles

Slide 7 - Quiz

Les matières (v)
A
quel
B
quelles
C
quels
D
quelle

Slide 8 - Quiz

La classe
A
quel
B
quels
C
quelles
D
quelle

Slide 9 - Quiz


............... est ton jean préféré?

A
quels
B
quelles
C
quel
D
quelle

Slide 10 - Quiz

......... sont tes matières préférées?
A
quel
B
quelle
C
quels
D
quelles

Slide 11 - Quiz

........est le pays le plus peuplé du monde?
A
quels
B
quelle
C
quel
D
quelles

Slide 12 - Quiz

Kloktijden
Kijk op blz. 158 van je boek!

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

1. Het is 5 uur

Slide 19 - Question ouverte


2. Het is 12 uur 's nachts

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

1. Het is kwart over 7

Slide 23 - Question ouverte


2. Het is kwart over 12 's middags

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

1. Het is half 11

Slide 27 - Question ouverte


2. Het is half 1 's nachts

Slide 28 - Question ouverte

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive


1. Het is kwart voor 8.

Slide 31 - Question ouverte


2. Het is kwart voor 12 's middags

Slide 32 - Question ouverte

5 over, 20 over, 10 over etc.
Il est une heure cinq
il est deux heures dix-huit
il est huit heures vingt
il est onze heures vingt-cinq

Slide 33 - Diapositive

het is kwart over vier

Slide 34 - Question ouverte

Het is vijf voor half drie

Slide 35 - Question ouverte

het is half zeven

Slide 36 - Question ouverte

Het is vijf over vier

Slide 37 - Question ouverte

C'est la fin🏁
.

Slide 38 - Diapositive

Huiswerk:
Maken: bron C & D

Selectie opdrachten C: ex. 14ab, 15abd
Bron D: ex. 17abcde, 19

Slide 39 - Diapositive