Griekse Polis MWT

Je eigen Griekse polis - project
Maatwerktijd Geschiedenis
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Je eigen Griekse polis - project
Maatwerktijd Geschiedenis

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk tijdvak is dit?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een nieuw tijdvak:
De tijd van Grieken en Romeinen.
(3000 v.Chr. - 500 na Chr.)

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Introductie
In deze opdracht ga je in groepjes een eigen stadstaat (polis) maken. Je zult zien dat er in de Oude Griekse wereld veel verschillende stadstaten waren die allemaal op hun eigen manier geregeld werden. 
Onderdelen die jullie gaan bedenken voor jullie polis:
- Plek
- Bestuursvorm (hebben jullie een koning? of misschien bepalen de inwoners de regels?)
- Beschermgod
- Ontstaansmythe (Verhaal over hoe jullie polis is ontstaan)
- Wetenschapper en kunstvorm

Maak hier een wijze keuze in… 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdens de lessen werken jullie aan deelopdrachten, deze opdrachten verwerk je uiteindelijk in de eindopdracht

Jullie gaan een poster en presentatie maken over jullie eigen polis

Eisen: presentatie duurt ongeveer 5 minuten, ieder groepslid zegt wat in de presentatie en de poster wordt  gebruikt.
EINDOPDRACHT
1
2

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indeling van dit project + leerdoelen
          plek              bestuur      beschermgod       mythen       wetenschap
De leerling kan:
  • De oude Griekse wereld beschrijven (gebruikmakend van de begrippen stadstaat, kolonies en nijverheid)
  • Met een voorbeeld uitleggen dat er culturele eenheid was in de Griekse wereld.
  • Inhoud kunnen geven aan het begrip polis / stadstaat.
1
De leerling kan:
  • Het verschil uitleggen tussen de staatsvormen: aristocratie, monarchie, oligarchie, democratie en tirannie en deze herkennen in een bron.
  • Het verschil tussen een directe en indirecte democratie benoemen.
  • • Beargumenteren/betogen wat de voor- en nadelen zijn van deze verschillende staatsvormen.
2
De leerling kan:
  • Twaalf Griekse goden benoemen en herkennen aan hun attributen.
  • Beargumenteren waarom bepaalde goden beter bij een polis horen dan anderen.
3
De leerling kan:
  • De culturele functie omschrijven van mythes.
  • Aangeven hoe oude Griekse mythes nu nog relevant kunnen zijn.
4
De leerling kan:
  • In eigen woorden vertellen hoe observatie en onderzoek ervoor zorgde dat Grieken voor het eerst wetenschappers kreeg.
  • Verschillende Griekse wetenschappers/filosofen benoemen en wat hun bijdrage was aan de academische wereld.
  • Vanuit een bron herkennen of er sprake is van wetenschappelijk denken.
5

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een polis?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het oude Griekenland waren veel gebieden van elkaar gescheiden door bergen of door zee. 
Hierdoor ontstonden er op veel verschillende plekken stadstaten.
 Zo’n stadstaat werd een polis genoemd.

Een polis bestond uit een stad met een omliggend stuk land. 
Niet elke polis was precies hetzelfde. Iedere stad had een eigen baas die bepaalde welke regels er waren in de polis.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Athene
Athene is een polis.
De polis ligt in het zuiden van Griekenland
In Athene mogen mensen die in de stad wonen zélf stemmen welke regels er zijn. 



Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld: Sparta
Sparta is een polis.
De polis ligt ook in het zuiden van Griekenland
In Sparta bepalen twéé koningen samen welke regels er zijn. 



Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een naam voor jullie polis.
Vergeet niet om deze heel Grieks te laten klinken. Je mag ook een bestaande naam gebruiken zoals: Mycene, Knossos, Thebe, Delphi, Athene, Sparta, Epidaurus, Corfu, Epirus, Olympia of Korinthe.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 2

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Zoek samen met je groepje op internet naar afbeeldingen van het Griekse landschap
Een beeld krijgen van Griekenland

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt er op aan het landschap van Griekenland?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit wat de natuurlijke barrières te maken hebben met het ontstaan van zoveel verschillende poleis.

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kies de beste plek uit voor jullie polis op deze kaart
Sleep het bolletje op de kaart om de plek die jullie gekozen hebben aan te geven
1

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Je krijgt een groot tekenvel van je docent. Je gaat hier met je groepje de omtrek van het eiland, de kuststreek of het binnenland op uittekenen. Dit doe je eerst met potlood en als je dit klaar hebt trek je het met stift over. (gebruik hiervoor google maps!)
  

Geef gebieden aan waar hoge bergen zijn en waar water (rivieren of zee) is (laat dit ook terugkomen in een legenda!) Hier kan namelijk geen polis gebouwd worden. Let op dat je wel nog ruimte overhoudt voor de polis!

Deelopdracht 1
1
2

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 3

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke staatsvorm?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!

Slide 26 - Diapositive

Uitleg geven op het bord over de staatsvormen, deze dia gebruiken als naslagwerk voor de leerlingen
Neem onderstaand schema over en vul verder in.
Geef per bestuursvorm één voordeel en één nadeel
Bestuursvorm
Voordeel
Nadelen
Monarchie
-

-

Aristocratie
-

-

Tirannie
-

-

Democratie
-

-

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt veel voordelen en nadelen besproken van allerlei bestuursvormen. Je zult ook gezien hebben dat een democratie net zoveel voor- en nadelen heeft dan de rest van de bestuursvormen. Discussieer met je groepje welke staatsvorm jullie polis krijgt.  


Schrijf samen een argumentatie waarom jullie staatsvorm de beste is waarbij je de voordelen in een lopend verhaal opsomt en de negatieve argumenten ontkracht. (Ongeveer 100 woorden)

Deelopdracht 2
1
2

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 4

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke beschermgod?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de berg Olympus, de hoogste berg van Griekenland, verbleven de Olympische goden. De goden gingen regelmatig naar beneden om mensen te helpen, te straffen en zelfs om kinderen te maken. Als er een kind geboren werd dat van een mens en een god afkomstig is, is het een halfgod. De halfgoden hadden bijzondere eigenschappen. Ze verrichtte heldendaden en ze werden door iedereen bewonderd. 

De twaalf olympische goden waren bijna allemaal oppermachtig, als de macht van de ene god ophield, begon de macht van een andere god. Alleen Zeus was echt oppermachtig. In een heleboel dingen leken de goden op de mensen. Ze hadden dezelfde emoties en ook dezelfde zwakke plekken.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik op de vraagtekens voor meer informatie!
Zeus                           Poseidon                       Hades                            Hera                          Demeter                         Hestia                          Athena
   Apollo                       Artemis                           Ares                         Aphrodite                 Hephaistos                      Dionysos                      Hermes
Poseidon: god van de zeeën, aardbevingen en paarden.
Attributen: drietand
Hades: god van de onderwereld
Attributen: Cerberos (de hellehond) + de tweetand
Zeus: opperpod en de god van de bliksem
Attributen: bliksemschicht, troon en adelaar
Hera: godin van het huwelijk
Attributen: staf en pauw
Demeter: godin van de landbouw en het graan.
Attributen: graanhalm
Hestia: godin van de huiselijkheid
Attributen: haardvuur
Athena: godin van de wijsheid, techniek en de krijgskunst.
Attributen: helm, schild en uil
Hermes: god van de handel, boodschapper van de goden.
Attributen: sandalen met vleugels en een reizigershoed
Dionysos: god van de wijn, dans en toneel.
Attributen: klimop (thyrosstaf), krans van druivenbladeren, wijn
Hephaistos: god van de smeedkunst, vulkanen en vuur.
Attributen: werktuigen en hamer
Aphrodite: godin van de liefde.
Attributen: duif en roos
Ares: god van de oorlog.
Attributen: volledige wapenuitrusting
Artemis: godin van de jacht, de bossen en van de maan.
Attributen: pijl en boog
Apollo: god van het licht, de zon, de muziek, de schone kunsten. 
Attributen: laurierkrans en cither (soort harp)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijk met je groepje goed naar de ligging en de staatsvorm die je gekozen hebt in de vorige opdrachten. Ga met elkaar de discussie aan over welke god/godin het beste zou passen bij jullie polis. Het is daarbij ook belangrijk om te weten wat de inwoners van de polis willen, zijn ze oorlogszuchtig of juist vredelievend? Willen ze hard werken en daarmee meer welvaart of meer ontspanning?

Kies een god/godin voor jullie polis. Geef drie redenen waarom deze god/godin het beste past. Let op, elke god/godin mag maar één keer gekozen worden, geef je god door bij je docent!

Deelopdracht 3
1
2

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 5

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een ontstaansmythe

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Griekse mythologie is de verzameling van de Griekse mythen en sagen. Dit zijn verhalen over goden, halfgoden en de relaties tussen goden en mensen. De Grieken geloofden in meer dan één schepper. Zij waren polytheïstisch (poly = veel en theos = god) en vereerden vele goden. 

De godenverhalen werden aan elkaar doorverteld. Daarom zijn er soms verschillende versies van een mythe. De Griekse goden hadden buitengewone krachten en konden er ook als mensen uitzien. Ook gedroegen ze zich als mensen. Ze wilden allemaal graag de macht hebben en waren vaak jaloers, kwaad, maar ook vrolijk en heldhaftig. Wanneer er belangrijke beslissingen moesten worden genomen vroeg men vaak om advies. Men ging naar de tempel in Delphi om een orakel (een raadselachtige voorspelling van de goden) te vragen.

Klik op een van de afbeeldingen om een Griekse mythen te bekijken!

De doos van Pandora
Daedalus en Icarus
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
De twaalf werken van Herakles
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)
Koning Midas
verhaal - animatie (Engels met NL ondertiteling)

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
WAT: Samen lezen bladzijde 71 en onderstrepen
Zelfstandig lezen  bladzijde 74 en onderstrepen.
Maken: opdracht 1-12 

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke mythen heb je gelezen?

Slide 38 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De mensen in een Griekse stadstaat vertelde elkaar ook vaak een mythe over het ontstaan van hun prachtige polis. Vaak kwam hier de beschermgod in voor die op een magische manier de stad stichtte. 
Schrijf met je groepje een ontstaansmythe van je polis.

Eisen: de ontstaansmythe moet minstens een half A4 aan tekst zijn.

Deelopdracht 4
1

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Les 6

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wetenschap en kunst

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De oude Grieken kenden vele wetenschappers en filosofen, hieronder vind je er enkele. 
Klik op de vraagtekens om meer te weten te komen!

Plato (filosoof en schrijver), leerling van Socrates en leraar van Aristoteles, is een van de invloedrijke denkers in de westerse filosofie en was de stichter van de Atheense democratie.
Aristoteles (filosoof en wetenschapper), samen met Socrates en Plato beschouwd als een van de invloedrijkste klassieke filosofen in de westerse traditie. 
Socrates of Sokrates (filosoof), beschouwd als een van de stichters van de westerse filosofie, al liet hij zelf geen geschriften na. 
Archimedes (wiskundige, natuurkundige, ingenieur, uitvinder en sterrenkundige), beschouwd als de grootste wiskundige van de Oudheid en een van de grootste wiskundigen aller tijden.
Pythagoras (wiskundige), zijn wiskundige “stelling van Pythagoras” wordt nog altijd gebruikt en leren jullie ook bij Wiskunde!
Hippocrates (arts), beschouwd als de grondlegger van de westerse geneeskunde omdat hij als eerste, natuurlijke in plaats van bovennatuurlijke, oorzaken voor ziekten zag. 
Herodotus of Herodotos (historicus), beschouwd als de vader van de geschiedschrijving. Hij is vooral bekend door zijn werk ‘De Historiën’.  
Kies een van de Griekse wetenschappers/filosofen uit die in jullie polis mag komen wonen. Let op want elke wetenschapper/filosoof mag maar 1 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Socratische vragen
Kun je denken wat je wilt?
Wanneer moet je twijfelen?
Wat is een goed begin.
Bepaal je zelf wat je ziet?
Kun je jezelf begrijpen?
Waar zijn geen woorden voor?
Kun je een dilemma oplossen?
Waarvoor heb je theorie nodig?

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga onderzoek doen naar je gekozen wetenschapper/filosoof. Welke uitvindingen heeft hij gedaan of welke nieuwe ideeën heeft hij gebracht?

Slide 44 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Door observeren en door hun kennis van het menselijk lichaam, konden de Grieken beelden maken die ‘echt op mensen leken. Door de vormen en de details leken sommige beelden levensecht. En precies zoals de Grieken hun goden en zichzelf het liefst zagen: perfect en gespierd

Voor een bouwwerk zochten de Grieken naar mooie en perfecte vormen. In hun tempels herken je dat: je ziet rechthoeken, driehoeken en veel zuilen. Het ideale gebouw was symmetrisch, dat wil zeggen dat twee helften elkaars spiegelbeeld zijn. De Griekse gebouwen maakten veel indruk: op de Grieken zelf en op bezoekers van een stad.

Van de mythen en van de dingen die de Grieken meemaakten, werden vaak toneelstukken gemaakt. De Grieken vonden dat je van een toneelstuk iets moest leren, bijvoorbeeld welke fouten mensen konden maken. Er waren twee soorten toneelstukken. Een tragedie liep meestal slecht af en een komedie had een vrolijk einde. De voorstellingen waren buiten, in halfronde theaters.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Grieken waren zo goed in het maken van kunst dat andere volkeren hen eeuwenlang hebben nagedaan.

Vazen
Architectuur
Beeldhouwkunst
Theater maskers
Muurschilderingen
Mozaïek vloeren 
Kies een van de kunstvormen waar jullie polis zich op gaat specialiseren. Let op want elke kunstvorm mag maar 2 keer gekozen worden. Geef je keuze door aan de docent.

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga op het internet opzoek naar een voorbeeld van jullie gekozen kunstvorm.

Slide 47 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek een afbeelding op van de gekozen wetenschapper/filosoof. Beschrijf vervolgens wat deze wetenschapper/filosoof zo bekend maakt.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de wetenschapper/filosoof.

Zoek een afbeelding op van de gekozen kunstvorm. Beschrijf vervolgens waarom deze kunstvorm zo goed past bij jullie polis.

Eisen: een afbeelding + enkele regels over de kunstvorm.
Deelopdracht 5
1
2

Slide 48 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voeg alle deelopdrachten samen en maak hier een poster (A3-formaat) van die je kunt gebruiken tijdens een presentatie.

Eisen: alle deelopdrachten zijn verwerkt.

Bereid een presentatie voor over je polis waarbij gebruik gemaakt wordt van de poster.

Eisen: presentatie duurt circa 5-10 minuten, ieder groepslid heeft een aandeel in de presentatie en de poster wordt actief gebruikt.
EINDOPDRACHT
1
2

Slide 49 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PRESENTATIES
stopwatch
00:00

Slide 50 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions