Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
Paragraaf 8.1 Het werkt
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen 8.1
- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een cel bestaat.
• Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen
- Je kunt de taken van bovenstaande orgaanstelsel uitleggen.
• Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog over organen?
Slide 3 - Carte mentale
Van klein naar groot
Slide 4 - Diapositive
Wat is de juiste volgorde van klein naar groot van de volgende onderdelen. 1. cel 2. orgaan 3. weefsel 4. orgaanstelsel 5. organisme
A
5-4-2-3-1
B
1-2-4-3-5
C
5-3-2-4-1
D
1-3-2-4-5
Slide 5 - Quiz
Hoeveel verschillende soorten cellen zitten er in je lichaam?
A
5
B
15
C
50
D
Meer dan 100
Slide 6 - Quiz
Noem de drie verschillende onderdelen van een dierlijke cel.
Slide 7 - Question ouverte
Hoe werken orgaanstelsels samen?
Verteringsstelsel
Ademhalingsstelsel
Bloedvatenstelsel
Zenuwstelsel
Orgaanstelsel uitleg
Organen die samenwerken aan dezelfde grote taak vormen een orgaanstelsel.
Slide 8 - Diapositive
Wat is de taak van het ademhalingsstelsel ?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is de taak van het verteringsstelsel?
Slide 10 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van hoe twee of meer orgaanstelsels samenwerken
Slide 11 - Question ouverte
Leerdoel: Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen
Slide 12 - Diapositive
Behalve bewegen, waar heeft je lichaam nog meer energie voor nodig ?
Slide 13 - Question ouverte
Verbranding van glucose
Door glucose te verbranden ontstaat energie
Dit gebeurt in alle cellen in je lichaam!
Alleen is in de ene cel meer energie nodig dan in de andere
Slide 14 - Diapositive
Samenwerken
Hoe komen spieren aan energie ?
Verbranding:
Glucose + zuurstof =
energie + koolstofdioxide + water
Slide 15 - Diapositive
Via welke 3 orgaanstelsels komt een spier aan glucose en zuurstof?
Slide 16 - Question ouverte
Bij de vorming van energie komt er water en koolstofdioxide vrij. Hoe raakt je lichaam deze twee stoffen kwijt?
Slide 17 - Question ouverte
Afvalstoffen
Je ademt koolstofdioxide uit
Je verliest water door je adem
Je verliest water door je plas
Je verliest water door je weet
Slide 18 - Diapositive
Aan de bak
Maken van 8.1: opg 1 t/m 12
Extra uitleg nodig? Blijf in de vergadering
Tot morgen!
Slide 19 - Diapositive
Hoofdstuk 8: Je lichaam werkt
Paragraaf 8.1 Het werkt
Slide 20 - Diapositive
Wat heb je nodig om glucose te verbranden? (R)
A
Koolstofdioxide
B
Water
C
Energie
D
Zuurstof
Slide 21 - Quiz
Het eerste deel van het schema van verbranding: glucose + zuurstof -----> Welk orgaanstelsel zorgt voor deze stof ? (T2) 1) Glucose: 2) Zuurstof:
Slide 22 - Question ouverte
Walvissen kunnen lang onder water blijven. Wanneer de walvis weer bovenkomt ademt hij uit door het spuitgat boven op de kop. Bevat de lucht die door het spuitgat wordt uitgeademd meer of minder koolstofdioxide dan de ingeademde lucht? (T2)
A
Minder koolstofdioxide
B
Meer koolstofdioxide
Slide 23 - Quiz
Leerdoelen 8.1
• Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen
- Je kunt de taken van bovenstaande orgaanstelsel uitleggen.
- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een cel bestaat.
• Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.
Slide 24 - Diapositive
Waar in de cel wordt glucose verbrand?
Slide 25 - Diapositive
In welke soort cellen zullen relatief veel mitochondria zitten? (I)
Slide 26 - Question ouverte
Hebben je cellen altijd genoeg energie of zijn er situaties waarin er niet genoeg is? Leg uit. (I)
Slide 27 - Question ouverte
Zijn er ook organen waar nooit een tekort aan energie is? Zo ja, welke? (T2)
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Heb je wel eens kramp gehad? Zo ja, waar?
Slide 30 - Question ouverte
Spierkramp
> Door een tekort aan zuurstof wordt glucose niet goed verbrandt
> Hierdoor ontstaat bij de verbranding van glucose niet koolstofdioxide en water, maar melkzuur > Deze verbranding van glucose levert minder energie op
Slide 31 - Diapositive
Aan de bak
Maak alle opdrachten van 8.1 (=huiswerk)
Dit is huiswerk voor dinsdag donderdag 11-feb
Kom om 10:10 terug in de les
Slide 32 - Diapositive
Leerdoelen 8.1
• Je kunt verschillende orgaanstelsels noemen en hun werking uitleggen
- Je kunt de taken van bovenstaande orgaanstelsel uitleggen.
- Je kunt uitleggen uit welke onderdelen een cel bestaat.
• Je kunt uitleggen hoe spieren aan energie komen.
Slide 33 - Diapositive
Levert de verbranding van glucose tot melkzuur meer of minder energie op dan de verbranding van glucose tot water en koolstofdioxide? (T1)
A
Meer
B
Minder
C
Is gelijk
Slide 34 - Quiz
Wat is de reden dat glucose soms verbrand wordt tot melkzuur in plaats van tot water een koolstofdioxide? (T1)