3LA herhalen stof na vakantie

H12
Wat hebben we behandeld? 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

H12
Wat hebben we behandeld? 

Slide 1 - Diapositive

Voornaamwoorden
Wat weten jullie nog?

Slide 2 - Diapositive

Voornaamwoorden

Slide 3 - Carte mentale

Hoeveel rijtjes van voornaamwoorden hebben jullie nu gehad?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Maar liefst 4 stuks!
  1. Voornaamwoord (2 varianten)
  2. Persoonlijk voornaamwoord
  3. Betrekkelijk voornaamwoord

Maar wat waren die in het Latijn?

Slide 5 - Diapositive

Welke van deze vier woorden is GEEN voornaamwoord?
A
is
B
hic
C
atque
D
qui

Slide 6 - Quiz

Welke van deze vier is een persoonlijk voornaamwoord?
A
ego
B
qui
C
ea
D
haec

Slide 7 - Quiz

4 rijtjes voornaamwoorden
  1. Voornaamwoord: is, ea, id (p.100)
  2. Voornaamwoord: hic, haec, hoc (p.101) 
  3. Persoonlijk voornaamwoord: ego, tu, nos, vos  en se (zich) (p.102)
  4. Betrekkelijk voornaamwoord: qui, quae, quod (p.166)

Slide 8 - Diapositive

Hoe kun je het voornaamwoord 'is' vertalen?

Slide 9 - Question ouverte

van deze 
aan jou
Deze (acc)
aan jullie
eius
tibi
eos

Slide 10 - Question de remorquage

Vertalen
1. is (M), ea (V), id (O) - deze, die (M/V):  dit, dat (O)
2. hic (M), haec (V), hoc (O) - deze, die (M/V): dit, dat (O)
3. ego - ik; tu - jij; nos - wij; vos - jullie; se - zich
4. qui (M), quae (V), quod (O) - die, dat; soms aan wie, van wie, met wie, etc. 

Slide 11 - Diapositive