Blok A W9 les 1

FA50-NEDw09
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

FA50-NEDw09

Slide 1 - Diapositive

Planning
  • 5 min. Opening les
  • 10 min. Uitleg Feedbackopdracht FA50-NEDw09
  • 5 min. Vragen over FA50-NEDw09
  •  15 min. Taalblokken tot nu toe. Vragen?
  • 20 min. Uitleg lessen Taalblokken i.v.m. Zelfstandig werken.
  • 5 min. Afsluiten les 

Slide 2 - Diapositive

FA50-NEDw09
  • Analyseren PRA boekje, stappen 1 tot en met 5.
  • Tijdens de les. = +/- 50 min. tijd. 
  •  Inleveren = niet meer bewerken. 
  • Toets dus: werksfeer = toets-sfeer.  

Slide 3 - Diapositive

Wat is de 1e stap bij het analyseren van een PRA opdracht?
A
Algemene vragen beantwoorden
B
Het boekje grondig doorlezen
C
Het boekje oriënterend doorlezen
D
Een to-do lijst maken

Slide 4 - Quiz

Waar in het PRA boekje vind je het antwoord op de vraag: 'Wanneer is het goed?'?

Slide 5 - Question ouverte

Wat doe je als iets in een PRA opdracht niet duidelijk is?

Slide 6 - Question ouverte

Vragen?
Heb je nog vragen over de aankomende feedbackmoment opdracht?

Slide 7 - Diapositive

TB lessen tot nu toe:
We vullen klassikaal een schema in. 
Welke lessen van Taalblokken hebben jullie tot nu toe gemaakt?/Hadden jullie tot nu toe moeten maken?

Slide 8 - Diapositive

Taalblokken W10
• TB – Spelling: Trema, koppelteken en weglatingsstreepje.
• TB – Spelling: Samenstellingen: -en, -e, -s.
• TB – Spelling – Aaneenschrijven of los schrijven.

Slide 9 - Diapositive

Kies de juiste optie
A
museum
B
museüm

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Variëren
B
Varieëren

Slide 11 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Vacuüm
B
Vacuum

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste optie
A
begroeiing
B
begroeiïng

Slide 13 - Quiz

Kies de juiste optie
A
naäpen
B
na-apen

Slide 14 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Industrieën
B
Industriën

Slide 15 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Bacteriën
B
Bacterieën

Slide 16 - Quiz

Kies de juiste optie
A
mee-eten
B
meeëten

Slide 17 - Quiz

Kies de juiste optie
A
cao-onderhandelingen
B
cao onderhandelingen

Slide 18 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Noord-Brabant
B
Noord Brabant

Slide 19 - Quiz

Kies de juiste optie
A
aan- en afvoer
B
aan en afvoer

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste optie
A
stagebegeleiding
B
stage begeleiding

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste optie
A
Goedenmorgen
B
Goedemorgen

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste optie
A
boven op
B
bovenop de stapel
C
bovenop

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste optie
A
zeeegel
B
zee-egel

Slide 24 - Quiz

Hij is 2 meter en loopt graag 5 km hard. Hij is een
A
langeafstandsloper
B
lange afstandsloper

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste optie
A
pannekoek
B
pannenkoek

Slide 26 - Quiz

Kies de juiste optie
A
zonnenbloem
B
zonnebloem

Slide 27 - Quiz

Kies de juiste optie
A
jongensdroom
B
jongendroom

Slide 28 - Quiz

Kies de juiste optie
A
stationsstraat
B
stationstraat

Slide 29 - Quiz

Het trema
Twee puntjes boven een klinker --> geef je aan dat bij die klinker een nieuwe klank begint.

Je gebruikt alleen een trema als het woord anders verkeerd uitgesproken kan worden.
variëren
vacuüm

Wanneer gebruik je geen trema?
• Voor uitgangen als -eum , -ien en -ienne :
museum
elektricien
lesbienne
• Bij de dubbele i :
glooiing
Tussen delen van samenstellingen (daar gebruik je een koppelteken ):
na-apen




Slide 30 - Diapositive

Meervoud met -"n of -ën
Het meervoud van woorden die eindigen op een beklemtoonde -ie of -ee is -ën.
een idee - twee ideeën ee + ën
een industrie - twee industrieën ie + ën
Het meervoud van woorden die eindigen op een onbeklemtoonde -ie is -"n.
een bacterie - twee bacteriën ie + "n

Slide 31 - Diapositive